Algemeen

Slob: 'Gemeente moet langs bij leerling die thuis geen les volgt'

Als leerlingen niet verschijnen tijdens online lessen of wanneer het niet lukt om contact met hen te krijgen, moeten scholen contact opnemen met het bureau Leerplicht in hun gemeente. ‘Scholen zijn de ogen en oren van de gemeenten’, schrijft onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.

Tekst karen hagen - redactie onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

deurbel

Beeld: pixabay

Normaal zien docenten hun leerlingen elke dag in de klas. Met het coronavirus is daar nu geen sprake van waardoor sommige leerlingen ‘van de radar’ verdwijnen. Slob kondigt daarom in zijn brief verschillende acties aan om deze leerlingen wel weer te bereiken en ziet een belangrijke rol weggelegd voor de gemeenten.

Docenten die geen contact krijgen met een leerling en al van alles hebben ondernomen, kunnen contact opnemen met bureau Leerplicht in de gemeente, zo bevestigt Deborah Jongejan, woordvoerder van Slob per mail. ‘Op basis van deze melding en in overleg met betrokken partijen wordt bepaald wie het beste aan de deur kan komen bij de leerling. Dit kan bijvoorbeeld de leerplichtambtenaar zijn, maar ook een jeugd-of gezinscoach of iemand van het wijkteam.’ Dit is afgestemd met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Zij hebben dit met alle gemeentes gedeeld’, schrijft de woordvoerder. 'Het is de bedoeling dat deze route overal wordt gevolgd.’

Het is de bedoeling dat deze route overal wordt gevolgd

Niet anders

VNG-woordvoerder Sonja van der Graaf laat weten dat de situatie eigenlijk niet enorm is veranderd, omdat scholen normaal ook contact leggen met de gemeente als een leerling de lessen niet volgt. “Scholen moeten dat vooral blijven doen.”

Veel leerkrachten en scholen doen er eerst zelf ook alles aan om contact te krijgen met hun leerlingen. Dat merken ze ook bij Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren. “Vaak is er in de school al een structuur met een zorgcoördinator om de leerplicht te handhaven”, zegt Carry Roozemond directeur-bestuurder van Ingrado. “Via het register in DUO geven scholen het aan als een leerling er niet is, de gemeente krijgt dan een melding. Dan is het de vraag: hoe pakken we het aan, dat kan op verschillende manieren en uitlopen op een deurbezoek van de leerplichtambtenaren. Onze vereniging heeft inmiddels trainingen voor deurgesprekken.”

Ondersteunen

De stad Den Haag is een van de steden die al aardig op stoom is. Ze gingen er hier direct mee aan de slag toen de scholen dicht gingen. “Niet om te handhaven, maar om te kijken wat er op dat moment nodig is”, zegt een woordvoerder van de Haagse onderwijswethouder Hilbert Bredemeijer. “In sommige gevallen gaan we zelfs langs de deuren. Dat kan ook met iemand van school, een gezinscoach of de wijkagent, vanuit de gedachte om leerlingen te ondersteunen en te kijken wat er nodig is om ze erbij te halen.”

Nu gaan ze op pad, soms kan dat ook met een wijkagent zijn, vanuit de gedachte om leerlingen te ondersteunen en te kijken wat er nodig is om ze erbij te halen

In Den Haag komt het bureau Leerplicht in actie als het de scholen in het po, vo en mbo niet meer lukt om contact te krijgen. “Wij hebben bijvoorbeeld brieven in vijf talen gemaakt en gaan desnoods zelf langs de deur om te kijken welke hulp nodig is.” De woordvoerder laat weten dat in de stad Den Haag van de bijna 80 duizend kinderen op dit moment 203 leerlingen buiten beeld zijn.

Het hoofd van Regionaal Bureau Leerplicht Holland Rijnland Senne Janssen kan bevestigen dat het contact opnemen door leerplichtorganisaties zin heeft. “Het contact tussen school en leerling herstelt soms verrassend snel na een telefoontje van één van onze consulenten. Soms zijn ouders juist heel blij dat we bellen. Die vinden het zelf namelijk ook lastig om hun pubers aan het werk te zetten”, zegt Janssen. “Na de oproep van Slob doen we ook fysieke bezoeken als het ons niet lukt om leerlingen of ouders telefonisch te bereiken”.

In de eerste week waren scholen bezig met het online lessen opzetten, nu merken ze bij het bureau dat de meldingen toenemen. Janssen: “Het gaat tot nu toe om enkele tientallen meldingen.” Vooral de communicatie is van belang. “Er zijn vaak meerdere partijen bij betrokken en het gaat om verschillende typen kinderen. Daarnaast is het in elke regio anders.”

Peiling

In een peiling van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) geeft 78 procent van de scholen aan dat ze iedere leerling inmiddels in beeld hebben. Op 22 procent van de scholen zijn er gemiddeld vier kinderen buiten beeld geraakt. De peiling is door 968 schoolleiders uit het primair en voortgezet onderwijs ingevuld en vandaag gepubliceerd.

83 procent van de schoolleiders geeft daarnaast aan dat er een goede samenwerking is tussen de gemeenten om de noodopvang te regelen. In zijn brief aan de Kamer schreef Slob vorige week dat met de monitoring van kinderen in kwetsbare posities ‘wordt gestart en dat gemeenten die al een start hebben gemaakt met de begeleiding, veelal maatwerkoplossingen bieden.’ Ook kiezen scholen er in sommige gevallen voor om deze kinderen op school op te vangen. ‘Het gaat om een enkele leerling tot circa vijftien per school’, aldus de minister.