Externe trainers brengen klas in het gareel
Hoe krijg je een pittige klas in een positieve leerstand? Het Onderwijsblad keek mee op het Lekpoort College in Vianen, waar externe trainers leerlingen en docenten bijstaan. Grenzen en kaders zijn iets positiefs, stellen deze trainers, van stichting De weg van de held. “Kaders bieden ruimte.”
Tekst Joëlle Poortvliet - Redactie Onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen
Waar klassenmanagement normaal gesproken een randvoorwaarde is, is het in de bijeenkomsten van 'De weg van de held' hét onderwerp. Beeld: Rosa Snijders
“Goed zo, kauwgom uit. Ik zie dat alle tassen van tafel zijn. Positief jongens, er wordt hier goed geplust!” Steven Alberti is aan het woord. Gespierd, gebruind, voormalig defensiemedewerker en docent. Met een zachte, maar ook dwingende stem corrigeert hij de leerlingen. “Wat hadden we afgesproken? Eerst je hand opsteken voor je praat. Nee, ík ben nu aan het woord.”
Waar klassenmanagement normaal gesproken een randvoorwaarde is, is het in de bijeenkomsten van De weg van de held hét onderwerp. Hoe gedraag je je in een groep? Wat is ‘plus-gedrag’ en wat is ‘min-gedrag’?
Pittige klas
De weg van de held biedt specialistische begeleiding, bijvoorbeeld aan scholen die kampen met lastige klassen, maar ook in de jeugdzorg. Romy Bakker, een van twee mentoren, observeert terwijl trainers van deze stichting met de groep werken. Het is een pittige klas: tweede leerjaar, tl-havo, 27 leerlingen. Bakker: “Meteen de eerste dag al merkten we dat ze er geen zin in hadden.” Al snel werd het erger. Opdrachten werden niet opgevolgd, er werd door docenten heen gepraat.
Individuele coaching heeft sommige leerlingen waardevolle inzichten gegeven
Ook trainer Imre Roos van De weg van de held, herinnert zich zijn eerste indruk: “Het basisgedrag ontbrak. Er zitten een aantal leerlingen in deze klas die de norm zijn gaan bepalen. Die zelfs boven de docent staan, of denken te staan. Dat maakt lesgeven heel erg lastig.”
In de regio Utrecht was De weg van de held in het schooljaar 2024-2025 op zo’n twintig scholen actief, in het po en mbo, maar vooral op middelbare scholen. Daar “behandelen” ze de klas, begeleiden ze sommige leerlingen individueel en werken ze met het lerarenteam.

"Meteen de eerste dag al merkten we dat ze er geen zin in hadden.' Beeld Rosa Snijders
Doorgaans start zo’n traject, zo ook op het Lekpoort College in Vianen, met een analyse van de klas (zie ook het verhaal ‘Zo kneed je een groep’ op pagina 30). Welke leerlingen vallen op? Wat ervaren de docenten als lastig? De aanpak verschilt vervolgens per school. Trainers shoppen uit verschillende methodes en theorieën. Denk aan Rots en water, de Transformatieve school en groepsdynamisch werken.
Een rapport over gedrag in Nederlandse klaslokalen deed veel stof opwaaien
De meeste vakdocenten die vorig schooljaar lesgaven aan Bakkers klas hadden het moeilijk met haar groep. Op één na, vertelt ze. Deze uitzondering, een mannelijke docent die prima met haar klas overweg kon, stapte halverwege het schooljaar uit het onderwijs. “Hij had een soort natuurlijk overwicht, heel rustig, maar ook met humor. Heel jammer dat hij stopte als docent.”
Onrustig
Welkom in het voortgezet onderwijs anno 2025. Er zijn veel wisselingen, veel starters. En, als je de media moet geloven, zijn Nederlandse klassen sowieso onrustig. Michel Rem, directeur en oprichter van De weg van de held kan dat niet direct beamen. “Wat ik wel zie, breder in de maatschappij, is dat mensen grenzen of kaders zien als iets spannends, iets wat je niet moet willen en pas doet als er iets mis is.” Rem pleit voor een andere kijk op grenzen en kaders. “Dat het juist positief is, dat je daarmee ruimte creëert om te spelen.”
Terug naar het Lekpoort. Bakker en haar duo-mentor trokken al in oktober 2024, bij de eerste klassenbespreking, aan de bel. Ze vroegen De weg van de held aan. Het Lekpoort had de middelen, het zorgteam stond erachter, maar toch duurde het nog maanden voordat de trainers aan de slag konden. Ze waren volgeboekt.
De omstandigheden op veel middelbare scholen zijn zwaar, ziet trainer Roos. “Mentoren vinden het vaak lastig om het tij in zo’n klas te keren. Dat is begrijpelijk, want er zijn al patronen ontstaan. Het vraagt enorm veel van docenten om het leiderschap terug te pakken. En het lastige met pittige groepen is dat docenten het soms opgeven. Zo van: ik heb ze toch maar een uurtje in de week. Maar juist dan moet je als team schouder aan schouder gaan staan.”
Hier in Nederland kun je wat maken van je leven
Vast onderdeel van het De weg van de held-traject van 2f zijn fysieke groepsopdrachten. In de gymzaal tillen leerlingen samen een grote, dikke mat op waar een klasgenoot op zit. Eenmaal in de lucht - als de puber in kwestie het durft - mag hij zelfs even gaan staan.
Vooral de jongens zien er de lol wel van in. Trots staat een van hen balancerend op de mat. Alberti telt af en dan laat de groep gelijktijdig de mat los. Met een luide plof landt de mat, en de leerling, op de gymzaalvloer. Er klinkt gejuich. Roos is vooral druk met leerlingen erbij betrekken die niet mee willen doen. “Kom op, al doe je het maar met één hand. Ook jou hebben we nodig.”
Mentorles
Elkaar vertrouwen, meedoen, een positieve bijdrage leveren: daar stuurt het duo op aan. Eerder die ochtend, in het biologielokaal waar de mentorles plaatsvindt, laat Alberti een slide zien met de kinderrechten die wereldwijd zijn afgesproken. “Jullie ervaren dat misschien niet zo, maar je hebt als kind recht op onderwijs en geluk.”
Hij vervolgt: “Hier in Nederland kun je wat maken van je leven. Doe je je best op school, dan kun je een mooie opleiding kiezen en uiteindelijk een beroep dat je leuk vindt om te doen. Ga leren, ga je ontwikkelen, pak kansen.” Heel waardevol, vindt Bakker dat. “Die bewustwording dat naar school kunnen een voorrecht is.”
Intussen zit een meisje met donkerblond haar theatraal te zuchten. Ze zit vrij vooraan in de klas, met een viertal klasgenoten die naar eigen zeggen ‘het probleem niet zijn’, maar vooral last hebben van de ordeverstoorders. “Zij doen nu best braaf, maar dat is gewoon omdat ze willen dat deze training stopt. En dan gaan ze bij de gewone lessen weer door.”
Duidelijke verandering
Toch zien zowel de trainers als mentoren in de laatste periode een duidelijke verandering. Bakker laat vlak voor de vakantie weten: “Het gaat echt beter. Er is veel minder gedoe en er wordt beter gewerkt. De individuele coaching heeft sommige leerlingen waardevolle inzichten gegeven. Dat heeft effect op hun gedrag in de klas. We zijn laat gestart, maar het is fijn om het jaar met de groep positief af te kunnen sluiten.”
De dynamiek in een pittige klas veranderen, staat of valt met eenheid in de aanpak, weet oud-gymleraar Rem. Dat kan soms botsen met autonome karakter van het docentschap: “In de gesprekken met docenten gaan we op zoek naar hun passie voor het lesgeven en hun professionele houding. Hoe kunnen zij zich openen en zich lerend opstellen?” Daarin geldt voor docenten eigenlijk hetzelfde als voor leerlingen, is Rems ervaring. “Het moet veilig zijn en ook zij moeten begrensd én beloond worden.”
Beeld: Rosa Snijders
Voor de betreffende tl-havo-klas committeerden de Lekpoort-docenten zich aan uniforme afspraken. Bakker: “We werkten bijvoorbeeld met een timer aan het begin van de les. Leerlingen die na een minuut nog niet stil waren moesten die tijd later inhalen. Ook gaven we allemaal strafwerk aan leerlingen die door ons heen praatten. Ouders werden hiervan op de hoogte gesteld.”
Liefdevol begrenzen, helder begrenzen, aandachtig begrenzen: als je maar begrenst, aldus Rem. Hij gebruikt voetballen als metafoor. “Zonder speelveld, zonder scheidsrechter en zonder regels is het helemaal niet meer leuk. Je kunt dan niet je krachten meten, of beter worden in het spel.”
Zo ook binnen het onderwijs, bepleit Rem: “Kaders bieden ruimte. Ze zijn geen noodzakelijk kwaad, maar een essentieel onderdeel van plezier, veiligheid en verbinding.”
Orde houden
Dit voorjaar deed een rapport over gedrag in Nederlandse klaslokalen veel stof opwaaien. Trouw kopte ‘Nederlandse klas scoort wereldwijd slecht op discipline. Beleid is dringend nodig’ en de NOS: ‘Nederlandse klassen zijn rumoerig, terwijl rust leidt tot betere leerprestaties’.
Er volgden Kamervragen en demissionair staatsecretaris Mariëlle Paul zegde toe dat in het Herstelplan kwaliteit funderend onderwijs* meer aandacht komt ‘voor de pedagogische aspecten van het beroep’.
De berichtgeving deed scheikunde-docent Marion van Brederode de wenkbrauwen fronsen. Ze heeft een voorliefde voor data-analyse en dook in de openbare, onderliggende Pisa-data. Haar conclusie: “Je kunt geen gedragscrisis uitroepen op basis van een niet gereviewed rapport door een onderwijsinstelling die goed geld verdient aan het verkopen van verbetertrajecten op scholen.”
De betreffende commerciële onderwijsinstelling, het Nederlandse Academica University of Applied Sciences, bracht in haar rapport Pisa-leerling-reacties op stellingen over orde in de klas in verband met Pisa-rekenresultaten.
Van Brederode ging aan de slag met dezelfde gegevens. Haar analyse laat zien dat Nederland weliswaar 9e van onderen staat, in een lijst met 52 landen, maar dat er geen spectaculaire verschillen zijn tussen Nederlandse vo-leerlingen en buitenlandse leeftijdsgenoten als het gaat om hoe zij orde in de klas ervaren. Relaties met rekenresultaten komen bovendien net zo sterk tevoorschijn als je selecteert op andere zaken dan orde of discipline, zegt Brederode: “Denk aan hoe vaak leerlingen per week bewegen of hoeveel science-lessen er per week zijn.”
Over haar eigen klassenmanagement zegt Brederode: “Ik ben geen hoogvlieger waar het klasklimaat betreft, maar uiteindelijk krijg ik bijna alle leerlingen aan de slag met een goede, inhoudelijke les en slimme werkvormen. Ik vond het vooral een geruststelling om te lezen dat bijna overal leerlingen niet zomaar meteen stil zijn en aan het werk gaan. Wereldwijd zijn ze het verrassend eens over de mate van discipline die ze gemiddeld in de klas ervaren.”
*Bij het online plaatsen van dit Onderwijsblad was er nog geen Herstelplan. Het kabinet is demissionair en gesprekspartners, waaronder de AOb, hebben zich teruggetrokken uit de overleggen vanwege de onderwijsbezuinigingen, in het bijzonder op de Onderwijskansenregeling.
Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb