Algemeen

Wet moet klassen op basisscholen verkleinen

De partijen SP en D66 willen direct een einde aan monsterklassen met 30 of meer leerlingen. Bovendien moet de gemiddelde groepsgrootte uiteindelijk naar 23 leerlingen per schoolvestiging. De partijen dienden gisteren een initiatiefwet in bij de Tweede Kamer om dit te bereiken. AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen is tevreden.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

In de toelichting schrijven de partijen dat de ‘excessen van zeer grote klassen’ in het basisonderwijs met de wet direct worden aangepakt. Een op de elf leerlingen zit in een klas met 30 of meer leerlingen. Volgens de SP en D66 zorgt dit voor een grote werkdruk en is het nadelig voor de leerlingen. Die worden minder actief betrokken bij de lessen.

SP en D66 stellen in de wet voor klassen met 30 leerlingen of meer voortaan te verbieden.

Daarnaast willen de partijen binnen zes jaar komen tot een gemiddelde groepsgrootte van 23 leerlingen per schoolvestiging.

SP-leider Emile Roemer zegt: ‘Een kleinere klas is beter voor kinderen. Meer aandacht leidt tot betere prestaties en is beter voor de docent vanwege de lagere werkdruk.’ Alexander Pechtold, voorman van D66, zegt dat investeren in kleine klassen een investering in de toekomst is.

Definitie

De twee partijen schrijven in hun toelichting ook dat ze een betere definitie willen van de leraar-leerlingratio, het aantal leerlingen per leraar. Die moet alleen gaan over de leraar die daadwerkelijk voor de klas staat en niet over collega’s in andere functies, zoals klassenassistenten en conciërges. Alleen dan kun je de klassengrootte goed monitoren.

AOb-voorzitter Verheggen is heel blij met de wet omdat het precies is wat de AOb al eerder voorstelde. “Eindelijk worden er stappen gezet”, zegt Verheggen. “D66 en SP hebben heel goed werk geleverd. De wet is heel concreet en ook ons idee om een gemiddelde groepsgrootte per school in te stellen, staat erin. Daarmee kun je maatwerk aan de docenten overlaten. Onze boodschap is aangekomen. Dit is heel goed voor de leerlingen en het personeel.”

Doordat in de wet de gemiddelde groepsgrootte op 23 leerlingen per school wordt gezet, heb je bovendien een goede rekeneenheid, vindt Verheggen. “Je kunt het gebruiken om inzichtelijk te maken wat het lerarentekort is.”