Leesachterstand van 3e-groepers uit coronatijd blijkt hardnekkig
De door corona veroorzaakte leervertraging in het basisonderwijs is vrijwel verdwenen. Met als negatieve uitzondering leerlingen die tijdens twee lange schoolsluitingen in groep 2 en groep 3 zaten. Wat is er aan de hand?
Tekst Bea Ros - Redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

Het goede nieuws is dat kinderen school nodig hebben om te leren. Beeld Nino Maissouradze
Tussen 16 maart en 11 mei 2020 waren de basisscholen wegens de coronapandemie gesloten. Daarna was er tussen 14 december 2020 en 8 februari 2021 een tweede scholensluiting en tussen 19 december 2021 en 10 januari 2022 de derde, relatief korte en minst ingrijpende sluiting. Vakanties niet meegeteld zaten leerlingen al met al zo’n zeventien weken minder op school. Dat leidde tot forse leervertraging in begrijpend lezen, rekenen en spelling, zoals de eerste rapportages van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) lieten zien.
Het goede nieuws is dat kinderen school nodig hebben om te leren. Het slechte nieuws is dat het tijd kost om achterstanden in te lopen. Pas vier jaar na dato zit de leergroei weer grotendeels op het niveau van voor corona, met nog een kleine, te verwaarlozen achterstand in spelling. Alleen groep 6 kampt nog met leervertragingen, viel te lezen in de Staat van het Onderwijs 2025, met een verwijzing naar het jongste NCO-onderzoek uit 2024.
Atypisch
De NCO-onderzoekers vergeleken scores uit het leerlingvolgsysteem van leerlingen uit groep 4 tot en met 8 uit schooljaar 2023-2024 met die van leeftijdsgenoten in de twee schooljaren voor corona (2017-2018 en 2018-2019). En in dit cohort 2023-2024 springen leerlingen uit groep 6* er als atypisch uit, bevestigt NCO-onderzoeker Lynn van Vugt. Ze hebben enige leervertraging in spelling en rekenen-wiskunde en een duidelijk grotere in begrijpend lezen. ‘Het gaat bij lezen om een standaarddeviatie van 0,11, dat is zo’n elf weken leervertraging.’
Trap niet in de valkuil om zwakke lezers makkelijke teksten te geven
De leerlingen uit groep 6 zaten tijdens de twee lange schoolsluitingen in groep 2 en groep 3. De NCO-factsheets bieden alleen cijfers en geen duidingen, maar desgevraagd heeft Van Vugt wel een suggestie. “In groep 2 bereiden leraren het leren lezen voor, met veel aandacht voor klanken en letters. En groep 3 is voor leren lezen het meest belangrijke jaar, als je dan zoveel lesweken mist, kan dat later tot problemen leiden.”

Onder leesonderzoekers is de leesdip in groep 6 een bekend begrip. Beeld Nino Maissouradze
Leesonderzoeker Martine Gijsel (Expertisecentrum Nederlands) bevestigt dit. “In groep 2 en zeker groep 3 wordt het belangrijk fundament gelegd voor het latere leesbegrip, namelijk technische leesvaardigheid, het leren decoderen van lettertekens naar klanken. In groep 3 gaat dat echt in rap tempo en daarbij is de rol van de leraar, met goede expliciete directe instructie, cruciaal.” Leesexpert Mirjam Snel vult aan: “Leerlingen hebben voor het leren accuraat decoderen alle aandacht nodig voor de techniek. Daarom gaan in het begin technisch en begrijpend lezen nog niet samen. Ik kan me voorstellen dat leerlingen door de lockdowns meer tijd nodig hadden om die techniek onder de knie te krijgen.”
Leesdip
En dat is nog maar een stukje van het verhaal, want naast technisch lezen zijn ook woordenschat en kennis van de wereld essentieel voor leesbegrip. “Dat bouwen leraren vanaf groep 1 op, door veel voorlezen en kennisoverdracht.” Ook dat verminderde sterk tijdens de lockdowns. “Niet alleen de scholen sloten, maar alles ging op slot. Kinderen zaten thuis en hun ervaringsbasis werd schraler, waardoor ze minder kansen kregen hun woordenschat en achtergrondkennis te verrijken”, aldus Gijsel.
En dat kan hen later opbreken. Onder leesonderzoekers is de zogeheten leesdip in groep 6 een bekend begrip. “Vanaf dat moment maakt leren lezen plaats voor lezen om te leren”, vertelt Gijsel. De leesteksten worden complexer en doen een groter beroep op een uitgebreide woordenschat en achtergrondkennis.
Nu hadden precorona-leerlingen natuurlijk net zo goed last van deze leesdip. Maar het kan wellicht mede verklaren waarom de leervertraging zich juist in groep 6 openbaart. Want in de voorgaande NCO-rapportage, over schooljaar 2022-2023, vertoonde dit leerlingencohort, toen nog in groep 5, nauwelijks leervertraging in lezen. Al heeft Van Vugt daar ook nog een andere mogelijke verklaring voor. “In dat schooljaar was er, met de NPO-gelden, nog veel aandacht voor de kernvakken en voor kwetsbare leerlingen, vanaf schooljaar 2023-2024 was alles weer normaal en verslapte die aandacht wellicht.”
Sleutels
Elf weken leervertraging, “dat kun je niet negeren”, aldus Van Vugt. “Daar moet je als leraar wel iets aan doen.” Leesonderzoekers zijn unaniem over wat daarvoor nodig is. Gijsel heeft dat zojuist met collega’s op een rijtje gezet in de NRO-leidraad Betekenisvol en functioneel taalonderwijs groep 3-8. “Kijk eerst kritisch naar je aanbod voor de hele groep en of dit voldoet aan de sleutels voor effectief leesonderwijs.” Die sleutels zijn onder meer betekenisvol leesonderwijs, werken met rijke teksten en veel praten en schrijven over wat je leest. “Uit leesonderzoek weten we dat de effecten van deze sleutels juist bij leerlingen met een achterstand het grootst zijn.”
Dezelfde ingrediënten zijn te vinden in de Kwaliteitswaaier Effectief onderwijs in begrijpend lezen die Snel samenstelde namens de Kennistafel Effectief Leesonderwijs. Net als Gijsel benadrukt ze dat je eerst moet werken aan goed leesonderwijs voor de héle groep - dus niet meteen of alleen kijken naar achterblijvers. Sterker, trap niet in de valkuil om zwakke lezers makkelijke teksten te geven. “Dan krijgen ze nooit de kans om hun achterstand in te halen en vergroot je de kloof tussen goede en zwakke lezers alleen maar.”
Verder is modelling essentieel. “Zet een nieuwe tekst op het digibord en vertel als leraar wat er in je hoofd gebeurt tijdens het lezen”, licht Snel toe. “Je stelt bijvoorbeeld hardop vragen over de tekst of vertelt hoe je de betekenis van een woord afleidt uit de context.” Met schrijfopdrachten kun je tekstbegrip verder bevorderen. “Zorg er daarbij voor dat leerlingen in de tekst moeten duiken om hun schrijfopdracht te kunnen voltooien”, vertelt Snel. “Na het lezen van twee teksten over bijvoorbeeld de voor- en nadelen van kernenergie laat je leerlingen een betoog schrijven waarin ze hun eigen standpunt over het thema beargumenteren.”
Gerichte ondersteuning
Naast goed leesonderwijs voor de hele groep kun je leerlingen die achterblijven gerichte aandacht geven. Daarvoor hoef je echt niet meteen een duur programma in te zetten, aldus Gijsel. Want ook hier biedt leesonderzoek duidelijke handvatten, zoals preteaching. Daarbij bereid je deze leerlingen voor op wat ze straks gaan lezen. “Je kunt ze bijvoorbeeld uitleg geven over de structuur van de tekst”, vertelt Snel. Gijsel vult aan: “Of laat ze een filmpje zien over het onderwerp van de tekst, zodat ze die straks beter begrijpen. Zo zorg je dat alle leerlingen qua kennis en woordenschat een gezamenlijk startpunt hebben.”
Verder hebben vooral zwakke lezers baat bij herhaling van leesstrategieën. “Leer die niet los aan, maar zet ze gericht en betekenisvol in”, aldus Gijsel. Ook hierbij is modeling weer belangrijk.
Omdat leesbegrip zo’n complex proces is, is het zaak na te gaan waar het bij een leerling precies mis gaat. “De standaardtoetsen geven daar vaak onvoldoende zicht op”, stelt Gijsel. “Dus kijk goed naar je leerlingen en laat ze bijvoorbeeld hardop vertellen hoe ze een tekst lezen en interpreteren. Dan ontdek je waar een leerling moeite mee heeft en kun je gerichte ondersteuning bieden.”
Snel en Gijsel zijn ervan overtuigd dat met deze aanpak de corona-achterstand ingelopen kan worden. Maar ze benadrukken ook dat dit vooral reguliere praktijk zou moeten worden. Ze zijn er dan ook blij mee dat ze sleutels voor effectief leesonderwijs ook terug te vinden zijn in de definitieve conceptkerndoelen voor Nederlands. “Alle partijen in het leesveld vertellen hetzelfde verhaal, zo weten scholen waar ze aan toe zijn”, zegt Snel. “Vanaf 2031 zal de inspectie daarop ook handhaven.” Tot die tijd proberen inspecteurs hierin vooral een stimulerende rol te spelen. Een van Snels taken is om haar collega-inspecteurs bij te scholen in wat effectief leesonderwijs behelst en waar ze straks bij schoolbezoeken op moeten letten.
*Deze kinderen zitten in het nieuwe, lopende schooljaar intussen in groep 8.