Pesten is onderdeel van cultuur in hoger onderwijs
Het hoger onderwijs is zo ingericht dat het pestgedrag bij het personeel uitlokt. Tot die toch wel schokkende conclusie komt een Britse professor. Bestuurders zijn heel bepalend voor de sfeer.
Tekst Franka Hummels - redactie Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen
Beeld: Rosa Snijders
Pesten is niet alleen iets van het schoolplein. Ook collega’s onderling kunnen elkaar flink het leven zuur maken, in het basis-, voortgezet én hoger onderwijs. Helaas bestaan er over pestgedrag onder medewerkers in het hoger onderwijs nauwelijks cijfers. En dat terwijl de beperkte cijfers díe er zijn, er bepaald niet om liegen. Voor hogescholen zijn geen data bekend, wel ondervroeg de Arbeidsinspectie in 2024 negenduizend medewerkers van universiteiten. Van de respondenten gaf 56 procent aan dat ze in de twee voorgaande jaren met ongewenst gedrag zijn geconfronteerd. Maar liefst 69 procent zag dat collega’s er last van hadden.
Pesten kent vele vormen
Is ongewenst gedrag altijd pesten? Dat vermeldt dit onderzoek niet. Pesten onder collega’s in het hoger onderwijs kent vele vormen. Van het niet uitnodigen voor een collectieve vrijdagmiddagborrel tot iemand negeren tijdens een vergadering. Van vage verdachtmakingen tot schreeuwen tot mogelijk seksuele insinuaties die net wel of net niet over het randje gaan.
Het hoger onderwijs is zo ingericht dat het pestgedrag bij het personeel uitlokt
Malcolm Tight van de Universiteit van Leicester deed een vergelijkend internationaal literatuuronderzoek naar de spaarzame studies over dit soort pesten. Dat leverde hem niet genoeg stof op om met harde cijfers te komen, maar één stevige stelling durft hij wel aan in zijn publicatie in Tertiary Education and Management: het hoger onderwijs is zo ingericht dat het pestgedrag bij het personeel uitlokt.
Pesten wordt regelmatig ingezet met de bedoeling iemand letterlijk weg te pesten
Arnoud Lagendijk, hoogleraar sociale geografie, is het daarmee eens. Hij is AOb-bestuurder en neemt al jaren deel aan het Lokaal Overleg van de Radboud Universiteit, waarin leden van vakbonden zitten die gezamenlijk met leden van het College van Bestuur afspraken maken over instellingsspecifieke arbeidsvoorwaarden. Lagendijk hoort op verschillende manieren wat er op de werkvloer speelt en tot wat voor arbeidsconflicten dat soms leidt. Op de universiteit is een duidelijke hiërarchische structuur, zegt hij, waarbij het soms moeilijk is om naar boven door te stoten. Situaties waarbij meerdere collega’s op dezelfde positie azen, zijn aan de orde van de dag. Lagendijk stelt dat pesten regelmatig wordt ingezet met de bedoeling iemand letterlijk weg te pesten en zo de weg vrij te maken voor de eigen weg naar boven. Niet alleen ambities kunnen aan pestgedrag ten grondslag liggen, meent Lagendijk. Ook een collega die dingen wil verbeteren en dus veranderen kan tot scheve ogen leiden, en politieke onenigheid is een heikel thema, zoals de situatie in Gaza.
Hogescholen zijn minder hiërarchisch dan universiteiten, maar daar speelt iets vergelijkbaars, zegt advocaat Jehan Edriouch die zich toelegt op arbeidsrecht in het onderwijs en enkele jaren werkte als docent bij verschillende hogescholen. “Voor goed beroepsonderwijs zijn veel zij-instromers nodig. Maar vakdocenten die al jaren op hun post zitten, raken gefrustreerd als nieuwkomers de leukste klussen krijgen.”
Bestuurders moeten bij de eerste signalen van pestgedrag in actie komen
Lagendijk ziet dat de universiteiten hun gedragsprotocollen over het algemeen best goed hebben opgetuigd. Alleen te vaak blijft het daarbij, of verdere actie blijft uit omdat ‘het systeem’ al bij het probleem betrokken is. Hij pleit daarom voor sterk moreel leiderschap. Bestuurders moeten bij de eerste signalen van pestgedrag in actie komen, en ook zelf betrokken blijven, ze moeten het niet overlaten aan personeelszaken of het afdelingshoofd.
Het goedbedoelde systeem kan zichzelf zelfs in de staart bijten, waarschuwt Lagendijk. Wie te maken krijgt met pestgedrag kan naar de vertrouwenspersoon stappen. Soms schuift die dan ook aan bij gesprekken om de boel te sussen. Alleen maakt dat alles beladen. Uiteindelijk kan een werkgever dan zeggen dat de arbeidsrelatie verstoord is, en dat kan een reden zijn om een contract te ontbinden. Het wegpesten is dan, met behulp van het systeem, toch gelukt, ziet Lagendijk.
Tegenover elkaar in de rechtszaal
Edriouch ziet als advocaat dat rechters zo’n ontslag meestal niet zonder meer accepteren. Een onderwijsinstelling moet nauwgezet bewijzen dat echt alles uit de kast is getrokken om de situatie op te lossen, en dat kan in zo’n geval niet. Alleen: dan ben je dus al op het punt dat je tegenover elkaar in de rechtszaal staat. Dat wil je eigenlijk voorkomen. Omdat ze veel zaken zag langskomen die volgens haar nooit hadden hoeven escaleren, geeft ze nu ook trainingen aan leidinggevenden op het hbo.
Ook Edriouch vindt de systemen die hogescholen hebben om pestgedrag aan te pakken, op zichzelf niet zo slecht. Al ziet ze wel veel, heel veel, ruimte voor verbetering. De interne vertrouwenspersonen doen het er regelmatig zo’n beetje bij, merkt ze, en zijn vaak niet goed opgeleid. En ze zijn soms bij de situatie betrokken. Daar kunnen ze niets aan doen, maar daarom is het extra belangrijk dat er ook een externe vertrouwenspersoon is, waar iedereen de weg naar weet te vinden. Dat is nu niet altijd het geval.
Een vertrouwenspersoon is er niet alleen voor de slachtoffers
Niet iedereen weet wat een vertrouwenspersoon allemaal kan doen. Die is er immers niet alleen voor de slachtoffers. Ook als je vervelend gedrag tegenover anderen bij je collega’s ziet, kun je bij de vertrouwenspersoon aankloppen. Dan kun je samen brainstormen over wat je zou kunnen doen.
Edriouch adviseert onderwijsinstellingen om te investeren in intervisie, bij leidinggevenden is daar veel behoefte aan. Leidinggevenden zijn vaak overbelast en zien een pestsituatie dan als een risico. Met de oude garde aan het roer loopt het onderwijs op rolletjes. Blijft dat zo, als je hen aanspreekt op hun gedrag tegenover een zij-instromer? Terwijl er best instrumenten zijn waarmee leidinggevenden eenvoudig aan de slag kunnen. Wees bijvoorbeeld altijd concreet. “Zeg niet: Je bent directief, maar: Je zei x en y, en dat is moeilijk omdat… Anders blijft alles open voor interpretatie.”
Verloop onder leidinggevenden is een probleem
Groot verloop onder leidinggevenden is een ander probleem. Juist als iemand heel druk is, schiet goede administratie erbij in. Dan moet een nieuwe manager weer helemaal opnieuw beginnen met dossieropbouw als iemand zich misdraagt. Zo kan een situatie jarenlang duren. Heel bepalend voor de sfeer, zegt Edriouch. “Dat zie je ook terug in het klaslokaal of de collegezaal.”
Nu krijgt de aanpak van grensoverschrijdend gedrag onvoldoende prioriteit, vindt ze. Onderwijsontwikkeling, studentenaantallen, bezuinigingen: het wordt allemaal urgenter gevonden. Terwijl, de sfeer op school heeft uiteindelijk op al die andere zaken invloed.
Bestuurders zelf zijn ook heel bepalend voor de sfeer, benadrukt Edriouch. “Vaak zie je hoger in de boom slechter gedrag. Die mensen vergeten dus dat ze daarmee ook normstellend zijn voor al hun collega’s.”