Pauze nemen als de kinderen weg zijn, betekent dat onderwijspersoneel weinig rustmomenten heeft tijdens de lesdag. Zonder overleg met de medezeggenschapsraad kan een directeur dat niet doorvoeren.
Tekst
Jelte Klerk - AOb Rechtspositie
-
-
Minder dan een minuut om te lezen
beeld: Typetank
Francien werkt in het primair onderwijs. Haar directeur heeft aangekondigd dat de pauzes volgend schooljaar anders worden ingedeeld: in plaats van één pauze van 30 minuten, worden het twee pauzes van 15 minuten. Het tweede kwartier zou dan plaatsvinden nadat de kinderen naar huis zijn. Francien en haar collega’s hebben hier twijfels bij. Mag dit zomaar?
Pauze moet een daadwerkelijke onderbreking van de werkzaamheden zijn
Puur technisch gezien is zo’n verdeling volgens de Arbeidstijdenwet toegestaan. Bij een werkdag van meer dan 5,5 uur bestaat recht op een pauze van 30 minuten. Die pauze moet een daadwerkelijke onderbreking van de werkzaamheden zijn, en mag dus niet aan het begin of einde van de werkdag worden geplakt. De wet schrijft niet voor op welk moment de pauze moet plaatsvinden. In theorie mag een pauze zelfs pas na zeven uur werken op een dag van acht uur.
Toch is de vraag of deze door de directeur beoogde indeling wenselijk is. De voorgestelde wijziging lijkt vooral praktisch vanuit het oogpunt van de directeur, maar is minder gericht op het welzijn van het personeel. Pauze nemen als de kinderen weg zijn is organisatorisch handig, maar biedt weinig rustmomenten tijdens de lesdag.
Pauzetijden moeten onderdeel zijn van het werkverdelingsplan
Belangrijk is dat pauzetijden onderdeel zijn van het werkverdelingsplan, zoals vastgelegd in de cao. Dit plan wordt jaarlijks opgesteld in overleg tussen het team en de schoolleiding, en vereist instemming van het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad. Deze pmr heeft dus een formele rol in het goedkeuren van wijzigingen in pauzetijden. Zonder instemming kan de directeur dit niet doorvoeren.