De lange werkweek van schoolbestuurder en politicus Theo Rietkerk
Hij is voorzitter van de Landstede Groep, een grote scholenkoepel. Als Eerste Kamerlid stemde hij vóór de onderwijsbegroting, inclusief meer dan een miljard aan bezuinigingen. Portret van Theo Rietkerk, CDA-prominent die trouw blijft aan kerk, club en partij.
Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 9 Minuten om te lezen
Typetank
Het is vijf uur woensdagmiddag en Theo Rietkerk (63) belt vanuit de auto op weg naar Scheveningen, waar het CDA die avond de verkiezingsuitslag viert. Als partijprominent kan Rietkerk zeker niet ontbreken. De afgelopen drie decennia is hij in verschillende politieke functies - Tweede Kamerlid, gedeputeerde, senator - actief binnen zijn partij. Het belooft een mooie uitslag te worden en hij verheugt zich op de avond.
Reden voor het telefoontje: het Onderwijsblad is bezig met een artikel en heeft hem daags ervoor benaderd voor een gesprek. Daar wil hij eerst wat meer over weten, maar uiteindelijk stemt hij in. “Ik wil niet dat zo’n artikel een eigen leven gaat leiden of dat mensen denken dat ik zelf de pers heb opgezocht.”
Onze Theo
Achteraf kun je zeggen: zonder zijn knieblessure was Theo Rietkerk niet al zo jong in de landelijke politiek beland. Begin jaren negentig - Rietkerk was eind twintig en werkte als ambtenaar op het provinciehuis in Overijssel - speelde hij in het eerste van Go-Ahead Kampen. Zijn leven stond sinds jaar en dag in het teken van voetbal. Hij had zijn heao-opleiding zo uitgekozen dat die in het trainingsschema paste. Maar een gescheurde kruisband maakte abrupt een einde aan zijn voetbalcarrière. De voorzitter van de club - een lokale CDA’er - opperde: Waarom word je niet lid van de partij en ga je wat in de politiek doen?
Zo ontkiemde een nieuwe loot in een politieke familie. Rietkerks vader Jan was leraar op een gereformeerde mavo en mede-oprichter van de Reformatorische Politieke Federatie (RPF, later opgegaan in de ChristenUnie). Hij was gemeenteraadslid, wethouder, Statenlid, en later burgemeester van Genemuiden. Rietkerks oom Koos was vanaf eind jaren zestig tot begin jaren tachtig Tweede Kamerlid voor de VVD, fractieleider, minister en staatssecretaris. Toen Rietkerk in 1998 zijn opwachting maakte in de Tweede Kamer stelde fractieleider Jaap de Hoop Scheffer hem voor aan VVD-leider Frits Bolkestein. “Hier hebben we onze Theo.” “Ja, Theo van onze Koos”, reageerde Bolkestein.
Het jachtige bestaan in de Tweede Kamer lag Rietkerk niet erg
Het jachtige bestaan in de Tweede Kamer lag Rietkerk niet erg. Toen er in 2003 vanuit de CDA-fractie van de Provinciale Staten in Overijssel een ‘klemmend en indringend’ beroep op hem werd gedaan om gedeputeerde te worden, hoefde hij daar niet lang over na te denken. Hij keerde terug naar zijn vertrouwde provinciehuis, deze keer als bestuurder. Ver van de Haagse waan van de dag en dichtbij zijn gezin met vier jonge kinderen.
(Het artikel gaat verder onder de illustratie.)
Typetank
Trouwe hond
Meer bestuurder dan politicus, is een van de typeringen die hem kenmerken. Iemand die met iedereen door een deur kan, een bruggenbouwer en netwerker. Punctueel en een pietje-precies. Iemand die graag knopen doorhakt, maar ook iemand die graag delegeert en veel aan stafhoofden overlaat. Een trouwe hond, noemde hij zichzelf eens: trouw aan zijn partij, de kerk en de club. Hij is lid van de Nederlands Gereformeerde kerk. Hij bezoekt de dienst eens in de paar zondagen fysiek, en sluit anders wel online aan; de diensten worden - heel modern - gestreamd via Youtube.
Met zijn levensbeschouwelijke oriëntatie behoort Rietkerk tot de meer behoudende vleugel binnen het CDA, de partij die hij steunt door dik en dun. De genadeloze nederlaag bij de verkiezingen in 2023 kwam hard aan, maar hij zwichtte niet voor de verleiding om over te stappen naar Nieuw Sociaal Contract, zoals sommige partijgenoten wel deden. Afgelopen mei doneerde hij nog 1335 euro aan de partijkas, zo blijkt uit het landelijke giftenregister. Trouw is hij ook aan de Kampense voetbalvereniging waar hij in zijn jonge jaren op het veld stond; hij dient de club sinds 2014 als voorzitter.
Afgelopen mei doneerde hij nog 1335 euro aan de partijkas
Dat jaar verruilt Rietkerk het provinciehuis voor het bestuurskantoor van de Landstede Groep, waar hij voorzitter wordt van een grote vo- en mbo-scholenkoepel met locaties in onder meer Overijssel en Gelderland. Op zijn afscheidsreceptie als gedeputeerde vraagt een verslaggever van RTV Oost of hij ooit nog terugkeert in de politiek. “Zeg nooit nooit”, antwoordt Rietkerk diplomatiek. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en vijf jaar later stelt hij zich verkiesbaar voor de Eerste Kamer. Het meer bedaagde werk in de senaat bevalt hem wel en hij neemt er gaandeweg meer taken bij: voorzitter van de OCW-commissie, ondervoorzitter van een andere commissie. Binnen de partij zijn de lijnen kort, ook met de Tweede Kamer. Bij overleg met Tweede Kamer-fractieleider Henri Bontenbal schuift Rietkerk aan als onderwijs of andere onderwerpen uit zijn portefeuille op de agenda staan, naar eigen zeggen in een adviserende rol.
Een sleutelpositie kreeg het CDA afgelopen jaar rond de behandeling van de onderwijsbegroting. De partij had een aandeel in het verlagen van de bezuinigingen, nadat het kabinet steun zocht bij de oppositie om een meerderheid in de Eerste Kamer zeker te stellen. Ruim 900 miljoen aan maatregelen ging uiteindelijk van tafel, maar een meerderheid ging wel akkoord met zo’n 1,3 miljard aan resterende bezuinigingen. Zo wordt de prijsinflatie voor onderwijsinstellingen maar voor de helft gecompenseerd, leveren gemeenten in op het budget om onderwijsachterstanden te bestrijden en gaat het mes in de startersbeurzen in het hoger onderwijs. Deze erfenis van het demissionaire kabinet-Schoof is door de Eerste Kamer gekomen met steun van het CDA, inclusief Rietkerk.
Politieke afwegingen
Om twaalf uur stipt, twee weken na de verkiezingsavond, zit Theo Rietkerk klaar in zijn werkkamer bij de Landstede Groep om uitleg te geven. Onderwijsbestuurder en senator: hoe verhouden de verschillende petten zich tot elkaar? Hij neemt een aanloopje met een uiteenzetting over de groei van het overheidsbudget voor onderwijs, licht zijn taakopvatting als senator toe, onderstreept welke bezuinigingen dankzij het CDA van tafel zijn gegaan, en gaat na enig aandringen alsnog in op de huidige bezuinigingen. “Als onderwijsbestuurder heb je daar last van en wil je dat liever niet, laat dat helder zijn.”
Zo gaat er een streep door het regionaal investeringsfonds, bedoeld om de aansluiting van mbo-scholen op de arbeidsmarkt te verbeteren. “Die bezuiniging, daar ben ik als onderwijsbestuurder in het mbo niet voor. Als onderwijsbestuurder zeg je: je wilt zoveel mogelijk middelen voor het onderwijs, voor de studenten en leerlingen, de medewerkers en de kwaliteit van het onderwijs. Maar in mijn rol als Eerste Kamerlid kijk ik naar de uitvoerbaarheid en rechtmatigheid van voorstellen. De politieke afwegingen over het geld worden in de Tweede Kamer gemaakt, niet in de Eerste Kamer.”
De politieke afwegingen over het geld worden in de Tweede Kamer gemaakt, niet in de Eerste Kamer
Bij de rechtmatigheid van de bezuiniging op de startersbeurzen stelden bestuurskundigen juist grote vraagtekens. Rietkerk erkende tijdens het senaatsdebat dat het vertrouwen in de overheid een deuk had opgelopen, maar vond de maatregel wel verdedigbaar - onder meer vanwege een overgangstermijn van drie maanden. Hij verwierp de suggestie dat hij partijpolitiek zou bedrijven. “Als je als CDA het woord rechtmatigheid hier ooit nog in de mond wilt nemen...”, foeterde D66-senator Paul van Meenen getergd.
In de wandelgangen bij netwerkbijeenkomsten van onderwijsbestuurders gaat het ook wel eens over zijn rol als CDAsenator. Rietkerk: “Er zijn eigenlijk twee smaken. Er zijn mensen die zeggen: blij dat het CDA de poot stijf heeft gehouden waardoor er veel minder wordt bezuinigd. En er zijn mensen met name in het hoger onderwijs waar de bezuinigingen meer voelbaar zijn die me wel eens aanspreken in mijn rol van politicus.”
(Het artikel gaat verder onder de illustratie.)
Typetank
Haagse agenda
De vraag die ook aan de orde komt, is hoe Rietkerk alle ballen in de lucht houdt. De dinsdag staat in het teken van zijn parttime functie als Eerste Kamerlid (standaard honorarium: 37.000 euro bruto, exclusief onkostenvergoeding). Daarnaast is hij voorzitter van de tweekoppige raad van commissarissen van het Overijsselse infrabedrijf Roelofs Groep (vergoeding: 55.000 euro bruto voor de hele raad, aldus jaarverslagen die het Onderwijsblad inzag). Het gaat volgens hem om vijf vergaderingen van de raad van commissarissen en een strategiesessie per jaar, plus op verzoek deelname aan ‘netwerkbijeenkomsten en klankbordmomenten’ voor aandeelhouders en directie.
Verder hij is voorzitter van Go-Ahead Kampen (onbezoldigd): een bestuursvergadering op maandagavond eens in de drie weken, op zaterdagmiddagen is hij rond de velden te vinden. Soms fietsen er nog andere vrijwillige klussen tussendoor: in 2021 was hij vicevoorzitter van een partijcommissie die de Tweede Kamerverkiezingen evalueerde, na de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 werd hij door het CDA in Hardenberg gevraagd als formateur, afgelopen jaar was hij voor CDA Kampen betrokken bij het samenstellen van de kandidatenlijst voor de komende gemeenteraadsverkiezingen.
Rietkerk doet het allemaal naast zijn fulltime baan als Landstede-voorzitter, met een bezoldiging van 227.932 euro
Rietkerk doet het allemaal naast zijn fulltime baan als Landstede-voorzitter, met een bezoldiging van 227.932 euro in 2024 (inclusief onkostenvergoeding en pensioenpremie) volgens de opgave van de Wet normering topinkomens. Daarmee blijft hij vijfduizend euro onder het wettelijk maximum in de publieke sector. Wie de jaarverslagen van de verschillende schoolstichtingen naast elkaar legt, ziet dat deze optellen tot een aanstellingsomvang van 1,15 fte. Rietkerk benadrukt dat hij “tussen de 45 en 55 uur per week” voor Landstede maakt en dat zijn contractafspraken met de raad van toezicht passen binnen de bestaande branche- en bestuurscodes.
Maar hoe valt dat te combineren met zijn senatorschap? Het tijdsbeslag van die functie bedraagt gemiddeld “tussen de 8 en 12 uur per week”, over een heel jaar gerekend. “Er zijn ook blokken met vakanties. Daarin werk ik vast vooruit, en ook in het weekend ben ik daar nog wel een aantal uren mee bezig. Het Eerste Kamer-werk is heel goed te plannen.”
Dinsdag
Op dinsdag rijdt Rietkerk op en neer naar Den Haag. “Ik vertrek om kwart over zes, voor de files, en ben rond achten in Den Haag. Dan heb ik nog een paar Teams-overleggen voor Landstede. Vanaf kwart voor elf dompel ik me onder in de Haagse agenda. Als er geen avondvergadering is, rij ik om zeven uur terug. Is die er wel, dan rij ik in de nacht terug. Mijn dag heeft ongeveer 18 werkuren, ik heb vrij veel tijd en energie om dingen te doen. Ik heb ook een talent om zaken te delen, ik ben van het gespreid leiderschap.” Rietkerk prijst ook zijn secretariële ondersteuning. “Mijn secretariaat is heel belangrijk voor mij. Ik doe veel telefoontjes onderweg, die plant zij allemaal in. Ik kan heel effectief mijn tijd besteden.”
En wat als er een beroep op hem wordt gedaan door het CDA om een rol te spelen in een volgend kabinet, waaraan zijn partij vrijwel zeker zal deelnemen? “Mijn antwoord”, reageert Rietkerk diplomatiek: “Dat is niet aan de orde.”
Theo Rietkerk
Afbeelding: Landstede Groep
Geboren: 18 oktober 1962, Goes
1975-1981: Atheneum Johannes Calvijn Lyceum in Kampen
1981-1984: Christelijke HEAO, Zwolle
1990-1996: Open Universiteit, staats- en bestuursrecht
1985-1998: Medewerker Provincie Overijssel
1998-2003: Lid Tweede Kamer CDA
2003-2014: Lid Gedeputeerde Staten Overijssel
2014-heden: Voorzitter college van bestuur Landstede Groep
2019-heden: Lid Eerste Kamer CDA