Algemeen

‘Werkdruk verlagen in voortgezet onderwijs heeft prioriteit’

Wanneer er geen cao voortgezet onderwijs komt, roept de VO-raad de scholen op om zelf de lonen te verhogen. AOb-hoofdbestuurder Henrik de Moel is verrast door het plan. “Wij hebben wél de ambitie om de sector gezond en aantrekkelijk te maken. Dan gaat het én om salaris én om het aanpakken van de werkdruk. Op dat laatste punt weigert de VO-raad al maandenlang afspraken te maken.”

Tekst Webredactie - - 2 Minuten om te lezen

vuisten

Beeld: Pixabay

Sinds oktober zijn de bonden en de VO-raad in gesprek over een nieuwe cao. Dat gaat heel langzaam, zo langzaam dat de vakbonden eind vorige maand de gesprekken hebben afgebroken. Donderdag riep de AOb daarom de leden in een nieuwsbrief op om acties voor te bereiden. De eerste actie is op 29 maart bij het congres van de VO-raad in Nieuwegein. Daarnaast riep de AOb onderwijspersoneel op om de hashtag: #VOonderdruk te gebruiken om te laten weten dat er iets aan de werkdruk gedaan moet worden.

Burn-out

Dat er iets moet gebeuren illustreert De Moel met cijfers. Eén op de drie jonge collega's die begint met werken op een middelbare school stopt er binnen vijf jaar mee. Een kwart van het personeel in het voortgezet onderwijs kampt met klachten van burn-out. “Echt voor onze leden is werkdrukverlaging prioriteit nummer één, daar moeten we afspraken over gaan maken.”

Vandaag riep de VO-raad de bonden op om de gesprekken weer te hervatten. Komt er geen cao, zo zei werkgeversvoorzitter Paul Rosenmöller, dan roept de raad middelbare scholen op om zelf een loonsverhoging van 2,35 procent uit te betalen vanaf 1 juni. “Blijkbaar is de VO-raad toch een beetje zenuwachtig geworden van de actieplannen”, aldus De Moel.

“Echt voor onze leden is werkdrukverlaging prioriteit nummer één, daar moeten we afspraken over gaan maken”, zegt AOb-hoofdbestuurder Henrik de Moel

Truc

Rosenmöller vindt de eisen van de AOb en andere bonden als het om werkdruk gaat ‘onrealistisch’. De AOb wil dat docenten maximaal 20 lesuren per week voor de klas staan en het loon moet met 3,5 procent omhoog. AOb-onderhandelaar Henrik de Moel vindt de actie van de VO-raad een truc die afhankelijk is van de ‘goodwill’ van schoolbesturen. De VO-raad kan scholen wel oproepen om het loon te verhogen, maar dat is geen verplichting. De ene school kan dat doen, maar de andere niet. “Een cao-afspraak zorgt er voor dat alle personeel ook recht heeft op een loonsverhoging.”

De Moel zegt dat de bonden een visie hebben wat er in de sector moet gebeuren. “Voor ons is werkdrukverlaging belangrijk. Dat willen we bereiken door een vermindering van het aantal lesuren. Ja, dat kost veel geld, maar we zouden graag willen dat de VO-raad aansluit bij deze ambitie. Er zijn al scholen die het goed geregeld hebben en minder lesuren programmeren dan andere. Bovendien moet het loon met 3,5 procent omhoog. Dat is rechtvaardig, zeker omdat er vorig jaar geen structurele loonsverhoging is geweest. Dat de VO-raad dit onrealistisch noemt, is jammer.”