Algemeen

Zonder griepgolf komt het water al tot de lippen

Vier van de tien scholen voor basis- en voortgezet onderwijs hadden bij de start van het schooljaar al last van de tekorten. In het speciaal onderwijs heeft twee derde een gebrek aan vast personeel of vervangers.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

ttlerarentekort-bij-stuk-robert

Beeld: Typetank

Dat blijkt uit een peiling *De peiling over het lerarentekort werd afgenomen in de derde week van september. In totaal deden 3681 leden uit het basisonderwijs mee, 482 werken in het speciaal basisonderwijs, 1750 in het voortgezet onderwijs en 296 in het voortgezet speciaal onderwijs. eind september onder 6200 AOb-leden.

‘Mijn school kan geen Duits meer geven in de bovenbouw. Mijn kind in het basisonderwijs heeft een onbevoegde lerares voor de klas, naar een bevoegde wordt niet meer gezocht. Mijn kind in onderbouw gymnasium heeft voor vijf vakken een onbevoegde docent voor de klas, drie daarvan zijn in opleiding gegaan.’ Met deze opsomming beschrijft een docent voortgezet onderwijs de start van het schooljaar.

Naar huis sturen

Natuurlijk zijn er ook scholen die -nog- geen last van het lerarentekort hebben, maar dit jaar startten veel scholen meteen met problemen. In de eerste weken van het nieuwe schooljaar heeft al 17 procent van de basisscholen leerlingen naar huis gestuurd. In het speciaal onderwijs ligt dat percentage stukken hoger, rond de 30. ‘En dan moet de eerste griepgolf nog komen’, wordt vaak opgeschreven bij de open antwoorden.

Lerarentekort start schooljaar

Openstaande vacatures Geen vervangers
Basisonderwijs 19% 38%
Speciaal basisonderwijs 41% 58%
Voortgezet onderwijs 25% 21%
Voortgezet speciaal onderwijs 47% 55%

Assistent voor de klas

Veel scholen zetten ook assistenten of stagiairs noodgedwongen voor de klas zonder verdere ondersteuning. Vooral in het speciaal onderwijs gebeurt dat met assistenten: 40 tot 50 procent van de scholen doet dat. In het basis- en voortgezet onderwijs is de inzet van assistenten lager, maar laat één op de vijf stagiairs klassen overnemen. ‘Het is treurig dat er geen of onvoldoende belang wordt gehecht aan de kwaliteit van het onderwijs’, is een veel voorkomende klacht. ‘Het kabinet voert een struisvogelbeleid en steekt de kop in het zand voor de problemen.’

Het is treurig dat er onvoldoende belang wordt gehecht aan de kwaliteit van het onderwijs

Verder rapporteren de geënquêteerden vollere klassen, het samenvoegen van groepen, uitval van lessen en het schrappen van vakken. Het betekent voor het personeel dat er nog wel is dat zij veel meer taken oppakken dan in hun baan past, dat varieert van 21 procent in het voortgezet onderwijs tot 43 procent in het voortgezet speciaal onderwijs. ‘Ik werk me elke week de pleuris, veel te veel overuren omdat ik collega’s mis en je het toch goed wilt doen’, schrijft één van de geënquêteerden. Een leraar voortgezet onderwijs signaleert dat veel van zijn collega’s zich afvragen of ze wel in het onderwijs zullen blijven. ‘Oververmoeidheid, burn-out en een uittocht van ervaren docenten naar andere sectoren ligt op de loer.’

‘Ik werk me elke week de pleuris omdat ik collega’s mis’

Wat valt er naast de huidige noodoplossingen eigenlijk te doen aan dat onvermijdelijke lerarentekort? De suggesties die de laatste maanden de ronde doen binnen en buiten de politiek worden nauwelijks gepruimd. Leerlingen pas met vijf jaar naar school laten gaan, kan in het basisonderwijs op vrijwel geen steun rekenen. Ook een vierdaagse schoolweek vindt geen genade. Videolessen op afstand wijst het voortgezet onderwijs af, net als het schrappen van vakken.

Meest gebruikte maatregelen

Naar huis Assistent voor de klas Stagiair voor de klas
Basisonderwijs 17% 27% 20%
Speciaal basisonderwijs 29% 50% 14%
Voortgezet onderwijs 19% 15% 21%
Voortgezet speciaal onderwijs 33% 42% 18%

Fulltime werken

Minder negatief zijn de ondervraagden over het stimuleren van fulltime werken. Daar houden voorstanders, tegenstanders en mensen die er neutraal tegenover staan, elkaar min of meer in evenwicht. Datzelfde geldt voor een Randstad-bonus. Het enige waar een meerderheid voor te vinden is, is een landelijke imagocampagne voor het beroep van leraar.