Algemeen

Vacatures te over: lerarentekort meest nijpend in basisonderwijs

Elk nadeel heeft zijn voordeel. Het lerarentekort is rampzalig én biedt kansen voor starters en mensen die van school of sector willen wisselen. Alleen is de sector met het grootste tekort het primair onderwijs niet erg populair.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

ja-wil-meer-uren-werken-2

Beeld: Typetank

Honderden en nog eens honderden onderwijsbanen tellen de vacaturesites. Op Meesterbaan bestaat de helft van de banen voor leraren basisonderwijs uit vacatures in en rond Amsterdam. De plek waar het lerarentekort nu het hardst toeslaat. Maar dat is pas het begin: bijna heel Nederland krijgt te maken met openstaande vacatures, tot en met de regio Maastricht en Zeeland aan toe.

In het voortgezet onderwijs zit het iets anders in elkaar, daar zitten de gaten bij het bekende rijtje vakken: natuurkunde, scheikunde, wiskunde, Duits en klassieke talen. Dat tekort biedt ook kansen. Voor starters, herintreders en voor al die mensen die nu al in het onderwijs werken.

Wie naar een andere school of zelfs naar een andere onderwijssector wil overstappen, kan die stap wagen. Banen genoeg. De kans is groot dat je met open armen wordt ontvangen. Schooldirecties zullen deeltijders die meer willen werken graag uitbreiding geven. En ben je na het pensioen bereid om deels door te werken, dan heb je het voor het uitkiezen. Maar gaat dat allemaal genoeg helpen?

Loopbaanwensen

In de AOb-ledenenquête van begin februari zaten een aantal vragen over de loopbaanwensen van leraren. Om te beginnen vroegen we of deeltijders meer uren willen gaan werken, als er op hun school een tekort is. In het basisonderwijs -de sector met het grootste tekort- is die bereidheid het kleinst. Bijna driekwart peinst er niet over, iets meer dan een kwart wil zijn baan wel uitbreiden. In het voortgezet onderwijs en mbo ligt dat veel hoger, vier op de tien voelt daar wel voor.

Oplossing

De voltijdsbonus wordt genoemd als oplossing voor het tekort. Wie fulltime gaat werken, krijgt beter betaald. Een financiële prikkel zou mensen kunnen verleiden, maar het kan simpelweg niet. Gelijk werk moet gelijk betaald, en een fulltimer een hoger uurloon geven, houdt vast geen stand als iemand dat bij de rechter laat toetsen.

Los daarvan is het de vraag of leraren langer willen werken. De deeltijdbaan heeft soms te maken met zorgtaken, maar is vaak ook een zelfgekozen oplossing voor de hoge werkdruk.
Misschien willen de ouderen dan de gaten in de formatie van de school opvullen. Wel met pensioen, maar na het behalen van de aow-leeftijd nog een deeltijdbaan. Slechts een kleine groep wil dat, en opnieuw scoort het primair onderwijs het slechtst.

Overstappen

En willen mensen misschien van onderwijssector wisselen? Na jaren in het mbo werken, een kleutergroep of juist op een hogeschool? Eén op de zes wil dat best, maar die cijfers liggen per sector heel verschillend. Hbo’ers zijn het meest honkvast: slechts 10 procent wil de overstap maken. In het primair onderwijs ligt dat twee keer zo hoog. Oftewel: één op de vijf denkt erover om de sector te verlaten. Het piekt na ongeveer tien jaar werken in het basisonderwijs, dan wil meer dan één op de vier de sector verlaten.

Van de groep die graag overstapt, gaat een derde het liefst naar het voortgezet onderwijs of wil als zzp’er aan de slag, ook een begeleidingsdienst wordt genoemd. Omgekeerd is vanuit de andere sectoren juist weinig behoefte om in het basis- of speciaal onderwijs te gaan werken. Niet zo vreemd, want dat is door de lagere salarissen daar financieel een flinke stap terug.

De overstap van po naar po is bijvoorbeeld van bao naar so, en van hbo naar hbo naar een andere studierichting binnen een hogeschool

Zorgenkind

Salaris en werkdruk zijn volgens de deelnemers aan de enquête soms een belemmering. Maar vooral een dure studie die nodig is om de juiste bevoegdheid te halen in een andere sector, schrikt leraren af. ‘Ik kan van mijn salaris de opleiding die erbij hoort niet betalen.’ Aarzeling is er ook om een vaste baan in te ruilen voor een tijdelijk contract bij de start van een carrière in een andere sector. ‘Een vaste aanstelling kwijtraken is een groot risico’, schrijft een van de potentiële overstappers daarover.

Kijken we naar alle loopbaanopties, dan blijft het primair onderwijs het grootste zorgenkind. In die sector willen de minste deeltijders meer uren werken en is een volmondig ja bij doorwerken na de aow-gerechtigde leeftijd het laagst. Daarbovenop komt dat van de ervaren 35-plussers meer dan een kwart de sector uit wil, terwijl de overstap naar het po maar mondjesmaat voorkomt. En dat allemaal terwijl het lerarentekort daar nu al het grootste is.