Algemeen

WRR: ‘Werken in het onderwijs is intensief en betaalt slecht’

Werken in het onderwijs wordt steeds zwaarder en de lonen zijn er relatief laag. De overheid moet dit werk daarom anders gaan ‘waarderen, organiseren en financieren’. Dat stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in zijn recente rapport 'Het betere werk'. ‘De overheid zou als grote werkgever het goede voorbeeld moeten geven in haar personeelsbeleid - practice what you preach’.

Tekst Rob Voorwinden - redactie het onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

48092168818_331766671e_o

Werken in het onderwijs wordt steeds intensiever, signaleert de WRR. ‘Een leerkracht in het basisonderwijs staat nog steeds hetzelfde aantal uren voor de klas, maar heeft er veel taken bij gekregen. Zoals administratie, het omgaan met heel veel verschillende kinderen en, niet te vergeten, de steeds mondiger wordende ouders.’

Ook hebben leerkrachten, net als bijvoorbeeld werknemers in de zorg of bij de politie, weinig mogelijkheden hun werk zelf in te richten. ‘En te weinig grip op het werk houdt deels verband met het toenemende aantal burn-outklachten’, stelt de WRR.

Om kwart over vijf doet juf Marijke haar computer uit. Aan meer dan de helft van haar to-do-lijstje is ze niet toegekomen

Het rapport gaat over banen in Nederland in de brede zin van het woord, maar geeft ook een inkijkje in het dagelijks werk van enkele beroepsbeoefenaren - van een accountant tot leerkracht ‘Marijke’.

Zout

‘Differentiëren en maatwerk zijn de toverwoorden in de klas’, meldt het relaas over Marijke. ‘Met 29 koppies die haar aankijken, is dat topsport.’ Om de ontwikkeling van de kinderen te volgen, worden ze regelmatig getoetst. De scores houden alleen geen rekening met de omstandigheden van het individuele kind. ‘Daarom neemt Marijke de uitkomsten met een korrel zout’, schrijft de WRR. ‘Maar de toetsen nemen een flinke hap uit de onderwijstijd en zorgen voor veel administratie: alles moet worden genoteerd in digitale volgsystemen. Deels doet Marijke dit thuis.’

Autonomie

En dan is er de afgelopen jaren ook nog ‘passend onderwijs’ bij gekomen. ‘Het vak is flink aan het veranderen. Om leerlingen met al hun verschillen te laten presteren, is coördinatie en afstemming nodig. Lesgeven wordt steeds meer teamwerk en dat betekent verlies van autonomie van de leerkracht.’

Het is half zes als Marijke de school uitstapt, tien uur nadat ze er binnen ging

‘Om kwart over vijf doet Marijke haar computer uit’, besluit de WRR het relaas, ‘en checkt haar to-do-lijstje van vandaag. Aan meer dan de helft is ze niet toegekomen. Vanavond gaat ze thuis haar e-mails doen. Het is half zes als ze de school uitstapt, tien uur nadat ze er binnen ging.’

Ziekteverzuim

Het resultaat van de zwaarte en indeling van het werk is dat leerkrachten, van alle beroepsbeoefenaren, het hoogste scoren op werkdruk. ‘Het ziekteverzuim is 50 procent hoger dan het gemiddelde over alle beroepen’, aldus de WRR.

Het is volgens de WRR dan ook niet gek dat veel leerkrachten in deeltijd werken. ‘Deeltijdwerk, indien zelfgekozen, kan bescherming bieden tegen de intensivering van werk.’ In het basisonderwijs is één van de redenen voor deeltijdwerk dat het leraarschap te veeleisend is voor een voltijdbaan.

Lonen

De conclusie van de WRR is dat een aantal publieke beroepen, waaronder het onderwijs, te kampen hebben met de combinatie van ‘relatief lage lonen, verregaande intensivering van het werk en vermindering van de autonomie op het werk.’ Daarom zou dit werk anders moeten worden ‘gewaardeerd, georganiseerd en gefinancierd’. ‘De overheid zou als grote werkgever het goede voorbeeld moeten geven in haar personeelsbeleid - practice what you preach’.