Een beetje stoere agenda begon rond de veertien gulden
In zijn jeugd was er veel licht en weinig donkerte. Behalve vlak voor de eerste schooldag als alle spullen geregeld moesten zijn, schrijft Asis Aynan.
Tekst
Asis Aynan
-
-
3 Minuten om te lezen
Voor Asis Aynan was in zijn jeugd augustus 'een enorme zorgenmaand'. Beeld: Peter van Dorst
Het statistiekenbureau CBS, dat onze levens samenvat in cijfers, staatjes en diagrammen, publiceerde onlangs dat 540 duizend mensen in armoede leven in dit rijke land. Een huishouden is arm volgens het CBS als ‘na het betalen van de vaste lasten aan wonen, energie en zorg te weinig geld (inkomen, spaargeld of ander direct te besteden bezit) overblijft voor de andere basisbehoeften’.
Op de dag dat ik dit nieuws las, liep ik langs een Hema en zag op een spandoek een slogan die de schoolspullen voor het nieuwe studiejaar onder de aandacht bracht. Toen ik in 1992 naar de middelbare school ging, begon een jarenlange periode waarin augustus altijd een enorme zorgenmaand was: de periode dat de schoolspullen en -boeken aangeschaft moesten worden. Het gepieker van destijds kan ik nog altijd oproepen, als een acteur die op commando kan huilen.
Ik toetste in de internetbrowser van mijn telefoon hoeveel procent van de bevolking in 1992 in armoede leefde: 6,6 procent. Ons huishouden maakte deel uit van die procenten. Mijn vader was lopendebandmedewerker in een hondenbrokkenfabriek en de drieploegendienst leverde geld op voor de vaste lasten en het dagelijks brood. Tegenwoordig zou je hem een werkende arme noemen. Voor zaken als schoolreisjes, georganiseerde sport en spel en iets van verzorging was geen geld.
Voor zaken als schoolreisjes, georganiseerde sport en spel en iets van verzorging was geen geld
Voordat de ene lezer een niet weg te slikken brok in zijn keel krijgt en de ander zich tot rood ergert omdat ik mijn jeugd zou prostitueren: het was afgezien van de financiële achterstand dankzij fantasie en avontuur een jeugd van veel licht en weinig donkerte. Behalve als in mijn adolescentie die weken aanbraken dat je voor de eerste schooldag alle spullen geregeld moest hebben.
Destijds had je in het inmiddels failliete warenhuis V&D een tijdelijke afdeling, Back to School, waar al het materiaal te koop was om toegerust aan het schooljaar te beginnen. Als ik eraan terugdenk, voel ik ongemak, maar ik was er in de zomervakantie vaak te vinden: om uit te zoeken hoeveel geld, dat er niet was, ik minimaal nodig had om aan het nieuwe jaar mee te doen. Het is veelzeggend dat ik de prijzen nog uit het hoofd ken. Een beetje stoere agenda begon rond de veertien gulden en dat liep op tot over de twintig.
Jaren later gaf ik les in moderne armoede. Ik vertelde dan mijn studenten een persoonlijk voorbeeld over dat er bij ons thuis wel eens een zoveelstehandsfiets voor een kind werd gekocht, maar dat die de volgende dag altijd was gejat, omdat er geen slot bij werd gekocht. Waarom zonder slot, klonk het dan in de klas? Omdat mensen met geldproblemen lastig kunnen plannen, zei ik dan, een van de kenmerken van armoede. Er werd simpelweg niet aan geld voor een slot gedacht. Een enkeling begreep het en dan begreep ik ook hun situatie.
Ieder jaar lukte het mijn moeder om op het allerlaatste moment voor elk kind - voor het geld van één mooie agenda bij de V&D - alle broodnodige spulletjes bij de Hema aan te schaffen. Op de valreep iets proberen te regelen, is trouwens nog een kenmerk van armoede. Hoe dan ook, ik was altijd blij, opgelucht is een beter woord, dat het weer was goedgekomen.
Meer onderwijsblad lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle onderwijsbladen. Meer over alle voordelen vind je hier.