Een docent aardrijkskunde werkte bijna drie jaar op dezelfde school, deels via een uitzendbureau. Hij was in dienst bij twee verschillende werkgevers, maar heeft na deze periode toch recht op een vast contract.
Tekst
Joep Gakes
-
-
3 Minuten om te lezen
Beeld: Typetank
Na het afronden van de lerarenopleiding is Frank gaan solliciteren om aan de slag te gaan als docent Aardrijkskunde in het voortgezet onderwijs. Al snel bleek dat de banen niet voor het oprapen lagen. Om zijn kansen te vergroten heeft Frank zich, naast zijn sollicitatieactiviteiten, ingeschreven bij een uitzendbureau. Binnen een paar weken kreeg hij goed nieuws. Frank kon op basis van een uitzendovereenkomst als docent Aardrijkskunde voor een jaar gedetacheerd worden op een school in het voortgezet onderwijs.
De werkzaamheden op deze school zijn Frank goed bevallen, ook de school wilde graag met Frank door. Aansluitend aan de uitzendovereenkomst besloot de school dan ook om Frank een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te bieden om een collega vanwege ziekte te vervangen. De arbeidsovereenkomst is vervolgens, opnieuw vanwege het vervangen van een zieke collega, met een jaar verlengd. Tegen het einde van het schooljaar heeft Frank te horen gekregen dat zijn arbeidsovereenkomst vanwege formatieve problemen mogelijk niet verlengd zal worden.
Nu Frank feitelijk al bijna drie jaar werkzaam is op deze school, vraagt hij zich af of hij niet reeds aanspraak maakt op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en wendt zich tot de AOb. Na bestudering van de casus van Frank komt de medewerker van de AOb tot de conclusie dat de zienswijze van de school niet juist is.
Na twee jaar moet een werkgever een vast contract aanbieden
In de cao vo is bepaald dat de totale duur van elkaar opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wegens ziektevervanging ten hoogste twee jaar kan duren. Na twee jaar zal de werkgever een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan moeten bieden. De school geeft aan dat deze twee jaar nog niet verstreken zouden zijn, derhalve zou Frank nog geen aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Volgens de school tellen namelijk alleen de jaren die Frank direct in dienst was van de school mee. De periode dat Frank op basis van een uitzendovereenkomst voor de school gewerkt heeft zou volgens de school buiten beschouwing blijven.
Ondanks het feit dat het uitzendbureau juridisch niet dezelfde werkgever is als de school, telt de periode dat Frank via een uitzendovereenkomst feitelijk werkzaam was op de school wel degelijk mee voor het vaststellen van de duur binnen de ketenregeling. Aangezien Frank gedurende de detachering dezelfde of soortgelijke werkzaamheden op de school verrichtte en de school Frank op eigen initiatief aansluitend direct in dienst genomen heeft, is er sprake van opvolgend werkgeverschap. Dit volgt uit een wettelijke bepaling in het Burgerlijk Wetboek. Nu de periode van de uitzendovereenkomst ook meeteelt heeft Frank inmiddels recht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De periode van twee jaar is hiermee immers ruimschoots overschreden.
Met het advies van de AOb is Frank opnieuw in gesprek gegaan met de school. De school was er niet van op de hoogte dat de uitzendperiode ook meetelt bij het bepalen van de totale duur van de verschillende arbeidsovereenkomsten. De school heeft de tijdelijke arbeidsovereenkomst van Frank alsnog omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waardoor hij uiteindelijk toch in dienst kon blijven.
Deze rubriek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van AOb-juristen
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.