Algemeen

Schoolbesturen wringen invallers uit

Ondanks het lerarentekort is er onderwijspersoneel dat al jarenlang werkt als invaller, zonder uitzicht op die felbegeerde vaste baan. Wie rond 2010 afstudeerde en nog steeds ‘flext’, raakt ontmoedigd of haakt af. “Onvoorstelbaar dat ik in deze tijd geen normale baan voor de klas kan krijgen.”

Tekst Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 8 Minuten om te lezen

worst_960_2

Beeld: Typetank

Een gatenkaas-cv. Een vlekje. Of, zoals invaller Renske omschrijft: “Waarschijnlijk ben ik niet jong, hip en flexibel genoeg meer. Ik word door jongere collega's links en rechts ingehaald omdat directeuren nu een ‘fris’ team willen.” Renske is 34.
Het Onderwijsblad verzamelde verhalen en reacties van dertig groepsleerkrachten en ondersteuners die al jaren op tijdelijke contracten werken. Op Facebook reageert iemand: ‘Laten we elkaar recht in de ogen kijken: wie na tien jaar geen aanstelling krijgt, ontbreekt het wellicht aan vaardigheden.’ Toch is dat niet het beeld dat uit de interviews naar voren komt. De gemene deler is beter samen te vatten in de woorden: slecht werkgeverschap.

Ik ben een leerkracht in hart en nieren, maar geen dagoppas

Settelen

Zo’n vierhonderd scholen heeft Kees in zeven jaar invallen van binnen gezien. Aan het eind van de zomer krijgt hij weer een invalcontract, voor drie dagen in de week op een school in Drenthe. Hiervoor moet hij de hele week beschikbaar zijn. Maar Hendriks mobiel rinkelt niet. Na een paar dagen zoekt hij zelf contact met het uitzendbureau dat de vervanging voor het schoolbestuur regelt. Er zijn geen zieken op de school, dus zijn diensten zijn niet nodig. En oh ja: de dagen die hij deze week niet werkt, moet hij later inhalen. Kees denkt serieus aan stoppen. “Ik ben er helemaal klaar mee. Ik wil settelen op een school, ergens aarden.”

Ook Eveline hakte recent de knoop door. Na twaalf jaar tijdelijke contracten heeft ze het onderwijs voorlopig vaarwel gezegd: “Ik ben een leerkracht in hart en nieren, maar geen dagoppas. Ik wil iets opbouwen. Met leerlingen, met collega’s.” Invaller Renske uit Groningen verwoordt haar behoefte na zeven jaar flexwerk als volgt: “Ik wil m’n eigen pennen in de la en m’n eigen voorleesboek op het bureau. Ik mis een thuis, waar ik soms ook even m’n verhaal kwijt kan, de ups en de downs van het leven delen met collega’s.”

Mijn werkgever is een kei in het verzinnen van nieuwe regeltjes en constructies om maar niemand in vaste dienst te hoeven nemen

De impact van de langdurige onzekerheid is groot. Onderwijsassistent Simone durfde zonder vast contract lang geen gezin te stichten. Rond haar dertigste kon ze de wens niet meer negeren en werd ze moeder van twee. Nog steeds valt ze in voor hetzelfde schoolbestuur. “Mijn werkgever is een kei in het verzinnen van nieuwe regeltjes en constructies om maar niemand in vaste dienst te hoeven nemen. Al bij m’n aanstelling werd gezegd: binnen drie jaar heb je een vast contract. Het is nu elf jaar later.”

Crisis

De invallers in dit verhaal komen rond 2008-2012 op de arbeidsmarkt. In die tijd is je loopbaan starten met invalwerk heel normaal. De kredietcrisis is losgebarsten en vacatures voor vaste banen zijn amper te vinden. Invallen is een tijdje ook best leuk en leerzaam, vinden ze. Je ziet veel typen scholen, teams en leerlingen. Maar dan begint het te schuren. Neem het werkgebied van leerkracht Bea. Dat beslaat een flink deel van de provincie Gelderland. ’s Ochtends om 07.00 uur kan de telefoon rinkelen met het verzoek om in Doetinchem een zieke leerkracht te vervangen. Dat betekent voor haar drie kwartier tot een uur in de auto. Tijdens het interview is Bea zwanger van haar eerste kind. Ze slaapt er slecht van. “Hoe moet dat straks, als ik om zeven uur ’s ochtends al de deur uit moet? Dan heb ik geen opvang voor m’n kind.”

Na ruim zeven jaar, alle berichten over het lerarentekort en de vragen uit haar omgeving over waarom ze nog steeds geen vast werk heeft, is Bea er ‘best wel klaar mee’

Na twee goede beoordelingen van de vervangingspool, komt ze in aanmerking voor een vast contract, maar dan wel in de pool. Ze twijfelt. “Als ik het doe, krijg ik de vacatures in mijn regio als eerste doorgestuurd. Maar nu kan ik mezelf soms op ‘niet beschikbaar’ zetten. Dat geeft een hoop rust.” Na ruim zeven jaar, alle berichten over het lerarentekort en de vragen uit haar omgeving over waarom ze nog steeds geen vast werk heeft, is Bea er ‘best wel klaar mee’: “Ik zou graag in het onderwijs blijven, maar het wordt er niet aantrekkelijker op.”

Regelmatig voelen de invallers zich aan het lijntje gehouden. Vooral na een langere vervangingsklus hangt de vaste aanstelling in de lucht als een worst die ze nooit te pakken krijgen. Mondelinge toezeggingen worden gedaan, maar niet nagekomen. Juf Renske was in 2018 nog heel dichtbij. Haar duo-collega ging met pensioen en zij zou het vaste contract krijgen. Maar in de gefuseerde school ontstond gedoe in het team. Een directeur verdween, een nieuwe kwam. Lang verhaal - het zijn allemaal lange verhalen - kort: de nieuwe directeur koos een ander. En Renske is dit schooljaar weer aan de slag voor een andere stichting, op een tijdelijk contract: “In het eerste gesprek met m’n huidige directeur werd meteen gezegd: we weten niet of je mee gaat naar het nieuwe gebouw volgend jaar. Zo’n zinnetje wordt achteloos uitgesproken, maar ik ben de rest van de dag van de kaart.”

Demotiverend

Bijna alle invallers hebben trucs gezien waardoor het gewenste dienstverband aan hun neus voorbij ging. Simone’s schoolbestuur nam vorig jaar veel onderwijsassistenten in vaste dienst. “Maar helaas, ik werkte op dat moment niet op een formatieplaats, dus ik stond erbij en ik keek ernaar.” Nadine deed twee jaar invalwerk via een uitzendbureau. “Aan het einde van het schooljaar word je ontslagen en in het nieuwe schooljaar word je weer aangenomen. Ook andere vakanties en feestdagen worden niet doorbetaald, tenzij je gedetacheerd bent. Zo kan het gebeuren dat je fulltime werkt voor het salaris van een parttime baan. Erg demotiverend.”

Mijn sollicitatiebrief wordt afgewezen, terwijl hetzelfde bestuur advertenties zet met een oproep voor zij-instromers

Vooral sinds de Wet werk en zekerheid is het ploeteren. Deze wet is ingevoerd in 2015 - het onderwijsveld kreeg uitstel tot juli 2016 - en bepaalt dat het vierde contract voor dezelfde werkgever een vast contract moet zijn. Sindsdien worden invallers nog meer dan voorheen van schoolbestuur, naar zomer-ww*Tijdelijke contracten lopen vaak aan het eind van het schooljaar af. Een eventueel nieuw contract start dan doorgaans per september. Hierdoor belanden in de zomer nog altijd veel leerkrachten in de WW. 'Leerkracht basisonderwijs heeft het sterkste seizoenspatroon, met een sterke piek in de zomer’, aldus het UWV dit voorjaar. De aantallen dalen wel, maar ook afgelopen zomer noteerde de uitkeringsinstantie nog 336 juffen en meesters in de WW. In augustus 2017 waren dat er 415. De meesten van hen wonen in Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant. , naar uitzendbureau gesluisd. Kees: “Mijn sollicitatiebrief wordt soms direct afgewezen, terwijl hetzelfde bestuur advertenties zet met een oproep voor zij-instromers. Ook voor mijzelf is het onvoorstelbaar dat ik in deze tijd, waarin er zogenaamd een tekort is, gewoon geen normale baan voor de klas kan krijgen.”

Los zand

Vaste functies zijn in opkomst. Maar het is niet gezegd dat de langdurige invaller hiervoor aanmerking komt. De Noord-Brabantse Robert stelt dat hij bij sollicitaties 3-0 achterstaat. Een cv van los zand, een leeftijd die, vergeleken met iemand vers van de pabo, om een hogere inschaling vraagt en het langdurig ontbreken van scholing, spelen hem parten. Robert: “Nu pas vinden schoolbesturen scholing en begeleiding van tijdelijk personeel belangrijker. Dat is te laat. Ik vind dit slordig van ze.” Hij verwijt de werkgevers gemakzucht. Andere invallers uiten zich feller. Ze vinden dat schoolbesturen een ‘wegwerpmentaliteit’ hebben wat betreft hun tijdelijk personeel. Invaller Lotte: “Als scholen zuiniger waren geweest met hun invallers zouden er nu veel meer leraren zijn geweest.”

Na negen jaar invallen overweeg ik omscholing

Robert hoopt ‘ironisch genoeg’ dat de tekorten verder toenemen. Of dat voor hem nog op tijd komt, weet hij niet. “Na negen jaar overweeg ik omscholing. Er zijn in mijn omgeving nu vacatures, maar het zijn banen met te weinig uren, in het speciaal onderwijs, of in de bovenbouw, terwijl ik gespecialiseerd ben in de onderbouw. Werkgevers willen alleskunners en alles-willers, maar dat ben ik niet meer.”

De invallers in dit artikel vrezen dat hun uitspraken negatieve consequenties hebben voor hun verdere loopbaan. In overleg met de redactie zijn hun namen gefingeerd.

AOb-voorzitter Eugenie Stolk vindt het ‘ronduit schandalig’ hoe er met deze invallers wordt omgegaan. “Ik schrik hier wel van. Je zou verwachten dat goed werkgeverschap - zeker nu - hoog op de prioriteitenlijst staat van de schoolbesturen.” Veel invallers werken via uitzendbureaus. Stolk vindt dat een heel zorgelijke ontwikkeling: “De cao van uitzendbureaus is veel slechter dan de cao primair onderwijs." Werk je voor een schoolbestuur, of een flex- dan wel vervangingingspool waarin schoolbesturen zich hebben verenigd, dan geldt voor jou de cao primair onderwijs. Daarin staan afspraken waaraan werkgevers zich moeten houden. Stolk vervolgt: “Accepteer het niet wanneer jouw werkgever gebruik maakt van constructies om onder een vast contract uit te komen. Als lid van de AOb kunnen onze juristen je daarbij helpen. Gebruik het, eventueel toekomstige, lerarentekort in je voordeel. Ook als invaller kun je onderhandelen, want invallers zijn bijna overal in Nederland inmiddels schaars goed.”
Wordt van jou verwacht dat je de hele week beschikbaar bent, terwijl je maar een contract hebt voor een paar dagen per week? Trek dan bij de AOb aan de bel, stelt Stolk. “Zo ga je niet met mensen om. Als je ons laat weten om welk bestuur of invalpool het gaat, dan roepen wij ze tot de orde.”