Algemeen

Veertigurige werkweek vereist omslag in denken

De veertigurige werkweek in het primair onderwijs draait een jaar na invoering op veel scholen nog niet goed, signaleert de AOb. Wat gaat er mis en wat kun je eraan doen.

Tekst Jaan van Aken - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

Op veel scholen maken leraren nog te veel uren sinds de invoering van de veertigurige werkweek. Besturen en directeuren leggen het model en de taken en uren nog te dwingend op, merken AOb-bestuurders José Muijres en Anton Bodegraven. “Leerkrachten willen of moeten te veel werk doen in te weinig tijd. Ze kunnen taken moeilijk afstoten in het belang van kinderen. Besturen redeneren soms: zolang ze niet piepen, laten we het zo”, weet Muijres.

Bodegraven hoort van leraren dat ze het werk niet in veertig uur kunnen doen. “Dat is verkeerd om redeneren: je moet zoveel taken inplannen dat het in veertig uur past. De veertigurige werkweek is geen tovermiddel dat de werkdruk oplost, maar wel een manier om werkdruk inzichtelijk te maken en te beperken.”

Tip: Ga in gesprek en maak keuzes.

“Bespreek de werkdruk en maak keuzes welke taken je als school wel en niet kunt doen. De uitkomst is wellicht dat je sommige zaken overdraagt aan ouders en dat je niet meer alles kunt doen”, zegt Bodegraven.

Opslagfactor

Scholen die werken met het overlegmodel horen met alle teamleden afzonderlijk afspraken te maken over de verdeling van lesuren en andere taken. Bij het overlegmodel hoort de opslagfactor, die bedraagt in overleg 35 tot 45 procent extra tijd bovenop de lesuren voor lesvoorbereiding en nakijken. Muijres ziet dat leidinggevenden regelmatig te veel taken onder de opslagfactor scharen. “Als je van elke taak een kwartiertje afhaalt, kan het op papier kloppen, terwijl het in de praktijk wringt”, zegt ze. Bodegraven vult aan: “Het is belangrijk dat het team en leidinggevenden goede afspraken maken over taken die onder de opslagfactor vallen.” Sommige scholen gebruiken computerprogramma’s als Taakbeleid van Cupella om het jaarrooster en de jaartaak te bepalen. De uitkomsten worden vaak als voldongen feit aan werknemers opgelegd, Cupella’s wil is wet. “Ook hier gebeurt het dat werkgevers getallen invoeren om op papier alles kloppend te maken, terwijl ze niet naar de feitelijke werkzaamheden in een week kijken”, merkt Bodegraven.

Tip: De PMR heeft instemmingsrecht bij de keuze voor het overlegmodel of het basismodel, de opslagfactor en welke taken daaronder vallen.

Verplicht op school

Een aantal werkgevers heeft de veertigurige werkweek aangegrepen om leraren te verplichten elke dag acht uur op school aanwezig te zijn. Dat moet volgens de cao, is hun onjuiste motivatie. Nergens in de cao staat dat leraren alle uren op school moeten zijn. Muijres spreekt daarom bij voorkeur van het veertigurige takenpakket. “Als je uitgaat van taken is het niet zo relevant wanneer en waar je die doet. Een werkweek van maandag en dinsdag negen uur, woensdag zes en donderdag en vrijdag acht uur is ook veertig uur. En incidenteel een week meer dan veertig uur werken kan ook, als dat een andere week maar gecompenseerd wordt.”

Tip: Overwerk mag je compenseren tussen twee vakanties in.

Vakantie kwijt

Een veelgehoorde klacht is dat leerkrachten vakantie kwijt zijn geraakt door de nieuwe cao. De werktijd voor een fulltime baan is echter niet veranderd: 1659 uur per jaar. “Vroeger stond in de cao dat leerkrachten vrij waren als de kinderen dat waren. Dat kwam neer op werkweken van 42,5 uur. Met de veertigurige werkweek bouwen leerkrachten nu 428 uur per jaar vakantieverlof op, zo’n 10,7 weken”, legt Bodegraven uit.

Hoe moet het wel? Schoolbestuur RENN4 voor speciaal onderwijs in Friesland, Groningen en Drenthe werkt al zo'n tien jaar met de veertigurige werkweek. En dat bevalt goed. Lees meer in het artikel hieronder uit Onderwijsblad 13 waarom het zo goed werkt. Download: Veertigurige werkweek vereist andere manier van denken