Algemeen

Waarom het onderwijs miljarden nodig heeft

Overbodige acties, want het onderwijs krijgt al zo veel geld extra. Dat is de constante boodschap van het kabinet Rutte III aan onderwijspersoneel. Maar is dat terecht? Nee. De onderwijsuitgaven per deelnemer dalen, wat Nederland overheeft voor onderwijs ten opzichte van de welvaart bevestigt dat beeld.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

verrekijker-naar-geld

Beeld: Typetank

‘Het onderwijs is de sector die er deze kabinetsperiode het meeste bij krijgt’, is de reactie van het ministerie van Onderwijs op de actie-aankondiging van AOb en FNV Onderwijs en Onderzoek. Het is een verhaal dat het kabinet Rutte III al vanaf de start volhoudt. Maar is dat genoeg om alle opgelopen achterstanden in te lopen? Staat dat positief of negatief in verhouding tot de inflatie of economische groei?

In het rapport 'Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden' van juli 2018 vindt de Onderwijsraad in elk geval dat het ministerie de zaken te rooskleurig voorstelt. ‘Volgens de jaarverslagen van het ministerie zijn de uitgaven per deelnemer de laatste jaren in alle onderwijssectoren gestegen. Die stijging is het grootst in het funderend onderwijs, waar juist de grootste geluiden klinken over ontoereikende middelen. Als we kijken naar de uitgaven per deelnemer zoals berekend door het CBS zien we voor het primair en voortgezet onderwijs echter geen stijging in de rijksbijdragen per leerling en lijkt geen sprake te zijn van algeheel stijgende uitgaven door de overheid.’

Andere conclusies

Voor de Onderwijsraad was het reden om zelf aan het rekenen te slaan en de raad komt op basis daarvan tot hele andere conclusies. ‘Alleen voor het middelbaar beroepsonderwijs zien we een consistente stijging over tijd. De andere sectoren laten een stabiele of zelfs (licht) dalende trend zien over de afgelopen jaren.’ Kijken we naar de exacte cijfers, dan is het beeld wat de AOb betreft zelfs somberder te noemen.

Uitgaven per deelnemer 2009 2016 Absoluut 2016-2009 % 2009-2016
Primair onderwijs 7.443 7.130 -313 -4%
Voortgezet onderwijs 10.731 10.273 -458 -4%
Middelbaar beroepsonderwijs 12.795 13.413 618 5%
Hoger beroepsonderwijs 12.295 11.702 -593 -5%
Wetenschappelijk onderwijs 30.100 27.731 -2.369 -8%

Bron: Onderwijsraad 2018

Met uitzondering van het mbo is er in alle onderwijssectoren een flinke daling tussen 2009 en 2016 per deelnemer. Het gaat -gecorrigeerd voor inflatie- om een daling van 4 tot 8 procent in de meeste sectoren. De reden daarvoor kennen we ook: in vrijwel die hele periode gold voor de salarissen in het onderwijs de nullijn. Samen met alle eerdere ingrepen in de salarissen is het onderwijspersoneel in twintig jaar rond de 4,7 miljard euro misgelopen, zo blijkt uit het rapport 'Evaluatie referentiemodel' van het ministerie van Binnenlandse Zaken uit juli 2017.

En al gaat het om cijfers achter de komma, het gaat om grote bedragen

Welvaart

Maar dat beeld gaat over de periode tot deze huidige coalitie aantrad. Recentere betrouwbare cijfers per deelnemer zijn er niet, maar wel cijfers over wat Nederland overheeft voor onderwijs ten opzichte van onze welvaart, het bruto binnenlands product (bbp). Cijfers die ook de internationale economische denktank Oeso gebruikt. We pakken daarvoor de meerjarige kerncijfers van het Centraal Plan Bureau (CPB) over de afgelopen tien jaar.

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
% onderwijs ten opzichte van het bruto binnenlands product (bbp) 5,5 5,5 5,4 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 5,2 5,1 5*

Bron: CPB kerncijfers en MEV 2019

De CPB-cijfers ondersteunen het beeld dat de Onderwijsraad voor een kortere periode beschrijft: als land hebben we steeds minder over voor onderwijs. En al gaat het om cijfers achter de komma, het gaat om grote bedragen. 0,1 procent minder voor onderwijs, betekent 700 miljoen euro minder. Een half procent minder in tien jaar is dus 3,5 miljard euro minder.

Onvoldoende

Het CPB is bovendien weinig optimistisch over 2019 en ziet in de Meerjarig Economische Verkenning voor 2019 ondanks de investering van dit kabinet in onderwijs, het aandeel onderwijs ten opzichte van de welvaart verder dalen. Onderwijs krijgt er in 2018 dan misschien in absolute getallen het meeste bij, maar in verhouding is dat onvoldoende om de onderwijsuitgaven op peil te houden.