Nieuwe maatregelen moeten veiligheid versterken
Het kabinet wil een continue screening van de Verklaring Omtrent het Gedrag en de meldplicht uitbreiden om de veiligheid in het onderwijs te versterken. Daarnaast zouden rechters vaker een beroepsverbod moeten opleggen dat terug te vinden is in een register, meent jurist Job Buiting.
Tekst Daniëlla van 't Erve - Redactie Onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

‘We kunnen niet van scholen verwachten dat ze de achtergrond van iemand helemaal gaan uitpluizen’, zegt jurist Job Buiting. Beeld: Rosa Snijders
‘16-jarige misbruikt door docent in Barendrecht’ ‘Onderwijsassistent (21) van basisschool in Meppel verdacht van seksueel misbruik leerling’ ‘Leraar (45) bekent orale seks in klas met leerlinge (17)’ Uit de nieuwsberichten van de afgelopen weken lijkt het wel alsof seksueel misbruik aan de orde van de dag is op scholen. Het zijn uitzonderingen, afgezet tegen de ruim half miljoen medewerkers die in het onderwijs werken. Het aantal meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij de vertrouwensinspectie is zelfs voor het eerst sinds jaren gedaald.
Uiteraard is elk geval er een te veel. Met de nieuwe wet Vrij en veilig onderwijs wil het kabinet de veiligheid in het onderwijs beter gaan waarborgen. De meld-, overleg- en aangifteplicht bij vermoedens van seksuele misdrijven wordt bijvoorbeeld uitgebreid (zie kader onderaan ‘Positie onderwijspersoneel is kwetsbaar’).
Niet waterdicht
Op dit moment is het overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) een standaardvereiste voor wie in het onderwijs werkt. Bij de beoordeling bekijkt uitvoeringsinstantie Justis of er sprake is van strafbare feiten die een risico vormen voor het uitvoeren van de functie. Het aantal geweigerde aanvragen ligt al jaren rond de 70 per jaar, gemiddeld 0,05 procent van het totaal aantal aanvragen.
Dit systeem is echter niet waterdicht. Zo mag de VOG een half jaar oud zijn - een tijd waarin van alles kan gebeuren. Justis heeft bovendien een beslistermijn van maximaal acht weken. Weliswaar moet de VOG bij indiensttreding binnen zijn, maar als scholen met spoed invallers nodig hebben, bestaat het risico dat die zonder VOG alvast aan de slag gaan.
Delicten die buiten de school plaatsvinden kunnen onder de radar blijven
“Bovendien kunnen delicten die buiten de school plaatsvinden en waarvoor een leraar niet achter de tralies hoeft, nu onder de radar blijven”, zegt Job Buiting, wetgevingsjurist bij het ministerie VWS en gespecialiseerd in onderwijsrecht. ”Omdat de docent geen actuele VOG hoeft te overleggen, kan hij of zij gewoon op school blijven lesgeven of binnen het bestuur op een andere school gaan werken.”
Continue screening
Buiting is voorstander van een continue screening van de VOG, net zoals in de kinderopvang geldt. Het kabinet werkt op dit moment aan een wetsvoorstel hierover. Continue screening betekent dat werknemers doorlopend gecontroleerd worden op nieuwe strafbare feiten. Hierdoor wordt ongeoorloofd gedrag sneller ontdekt en hoeven leraren, ook invallers, geen nieuwe VOG meer aan te vragen als ze van baan wisselen. Bovendien scheelt het werkgevers tijd qua administratie.
De jurist zou graag nog een stap verder gaan in het voorkomen dat leraren die zich misdragen kunnen terugkeren in het onderwijs. Hij pleit ervoor dat rechters vaker een beroepsverbod opleggen en dat schoolbesturen in een register kunnen nagaan wie in het onderwijs mag werken. “Net als in de zorg waar professionals na een tuchtrechtelijke uitspraak uit het BIG-register worden geschrapt. Ook in het onderwijs mag je niet werken met een beroepsverbod, maar het is frappant dat werkgevers dit nergens kunnen nazoeken.”
Tussen het moment van ontslag en een eventuele veroordeling kunnen jaren zitten
Rechters kiezen volgens Buiting niet snel voor het opleggen van een beroepsverbod omdat ze denken dat met de veroordeling al voldoende is gewaarborgd dat de verdachte niet meer in het onderwijs zal werken. Diegene komt immers niet meer voor een VOG in aanmerking. “Maar tussen het moment van ontslag en een eventuele veroordeling kunnen jaren zitten”, zegt Buiting. “In die tussentijd kan de verdachte gewoon een VOG aanvragen en elders aan de slag. En zeker als het delict in de privésfeer is gepleegd, komt een bestuur daar dus niet zomaar achter.”
(lees verder onder illustratie)

Beeld: Rosa Snijders
Dat dit niet alleen een theoretisch verhaal is, wijst de praktijk uit. Zo schreef het Algemeen Dagblad in 2019 over een docent die direct na zijn ontslag op staande voet, van harte welkom was op een school in Rotterdam. De Boskoopse docent die een 15-jarige leerlinge misbruikte, had bij zijn sollicitatie niets over het ontslag gezegd en kon een VOG overleggen omdat hij nog niet veroordeeld was. De nieuwe school had volgens de krant wel navraag gedaan, maar vanwege de privacy geen informatie gekregen over de reden van ontslag. De docent werd veroordeeld tot 6 maanden celstraf, een taakstraf van 150 uur en een beroepsverbod van drie jaar.
Een paar jaar eerder, in 2017, werd een wiskundeleraar uit Spijkenisse veroordeeld tot gevangenisstraf vanwege kinderporno: hij liet leerlingen tussen 12 en 16 jaar seksuele handelingen voor de camera uitvoeren. De man was al op drie scholen ontslagen vanwege seksueel getinte gesprekken met leerlingen. Melding hiervan bij de inspectie leidde niet tot ingrijpen omdat het toen nog niet om strafbare feiten ging. De man kon zo elke keer weer een VOG aanvragen en zijn gang blijven gaan tot een leerling aangifte deed van aanranding.
Seksuele intimidatie
Mede naar aanleiding van deze zaak is in juli vorig jaar de nieuwe wet Seksuele misdrijven ingevoerd, waardoor meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar zijn. Hieronder vallen ook (online) seksuele intimidatie en sexchatting. Ook is de meldplicht in het onderwijs aangescherpt: iedere medewerker die bekend is met een mogelijk seksueel misdrijf met een minderjarige moet dit direct melden bij het schoolbestuur, die direct in overleg moet met de vertrouwensinspecteur van de onderwijsinspectie. Bij een ‘redelijk vermoeden van een seksueel misdrijf’ is het schoolbestuur verplicht direct aangifte te doen bij de politie en zowel slachtoffer als dader hiervan op de hoogte te stellen.
De inspectie verwacht dat hierdoor het aantal meldingen zal toenemen. Opmerkelijk is dat het aantal dossiers over ‘met taken belaste personen richting minderjarige leerlingen of studenten’ vorig schooljaar voor het eerst sinds jaren is gedaald met bijna 100 dossiers naar 377. Dit wil niet zeggen dat seksuele misdrijven in het onderwijs minder voorkomen, zegt vertrouwensinspecteur Ursula Timmer. “Er zijn zoveel factoren van invloed waarom er wel of geen melding wordt gedaan. Uit de daling kun je niet zomaar conclusies trekken.”
(lees verder onder de illustratie)

Beeld: Rosa Snijders
De meld-, overleg- en aangifteplicht geldt niet voor meerderjarigen in een afhankelijkheidspositie, iets dat met de nieuwe wet moet veranderen. Timmer hoopt dat besturen tot die tijd toch zo snel mogelijk contact opnemen als er iets speelt. “Wij kunnen meedenken en adviseren over het proces. Onze dienst staat los van het toezicht van de inspectie, we delen zonder toestemming geen informatie en scholen hoeven dus niet bang te zijn dat ze direct een onvoldoende krijgen”, benadrukt de vertrouwensinspecteur.
Vraag de referenties op en controleer die ook
Ze wijst daarnaast ook op de eigen verantwoordelijkheid van besturen. “Als ik een docent wil aannemen en ik weet dat diegene met een vaststellingsovereenkomst is vertrokken op zijn vorige school, zou ik wel willen weten wat er aan de hand is. Dus vraag de referenties op en controleer die ook. Het helpt als iedereen dit bij elke sollicitant consequent zou doen.”
Jurist Buiting vindt dit iets te makkelijk. “Natuurlijk moeten scholen zorgvuldig kijken welke leraren ze aannemen, maar daar zijn wel grenzen aan. Als een delict buiten het onderwijs heeft plaatsgevonden, ondervang je dit niet met het checken van referenties. We kunnen niet van scholen verwachten dat ze de achtergrond van iemand helemaal gaan uitpluizen. Daar hebben ze simpelweg de middelen niet voor.”
‘Positie onderwijspersoneel is kwetsbaar’
De AOb is positief over de toenemende aandacht voor veiligheid van leerlingen, studenten én personeel in de wet Vrij en veilig onderwijs. De wet die per augustus van start moet gaan, bevat naast de uitbreiding van de meldplicht, maatregelen zoals registratie van geweldsincidenten, verplichte aanstelling van externe vertrouwenspersonen en een betere klachtenprocedure. Op sommige onderdelen mag het volgens de AOb nog wel wat scherper. Zo vraagt de bond om certificering van vertrouwenspersonen en uitbreiding van de meld- en overlegplicht naar promovendi.
Tegelijkertijd wijst de bond in de internetconsultatie over het wetsvoorstel op het gevaar van aangifte ‘voor de zekerheid’. “De positie van het onderwijspersoneel is kwetsbaar, dit blijft een precair vraagstuk met enorme impact voor betrokkenen”, legt AOb-bestuurder Douwe van der Zweep uit. “Door de meld- en overlegplicht bij de vertrouwensinspecteur ook bij een onterechte beschuldiging van seksuele intimidatie in te voeren, ontstaan er mogelijk risico’s voor onderwijspersoneel.”
Een zwemvest werkt ook alleen als je ‘m draagt
Volgens OCW dient deze meld- en overlegplicht als een extra controle op de overwegingen van het bevoegd gezag. “Maar dit moet nog steeds goed gewogen worden”, aldus Van der Zweep die benadrukt dat je onschuldig bent tot het tegendeel bewezen is. “Als AOb vragen wij daarbij om een rehabilitatieverplichting vanuit het bevoegd gezag als blijkt dat er sprake is van een onterechte beschuldiging.”
De AOb erkent dat de VOG geen 100 procent veiligheid biedt zolang er nog geen strafzaak loopt. “Een continue screening of een uitgebreidere meldplicht zullen dit ook niet ondervangen. De vertrouwensinspecteurs delen geen gegevens, en dat lijkt me de juiste afweging, aan een register van vermoedens moet je toch ook niet denken”, zegt Van der Zweep. Hij benadrukt dat starten zonder VOG simpelweg niet is toegestaan. “Ik snap de druk maar hier moeten schoolbesturen strikt in zijn. Een zwemvest werkt ook alleen als je ‘m draagt.”