'Op een verkeerde havo is een kind tegenwoordig kanonnenvoer'
Met de havo gaat het steeds slechter, ziet columnist Ton van Haperen. Volgens hem is het tijd voor uniformering via een verplichte lessentabel, een verbod op flexroosters en uitstel van de praktijk-havo.
Tekst
Ton van Haperen
-
-
2 Minuten om te lezen
Beeld: Typetank
Havo was, is en blijft een moeilijk schooltype. Met name de bovenbouw is kwetsbaar. Op 4 havo doubleert jaarlijks tegen de 20 procent. De VPRO-documentaire 4 havo, een klas apart toont al in 1992 de machteloosheid van onderwijzen van een middengroep die nog niet goed weet wat ze wil. Sinds de invoering van het studiehuis in 1998 is het elk jaar een beetje slechter geworden. Het kind op een verkeerde havo is vandaag de dag kanonnenvoer. Hoe is het zover gekomen?
In 1992 hadden leerlingen op elke school in een vak evenveel lessen van 50 minuten, verzorgd door een bevoegde leraar. De bandbreedte rond de uitvoering van lessen was smal. Hoe anders is dat nu. Ruim tachtig scholen experimenteren dit schooljaar op de havo met praktijkvakken die gangbare schoolvakken met een centraal examen vervangen. Lees: in groepjes dingen uitzoeken.
Deze populatie kan en wil dit helemaal niet
Het ongelijk speelveld zit echter vooral in de schoolorganisatie. Mijn 4 havo-klas krijgt vier lessen van 50 minuten. Op een andere school zijn dat twee lessen van 60 minuten. Leerlingen bestormen daarnaast het curriculum zelfstanding in zogenaamde flexuren. Ik denk dan, deze populatie kan en wil dit helemaal niet. Mijn vak is daarvoor ook te abstract. Ik krijg dat 16-jarigen enkel geleerd zoals ik mijn kinderen heb leren oversteken. Kijk me aan en luister, ik leg het uit, vertel het in je eigen woorden, we doen samen een oefening, doe het alleen, nu nog een keer, maar dan moeilijker, mooi, je kan het, next. Vier lessen per week garanderen zo een mooi resultaat. Amper onvoldoendes op 4 havo. Bij het centraal examen bij de beste 10 procent van Nederland. En dat is niet mijn verdienste. Flexroosters, on- en onderbevoegde collega’s, herrie in de klassen, die verloedering vult grotendeels de statistieken. In dit land der blinden kan iedere eenoog wat ik doe. Maar steeds meer scholen schaden kinderen met die verloedering.
Hoe kan het dat 33 procent van de 15-jarigen amper kan lezen en de slagingspercentages hoog liggen?
Het vorige schooljaar nam voor het eerst het aantal voor het eindexamen gezakte kandidaten toe. Op havo haalde 85 procent een diploma. Zonder centraal examen, zoals tijdens corona, lag dat percentage op 98 procent. Hoe duidelijk wil je het hebben? Scholen zijn van de gratis diploma’s. Maar die tijd is voorbij. In het parlement is een motie aangenomen die vraagt om een onderzoek naar de omrekening van behaalde examenscores naar de definitieve score met de N-term. Want hoe kan het dat 33 procent van de 15-jarigen amper kan lezen en de slagingspercentages hoog liggen? De gure wind van de leerprestaties komt eraan. Die zal vooral op de havo slachtoffers maken. Daarom juist daar, tijd voor uniformering via een verplichte lessentabel, een verbod op flexroosters en praktijk-havo, nu even niet. De vakleraar neemt de dolende adolescenten weer bij de hand, zoals in 1992, dat is al lastig genoeg. Maak het niet moeilijker.
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.