Academische vrijheid onder druk
Deze zomer oordeelde de hoogste rechter dat de Rijksuniversiteit Groningen universitair docent Susanne Täuber haar mocht ontslaan na een kritische publicatie. Is de academische vrijheid van individuele wetenschappers nog wel beschermd?
Tekst Yvonne van de Meent - redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen
                            
                            Je delft als werknemer snel het onderspit als de arbeidsrelatie is verstoord. Beeld: Wim Stevenhagen
De academische vrijheid staat onder druk. In de Verenigde Staten, het land waar de vrijheid van meningsuiting van oudsher maximaal is beschermd, draait de president de geldkraan dicht van universiteiten die volgens hem woke onderzoek doen en studentenprotesten tegen de genocide in Gaza toestaan.
Nederland presteert ondergemiddeld op de academische vrijheidsmonitor
Ook in Europa is de situatie zorgelijk. Politieke inmenging, censuur en cancelcultuur belemmeren de vrijheid van onderwijs en onderzoek, blijkt uit de academische vrijheidsmonitor van het Europese Parlement. Nederland presteert ondergemiddeld op die ranglijst en daalt bovendien.
Politiek draagt bij aan druk
De KNA heeft de bedreigingen van de academische vrijheid dit voorjaar nader geanalyseerd. Daaruit blijkt dat wetenschappers die zich mengen in het maatschappelijk debat steeds vaker te maken hebben met intimidatie, haat en bedreigingen. Maar ook de politiek draagt bij aan de druk op de academische vrijheid, stelt de KNAW. Door de forse overheidsbezuinigingen is er bijvoorbeeld steeds minder ruimte voor ongebonden, door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek. Wetenschappers zijn voor financiering steeds meer aangewezen op opdrachten van overheden en bedrijven, wat risico’s voor de onafhankelijkheid oplevert.
Tegendraadse docenten worden niet bevorderd
Het gevaar komt niet alleen van buiten. Ook besturen van universiteiten bedreigen de academische vrijheid, waarschuwt Rob van Gestel, hoogleraar wetgevingsvraagstukken bij de Universiteit Tilburg. Tegendraadse docenten worden niet bevorderd, hun cursussen worden opgeheven of ze worden overgeplaatst. In het ergste geval worden zij zelfs ontslagen omdat de arbeidsrelatie ernstig verstoord is.
Het meest recente voorbeeld daarvan is Susanne Täuber, onderzoeker op het gebied van gendergelijkheid en sociale veiligheid, die intimidatie en machtsmisbruik aan universiteiten aan de kaak stelt. Zij werd in 2023 ontslagen door de Rijksuniversiteit Groningen, mede vanwege een kritische wetenschappelijke publicatie.
Scholen komen er te makkelijk mee weg om kritische medewerkers te dumpen
Haar zaak lijkt op die van roc-docent Paula van Manen die de invoering van gepersonaliseerd onderwijs bij haar opleiding op de korrel nam in Wanneer krijgen we weer les? Zij werd vlak na de publicatie van dit boek in 2019 geschorst en een jaar later ontslagen, maar kreeg in 2023 volledig eerherstel. Haar ontslag was een ontoelaatbare inperking van de vrijheid van meningsuiting, oordeelde het gerechtshof in Den Bosch nadat de Hoge Raad al een streep had gezet door het vonnis van de lagere rechters die het ontslag wel toestonden. “Een mooie uitspraak voor alle onderwijsgevenden”, reageerde Van Manen in het Onderwijsblad. “Scholen komen er te makkelijk mee weg om kritische medewerkers te dumpen onder het mom van een verstoorde arbeidsrelatie.”
Genderkloof in de wetenschap
Voor Susanne Täuber liep het minder goed af. Begin juli wees de Hoge Raad haar beroep op de vrijheid van meningsuiting af. Täuber was deelnemer aan het Rosalind Franklin-programma dat getalenteerde vrouwelijke wetenschappers de kans biedt in vijf jaar op te klimmen naar een hoogleraarspositie. Ze publiceerde in 2019 een essay in een gerespecteerd wetenschappelijk tijdschrift waarin zij op grond van haar eigen ervaringen betoogde dat programma’s die zijn opgezet om de genderkloof in de wetenschap te dichten, juist discriminatie in de hand werken.
Misbruik van invloed
In het essay stelde ze dat Nederlandse hoogleraren hun invloed gebruiken om mannelijke protegés hogerop te helpen in de verwachting dat zij later kunnen rekenen op hun loyaliteit als ze zelf steun nodig hebben. Misbruik van invloed die in andere landen als onrechtmatig en corrupt wordt beschouwd, schreef Täuber. Het essay was tegen het zere been van haar collega’s. Haar leidinggevende stuurde - mede namens andere hoogleraren - een e-mail naar alle leden van de vakgroep waarin hij het artikel ‘ongepast en beschadigend’ noemde. De decaan van de faculteit beklaagde zich bij de redactie van het tijdschrift over de plaatsing van het artikel dat door de verwijtende toonzetting de collegiale verhoudingen beschadigde.
Een wetenschapper op het matje roepen vanwege kritische uitspraken op tv, wordt ontoelaatbaar geacht
De Hoge Raad stelde deze zomer vast dat het publiceren van het essay onder de vrijheid van meningsuiting valt die door artikel 10 van het Europees verdrag van de rechten van de mens wordt beschermd. De academische vrijheid hangt nauw samen met de vrijheid van meningsuiting en geeft wetenschappers veel ruimte kritiek te uiten op de instelling of het systeem waarin zij werkzaam zijn, blijkt uit uitspraken van het Europese hof. Een wetenschapper op het matje roepen vanwege kritische uitspraken op tv, wordt al ontoelaatbaar geacht.
Wetenschappelijke tegenwerking
Toch beschouwt de Hoge Raad het ontslag van Susanne Täuber niet als inmenging in de academische vrijheid. Täuber had voor publicatie al een hoogoplopend conflict over een bevordering die haar ten onrechte onthouden zou zijn. Ze beschuldigde haar leidinggevende daarbij van scientific harassment, letterlijk wetenschappelijke tegenwerking, en seksisme. De werkverhoudingen waren dus al voor de publicatie flink verzuurd. Het essay heeft bijgedragen aan verdere escalatie maar was niet de hoofdoorzaak van de verstoorde arbeidsrelatie, oordeelde de Hoge Raad. Daarom blijft Täubers ontslag in stand.
“Het past een vakbond niet het oordeel van de hoogste rechter te kritiseren”, stelt Donald Pechler, sectorbestuurder WO&O bij de AOb. Maar hij vindt de uitspraak wel teleurstellend. “Wij hebben ons achter Susanne Täuber opgesteld omdat de academische vrijheid in geding was. Dat sneeuwt nu onder omdat het conflict over het essay volgens de rechter geen causaal verband heeft met het ontslag. Maar de reacties op haar essay waren wel degelijk een ingreep in de academische vrijheid.”
Een kleine reprimande kan collega’s al ontmoedigen gebruik te maken van hun uitingsvrijheid
Hoogleraar Rob van Gestel durft te stellen dat de Hoge Raad zich er makkelijk vanaf heeft gemaakt. “Door de vaststelling dat het essay van Täuber niet de hoofdoorzaak was van haar ontslag, bleef de vraag of er sprake is van inmenging in de vrijheid van meningsuiting buiten beschouwing. De ingreep in de academische vrijheid komt helemaal niet aan bod. Terwijl de jurisprudentie van het Europese hof sterk de nadruk legt op het chilling effect van sancties. Een kleine reprimande kan collega’s volgens het hof al ontmoedigen gebruik te maken van hun uitingsvrijheid en dat weegt zwaar.”
Docenten zijn vrij om te publiceren wat ze willen
De academische vrijheid is door de zaak Täuber een slag toegebracht, maar dat maakt de ‘mooie uitspraak voor alle onderwijsgevenden’ die Paula van Manen afdwong niet minder waardevol. “Dat een docent recht heeft op de vrijheid van meningsuiting staat nog steeds als een huis”, stelt Van Manens advocaat Wouter Pors. “Docenten zijn vrij om te publiceren wat ze willen, ook als hun werkgever dat niet prettig vindt. Alleen moet wel duidelijk zijn dat er geen sprake is van arbeidsconflict.”
Meestal is er sprake van een kluwen van conflicten
Bij Paula van Manen was dat glashelder. “Alle commotie begon met de publicatie van haar boek”, stelt wetgevingsjurist en zelfstandig onderzoeker Job Buiting. “Zonder dat boek zou ze niet zijn ontslagen. De zaak Täuber is veel complexer en zeker niet uniek”, weet de jurist die vorig jaar promoveerde op onderwijsrecht. “In mijn proefschrift komt een aantal vergelijkbare zaken aan de orde en meestal is er sprake van een kluwen van conflicten.”
Je delft als werknemer snel het onderspit als de arbeidsrelatie is verstoord
Daarom zal het in de praktijk lastig zijn om aan te tonen dat een onwelgevallige uiting de hoofdoorzaak is van de verstoorde arbeidsrelatie. “De Hoge Raad heeft de lat erg hoog gelegd”, vindt Buiting. “Je delft als werknemer daardoor snel het onderspit als de arbeidsrelatie is verstoord. Dat zorgt ervoor dat wetenschappers wel twee keer nadenken voor ze een kritische uitspraak doen. Dat noemt het Europese Hof een chilling effect en dat doet zich door deze uitspraak zeker voor.”
Geen overbodige luxe
Rob van Gestel zit op dezelfde lijn. “Deze uitspraak verzwakt de rechtspositie van docenten die een beroep doen op de vrijheid van meningsuiting of de academische vrijheid. Volgens mij kun je in een situatie als die van Susanne Täuber nooit aantonen dat je niet ontslagen was als je geen kritisch essay had gepubliceerd.” Een betere wettelijke bescherming van de academische vrijheid is geen overbodige luxe, concludeert de hoogleraar.
Het gaat om een gedragsverandering
Buiting ziet daarvoor weinig juridische mogelijkheden. “De vrijheid van meningsuiting en de academische vrijheid worden al beschermd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het is aan instellingsbesturen om zich daarnaar te gedragen. Zij moeten zich onthouden van bemoeienis met publicaties. Dat vraagt om terughoudendheid, om meer tolerantie. Bestuurders moeten meer incasseren. Het gaat dus om een gedragsverandering en die is moeilijk juridisch afdwingbaar.”
Susanne Täubers advocaat Stefan Sagel, heeft op LinkedIn aangekondigd dat zij een klacht indient bij het Europese Hof in Straatsburg. Omdat die zaak nog onder de rechter is, reageren zij niet op de uitspraak van de Hoge Raad.