PO
VO

Systeem duwt thuiszitters in de hoek

Meer dan 15 duizend kinderen zitten thuis en dat aantal groeit nog steeds. D66 wil het leerrecht voor deze kinderen waarborgen door de wet aan te passen, maar niet iedereen is overtuigd van het nut van deze oplossing.

Tekst Daniëlla van 't Erve - Redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

thuiszitter4-kopie%e2%95%a0eren

Beeld: Typetank

De impact op kinderen die vastlopen in het onderwijs is enorm. “Ze worden in hun kern geraakt”, vertelt docent Marjon Velsink van het Mondriaan College in Oss. Samen met collega Melanie Philips schreef ze het boek De achterkant van het onderwijs waarin ze vooral thuiszitters zelf aan het woord laten. “Ze voelen zich afgewezen, ze vereenzamen en raken depressief, dat maakt elk verhaal zo heftig. Bij alle jongeren die we interviewden is er een moment geweest dat ze eruit wilden stappen.”

Ontsnappingsroute

Ondanks alle maatregelen is het aantal thuiszitters niet gedaald, al lopen de cijfers uiteen. Het ministerie houdt het op zo’n 5 duizend kinderen dat thuiszit, terwijl oudervereniging Balans op meer dan 15 duizend komt, waarvan ruim 6 duizend kinderen een vrijstelling hebben op grond van artikel 5a van de Leerplichtwet. Alleen kinderen die volgens een arts psychisch of lichamelijk niet geschikt zijn om onderwijs te volgen, komen hiervoor in aanmerking.

Opvallend is dat sinds de invoering van passend onderwijs dit aantal vrijstellingen fors is gestegen, met 35 procent. Balans noemt het een ‘ontsnappingsroute’: als een school geen passend onderwijs kan bieden, biedt ontheffing van de leerplicht namelijk een uitweg. Het ontslaat scholen van hun zorgplicht, en het geeft ouders de ruimte voor alternatieve oplossingen. Met het persoonsgebonden budget vanuit de gemeente kunnen zij voor hun kind de nodige zorg en ondersteuning inkopen.

Het is natuurlijk idioot dat ouders vrijstelling van de leerplicht moeten aanvragen om passend onderwijs te krijgen

Er zijn veel voorzieningen waar kinderen die niet naar school kunnen, tot ontwikkeling kunnen komen. “Maar het is natuurlijk idioot dat ouders vrijstelling van de leerplicht moeten aanvragen om passend onderwijs te krijgen”, vertelt Esther de Bruijn, directeur van Stichting Liz, waaronder vier ‘Samen naar school’-klassen in Nijmegen vallen. Nederland telt 35 van deze speciale klassen die kinderen met een meervoudige beperking een plek bieden op een reguliere school.

Teleurstellend

Vorig jaar keurde de Tweede Kamer een motie goed om direct werk te maken van het erkennen van de Samen naar school-klas als officieel onderwijsprogramma. Goed nieuws, volgens De Bruijn, alleen is het nog steeds niet geregeld. Sterker, er zijn volgens het ministerie eerst nieuwe pilots nodig.

De Bruijn: “Heel teleurstellend, omdat we afhankelijk blijven van de goodwill van een samenwerkingsverband. In ons geval krijgen we niets en dat betekent dat ouders het zorgbudget moeten inzetten. We hebben orthopedagogen in dienst, werken met leerlijnen en kind-volgsystemen. Het is een en al onderwijs wat we doen, maar omdat we officieel geen onderwijsinstelling zijn, mag er geen onderwijsgeld naar toe.”

Omdat we officieel geen onderwijsinstelling zijn, mag er geen onderwijsgeld naar toe

Leerplicht is nu schoolplicht, maar onderwijs op een school is niet voor ieder kind geschikt, zegt Jolan Rohde Luchtmeijer van de Onderwijsaffaire, een belangengroep van ouders die net als de ouders in de toeslagenaffaire al jarenlang het gevoel heeft klem te zitten in het systeem, met financiële en psychologische schade tot gevolg. De belangengroep strijdt voor een wettelijk geborgd leerrecht voor elk kind en compensatie voor de geleden schade.

Zelf heeft Rohde Luchtmeijer twee kinderen voor wie het traditionele onderwijssysteem niet past. “Het allerergst vind ik dat kinderen een trauma oplopen omdat ze niet serieus genomen worden. Pas toen mijn oudste begin groep 7 een suïcidepoging deed, werd hij getest. Hij is hoogbegaafd en bleek al jaren onder te presteren.”

Leerrecht

Om het leerrecht te waarborgen, wil D66 de wet aanpassen. In het initiatiefwetsvoorstel staat kortgezegd dat bij dreigende uitval van kinderen die ‘in staat zijn om zich te ontwikkelen’ een jeugdarts moet zorgen dat zij het onderwijs krijgen dat hen past. Vrijstellingen zijn voor deze kinderen niet langer toegestaan. Tijdens de internetconsulatie noemden betrokkenen grote bezwaren.

Zo verhoogt het voorstel volgens deelnemers de drempel voor vrijstelling, terwijl onduidelijk is hoe kinderen onderwijs op maat kunnen krijgen op een locatie die voor hen geschikt is. De verantwoordelijkheid komt meer bij scholen te liggen, terwijl die nu al vaak de mogelijkheden missen om passend onderwijs te bieden. “Ik zie wel de goede intentie, maar het voorstel is nog veel te vaag”, concludeert Jolan Rohde Luchtmeijer. “Want waar halen scholen de informatie en middelen vandaan om tot een oplossing te komen?”

Passend onderwijs is volgens haar mogelijk als ouders, kinderen en professionals een gelijkwaardige stem krijgen. “Er kan wettelijk gezien al best veel, maar alles loopt vast op het moment dat een school het niet aandurft. Als we ophouden elk kind door dezelfde mal te duwen, zijn vrijstellingen niet meer nodig.”

Als we ophouden elk kind door dezelfde mal te duwen, zijn vrijstellingen niet meer nodig

Met de tips en alternatieve oplossingen in hun boek hopen docenten Marjon Velsink en Melanie Philips alle betrokkenen een handvat te bieden. “Als mentor probeer je alles te doen om een leerling op school te houden, maar je loopt al snel tegen grenzen aan. Ik ben ervan overtuigd dat het anders kan.”

Medeauteur Melanie Philips: “Op school dendert de trein door. Als een leerling thuis komt te zitten, kunnen we hem misschien nog bijspijkeren en helpen als de problematiek niet te erg is, maar anders kunnen we niet zoveel doen. Dat maakt het nu heel frustrerend.”

Op school dendert de trein door

“Er is weliswaar veel mogelijk, maar zolang onderwijs en zorg gescheiden werelden blijven, verandert er niets wezenlijks”, zegt Carry Roozemond, directeur van Ingrado, de brancheorganisatie voor leerplicht en voortijdig schoolverlaten.

Ze had gehoopt het nog mee te maken voor haar pensionering volgend jaar: een wet die voor elk kind het recht op onderwijs en ontwikkeling waarborgt. “Maar met een aanpassing van de oude Leerplichtwet zijn we er niet. Het aantal vrijstellingen zal dalen, omdat er een escape-route wordt gesloten, maar daarmee krijgen kinderen nog niet het aanbod dat ze nodig hebben.”

Pure winst

Een nieuwe wet, waarin onderwijs en zorg gecombineerd worden, is volgens Roozemond alleen mogelijk als het lukt de Tweede Kamer te overtuigen. “Onderwijs op maat hoeft niet meer geld te kosten. Een kind dat niet de kans krijgt om zich te ontwikkelen, zal de samenleving minstens 20.000 euro per jaar kosten aan uitkering en begeleiding. Dus als je durft te investeren in een toekomstperspectief is dat pure winst voor iedereen.”

Als we de grondwet willen aanpassen, zijn we zo tien jaar verder, reageert Paul van Meenen van D66. “We hebben dus bewust voor deze weg gekozen, zodat we zo snel mogelijk kinderen het recht op onderwijs en ontwikkeling kunnen bieden. Die ontwikkeling moet ook op een andere plek kunnen plaatsvinden dan op school. Daar mag geen misverstand over bestaan.”

Als alle reacties op het wetsvoorstel verwerkt zijn, zal de definitieve versie naar de Raad van State gaan. “Vrijstelling onder 5a mag geen ontsnappingsroute meer zijn”, benadrukt Van Meenen. “Door de wet aan te passen, blijven we samen verantwoordelijk voor alle kinderen die tot ontwikkeling in staat zijn.”

 

Dit is een ingekorte versie van het gelijknamige artikel uit het Onderwijsblad van juli. Als lid van de AOb ontvang je het Onderwijsblad elke maand. Ook lid worden? Meld je hier aan.