Kansrijk onderwijs is niet voor elke leerling hetzelfde. Daarvan is Ninon Kreutzer, sinds deze zomer AOb-hoofdbestuurder voor het voortgezet onderwijs, overtuigd. In haar functie wil ze zich inzetten voor kwalitatief goed onderwijs voor elke leerling.
Tekst
Marianne Lucieer - redactie Onderwijsblad
-
-
3 Minuten om te lezen
beeld: Angeliek de Jonge
Gefeliciteerd met je nieuwe baan.
“Dankjewel. Ik ben op 1 augustus begonnen. Hiervoor zat ik twee jaar in het AOb-sectorbestuur voor het voortgezet onderwijs, dus ik kende al veel mensen. De afgelopen maanden ben ik vooral bezig geweest met kijken wat er van me wordt verwacht. Dat begint nu vorm te krijgen en ik kan wel zeggen dat ik heel prettig ben geland in deze functie.”
Wat wordt er van je verwacht?
“Ik kan niet zeggen dat één ding het belangrijkst is. We hebben de afgelopen weken een plan opgesteld, waarin we hebben aangegeven waar wij als AOb de komende jaren aandacht aan willen besteden binnen het voortgezet onderwijs. Dat plan moet nog worden overlegd met de sectorraad, dus ik kan er niet veel over zeggen. Maar er zijn wel dingen die uiteraard onze aandacht hebben, zoals de werkdruk en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs, die onder meer door het lerarentekort onder druk staat.”
Wat is jouw ervaring in het voortgezet onderwijs?
“Ik liep tijdens de pabo stage op het voortgezet speciaal onderwijs voor moeilijk lererende kinderen, wat nu praktijkonderwijs is, en die leerlingen stalen mijn hart. Toen ik in 1994 afstudeerde, ben ik daar dan ook in verder gegaan. Ik geef nu een paar dagen per week les op vmbo-basis en -kader. Het viel me al snel op dat er van hogerhand beslissingen werden genomen over de manier waarop wij les moesten geven. Maar de docent kent de dynamiek in de klas, weet wat leerlingen nodig hebben. Dat je docenten niet betrekt bij die beslissingen, snap ik niet. Daarom heb ik jarenlang in medezeggenschapsraden gezeten. Door een training voor de mr bij de AOb rolde ik in het vakbondswerk.”
Wil je je nu ook vooral inzetten voor de leerlingen in het praktijkonderwijs?
“Nee, maar ik vind wel dat we meer moeten kijken naar de leerlingen op de flanken: zowel in het praktijkonderwijs als op het gymnasium. Er wordt bij beslissingen vaak gekeken naar de gemiddelde leerling. Dat is niemands schuld, zo werkt het systeem, maar deze leerlingen hebben iets anders nodig om tot leren te komen. Ik zie het als belangrijke taak om steeds weer te benoemen dat ook deze groepen er zijn. We hebben het vaak over kansrijk onderwijs, maar moeten beseffen dat dat niet voor elke leerling hetzelfde is.”
Wat wil je aan het eind van je termijn bereikt hebben?
“Deze termijn is nog kort, ik neem de laatste twee jaar over van Kim van Strien. Als ik daarna verder wil, moet ik me opnieuw verkiesbaar stellen. Maar wat ik hoop, is dat er nog eens goed wordt gekeken naar het hele systeem van onderwijs in Nederland. Doen we de juiste dingen voor leerlingen, of de dingen die financieel gezien efficiënt lijken? Hoe kunnen we de kwaliteit van het onderwijs vergroten? Als ik als AOb-hoofdbestuurder kan meemaken dat we stappen zetten waarbij de leerling en de positie van docenten en onderwijsondersteuners centraal staan, dan ben ik heel blij.”
Webcafé ‘Inclusief gymnasiumonderwijs'
De Belangengroep Gymnasiale Vorming, waarvan Ninon Kreutzer hoofdbestuurder is, organiseert op maandag 12 januari (15.30-17.00 uur) een webcafé ‘Inclusief gymnasiumonderwijs begint bij het primair onderwijs’ voor leerkrachten van groep 7 en 8. Meld je hier aan.
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.