Wat zijn vandaag de dag nog de verschillen tussen openbaar, katholiek en protestants onderwijs, vraagt columnist Laurensz Rötgers zich af. Scholen kunnen beter hun krachten bundelen dan elkaar beconcurreren.
Tekst
Laurensz Rötgers
-
-
2 Minuten om te lezen
Typetank
Het katholicisme achtervolgt mij. Ik groeide op in Brabant en hoewel er ook een jenaplanschool in onze straat stond, stuurde mijn heidense ouders mij om onduidelijke redenen naar de katholieke basisschool die recht tegenover ons huis lag. Toch ben ik ongeschonden uit de strijd gekomen. Buiten dat er inderdaad weleens een les begon met een weesgegroetje en ik als enig kind in de klas geen communiefeest had (ter compensatie namen mijn ouders mij een dagje mee naar een pretpark), heb ik weinig meegekregen van het bijzondere karakter van mijn basisschool.
Later zat ik op een katholiek gymnasium en studeerde ik in Nijmegen aan een eveneens op Roomse beginselen gestoelde universiteit. Ook op deze instellingen was de katholieke identiteit nou niet bepaald overheersend, dat was meer een door de regionale geschiedenis ingegeven bewaard gebleven element uit het verleden, zoals sommige mensen die vroeger rookten nog steeds een asbak op tafel hebben staan.
Door een stom toeval is ook de school waar ik nu werk van oudsher katholiek. En daar merk je werkelijk niets van. Zelfs met kerstmis en pasen wordt er geen viering gehouden, het ruikt er nooit naar wierook en ook de docent levensbeschouwing is een bijzonder aards type.
Door een stom toeval is ook de school waar ik nu werk van oudsher katholiek. En daar merk je werkelijk niets van
Toch wordt onze onderwijsinstelling bekostigd door de overheid. Want bij het einde van de schoolstrijd werd in 1917 de bekostiging voor openbaar en confessioneel onderwijs door de overheid gelijkgetrokken, een cadeau van de socialisten die in ruil hiervoor het algemeen kiesrecht kregen. Dergelijke politieke koehandel kan verstrekkende gevolgen hebben. Een ruime eeuw later kent de provinciestad waar ik werk drie verschillende scholen: een openbare, een katholieke en een protestants-christelijke, die feitelijk vrijwel hetzelfde opleidingsaanbod hebben. Door de krimp in leerlingaantallen in onze regio is er eigenlijk één school te veel, waardoor we elkaar hevig beconcurreren in de slag om de nieuwe aanmeldingen.
Dat is toch wel een vrij bizarre situatie. Waarom werken we niet gewoon samen? Ik heb geen idee of er op onze concurrerende confessionele school wel met de hand op de Bijbel wordt gerekend tijdens de wiskundelessen, maar het valt volgens mij nogal mee. We wonen niet op de Veluwe.
Misschien wordt het tijd dat we de religieuze relieken uit het verleden eens overboord zetten. Als we onze krachten bundelen, kunnen we gezamenlijk beter onderwijs maken dan wanneer we elk voor onszelf blijven voortpruttelen. Bovendien is het veel efficiënter. Je kunt in één les dan namelijk zowel openbaar, katholiek als protestants-christelijk spellen en rekenen. Dat gaat namelijk precies eender. We zijn dan ieder jaar verzekerd van een hele sloot verse leerlingen en tijdens de levensbeschouwingslessen kunnen alle religieuze mogelijkheden de revue passeren. En dan kan iedere leerling thuis, in de vrije tijd na school, fijn iets geloven. Of niet.
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.