Demonstratie tegen de bezuinigingen in het hoger onderwijs van meer dan 20 duizend studenten, docenten en andere onderwijsmedewerkers, op 25 november 2024 in Den Haag. Vanaf het Malieveld liepen de demonstranten langs het nabijgelegen ministerie van Onder
Als de druk te hoog is, komen mensen in verzet. Wanneer dat verzetsgevoel te weinig zichtbaar is binnen institutionele medezeggenschap of vakorganisaties, ontstaan er spontane acties op de eigen werkplek. Zulke lokale organisatiekracht bloeide op toen het hele onderwijs op het hakblok werd gelegd door het inmiddels gevallen kabinet. Estafettestakingen brachten het protest breed in lokale en regionale media. Samen protesteren, van primair onderwijs tot universiteiten, kon een deel van de schade voorkomen. De langstudeerboete ging van tafel en de startersbeurzen bleven, maar het hoger onderwijs blijft het mikpunt van bezuinigingen die nog jaren zullen doorwerken.
Mensen die politiek bewust zijn, zijn dat natuurlijk nooit op maar één onderwerp
Is het protest dan effectief geweest? In de publicatie Hoger onderwijs in verzet blikken auteurs openhartig terug zonder elkaar de maat te nemen. Sectoradviseur Sander Nelissen van FNV Onderwijs en Onderzoek baalt net als de AOb van de treinstaking op 10 juni 2025, waardoor een landelijke actiedag niet door kon gaan. In november 2024 waren de bonden al gezwicht voor een dreigend demonstratieverbod door de burgemeester van Utrecht. Dat gebeurde zonder overleg met hun partners in de kersverse actiecoalitie, die dan ook bijna uit elkaar was gevallen. Nooit meer zonder partner beslissen, is de conclusie.
Politieke drijfveren
Maar wie zijn je partners en waar ben je het precies over eens? Niet over de analyse van de oorzaken van aangekondigde kortingen. Er zijn immers meerdere politieke drijfveren om op onderwijs te bezuinigen. Hoogleraar rechtsextremismeonderzoek Léonie de Jonge wijst op de vijandige houding van het kabinet-Schoof jegens de wetenschap en de ondermijning van de positie van de universiteit in de samenleving. Universitair docent politieke theorie Gaard Kets schrijft over het opofferen van onderwijs aan de stijgende defensie-uitgaven. Lawia Tawam en David Hollanders van de Universiteit van Amsterdam citeren onderzoek over de besteding van de bezuinigingen op het hoger onderwijs: een kwart van het bespaarde bedrag gaat naar aanschaf van wapens uit Israël. Protest tegen de genocide in Gaza en de universitaire banden met Israël hoort volgens deze auteurs dan ook bij het verzet tegen bezuinigingen.
Of de samenwerking standhoudt, moet blijken als de onderwijsuitgaven opnieuw ter discussie staan
Daar kon de brede coalitie tegen bezuinigingen het niet over eens worden. Het had een breekpunt kunnen zijn, tot in Nijmegen een spelregel werd vastgelegd op voorstel van hoogleraar economische geografie en AOb-hoofdbestuurder Arnoud Lagendijk: ‘De centrale boodschap die iedereen uitdraagt is ‘Stop de bezuinigingen’. Als beweging bepalen we niet vanuit welk perspectief die boodschap wordt gekaderd.’
Verbreding van de ideologische strijd is wel mogelijk, schrijft Douwe Dirk van der Zweep, dagelijks bestuurder AOb. Denk aan acties binnen de hele publieke sector, als waarschuwing tegen de gevaren van uiterst rechts voor de rechtsstaat en de democratie. ‘Mensen die politiek bewust zijn, zijn dat natuurlijk nooit op maar één onderwerp.’
Rode vierkantjes
De vakbonden erkennen de noodzaak om lokale organisatiekracht te omarmen, schrijft Lagendijk. Op de academische werkvloer begint organizing for power zoals gedefinieerd door Jane McAlevey, het ontstaan van een betrokken protestbeweging met machtsopbouw aan de basis. In zulke groepen zitten ook actievoerders die geen lid zijn. Dat schuurt al snel met de traditionele verenigingsdemocratie en de beroepsorganisatie van de bonden, waar organizing van de achterban nog aan het begin staat.
In het hoger onderwijs is slechts 15 procent van de werknemers lid van FNV of AOb. Actievoeren met de vakbond als voortrekker is daardoor ongewoon. Het hoger onderwijs was niet in beweging gekomen zonder WOinActie, de 0.7-beweging (tegen knevelcontracten), de studentenbonden en Organize the RUG (Groningen). Tegelijkertijd waren de praktische ervaring en de financiële middelen van de bonden van groot belang voor het maken en verspreiden van promotiemateriaal, inclusief een stortvloed aan op te spelden rode vierkantjes.
Hoofd in de schoot
Of deze samenwerking standhoudt, moet blijken als de onderwijsuitgaven opnieuw ter discussie staan tijdens de begrotingsdebatten, de verkiezingen en de formatie. Naast ideologische meningsverschillen hangt de kracht tegenover ‘Den Haag’ ook af van betrokkenheid van de instellingen. Bij algemeen verzet tegen overheidsbezuinigingen kunnen werknemers en bestuurders nog gezamenlijk optreden. Tegelijkertijd rekenen colleges van bestuur alvast de gevolgen uit voor hun instellingen. En dan leggen ze al snel het hoofd in de schoot. Voor de zekerheid worden via ‘zelfregie’ opleidingen geschrapt, gebouwen afgestoten en personeel ontslagen.
Er draait te veel om de economische waarde van het bedrijf universiteit, schrijft onderzoeker Rodrigo Fernandez van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen. De academische vrijheid lijdt onder vastgoedmanagement, accountancy en prestatie-indicatoren. De economisch gedreven universiteit is succesvol als de inkomsten en de waarde op de balans stijgen, maar de academische waarden raken zo buiten beeld en de academische autonomie wordt ondergraven.
Ook de vakbonden zien de gevaren van louter bedrijfsmatige besturing in het hoger onderwijs. Over een ander financieringsmodel valt momenteel niet te praten met de werkgevers, constateert Van der Zweep. Het gesprek met de academische gemeenschap ontbreekt, protesten van studenten en medewerkers tegen het universiteitsbeleid lopen vast in demonstratieprotocollen en huisregels. Het volgende strijdperk voor de actiecoalitie in het hoger onderwijs is daarmee afgetekend.
De publicatie ‘Hoger onderwijs in verzet’ is te lezen op de website van het wetenschappelijk bureau voor de vakbeweging