Algemeen

Salarisplafond bestuurders met sprongen omhoog

Bestuurders van grote onderwijsinstellingen mogen van het kabinet volgend jaar 194 duizend euro verdienen, 13 duizend euro meer dan vorig jaar. Ook voor bestuurders van middelgrote en kleinere organisaties stijgt het wettelijke maximum in twee jaar tijd met 7 tot 8 procent. Een verkeerd signaal, vindt de AOb.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

geldwaaier

Beeld: Pixabay

Wat is er aan de hand? Het kabinet publiceerde onlangs de nieuwe normen van de Wet normering topinkomens (wnt) voor 2019. Die normen worden ieder jaar geïndexeerd. Wat bestuurders in het onderwijs mogen verdienen, hangt af van de omvang en ‘complexiteit’ van hun instelling. Er bestaan sinds 2016 zeven wettelijke salarisklassen, waarvan de hoogste overeenkomt met het ministerssalaris.

Komend jaar stijgt die ministersnorm naar 194 duizend euro (inclusief pensioen en onkostenvergoeding). Dat is een stijging van ruim 7 procent ten opzichte van 2017, toen de bovengrens nog op 181 duizend lag. In de salarisklassen daaronder groeit het maximum evenzeer. Een bestuurder van een middelgrote onderwijsorganisatie mocht vorig jaar 141 duizend euro verdienen. Volgend jaar is dat 152 duizend euro, een toename van bijna 8 procent.

Wettelijk bezoldigingsmaximum bestuurders onderwijs

Klasse 2017 2018 Stijging % 2019 Stijging % 2017-2019 Stijging %
A € 107.000 € 111.000 3,7 € 115.000 3,6 € 8.000 7,5
B € 118.000 € 122.000 3,4 € 127.000 4,1 € 9.000 7,6
C € 129.000 € 133.000 3,1 € 138.000 3,8 € 9.000 7,0
D € 141.000 € 146.000 3,5 € 152.000 4,1 € 11.000 7,8
E € 153.000 € 158.000 3,3 € 164.000 3,8 € 11.000 7,2
F € 165.000 € 171.000 3,6 € 177.000 3,5 € 12.000 7,3
G* € 181.000 € 189.000 4,4 € 194.000 2,6 € 13.000 7,2

* Beloningsklasse G staat gelijk aan het ministersloon. Het maximum voor 2018 is tussentijds verhoogd van 187.000 naar 189.000 euro

“Het maximum stijgt gemiddeld ruim 3,5 procent per jaar. Bestuurders mogen er van het kabinet dus meer op vooruitgaan dan het onderwijspersoneel”, reageert AOb-bestuurder Douwe van der Zweep. “Daar is geen enkele rechtvaardiging voor.”

Voor toezichthouders schuift het beloningsplafond automatisch mee omhoog. Hun honorering is namelijk gekoppeld aan hetzelfde salarismaximum: maximaal 15 procent voor de voorzitter van de raad van toezicht en 10 procent voor leden.

Hele duizendtallen

De verklaring blijkt uit de toelichting. De ministersnorm is namelijk in twee stappen verhoogd. Een keer op basis van de contractuele loonontwikkeling bij de overheid zoals die door het Centraal Bureau voor de Statistiek is vastgesteld en die jaarlijks wordt gevolgd. En daarnaast is het ministersloon met terugwerkende kracht gestegen dankzij de nieuwe cao voor het rijkspersoneel.

Vervolgens wordt de wnt-norm altijd naar boven afgerond op hele duizendtallen. Dat duwt het maximum verder omhoog. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken is daar in 2015 toe besloten ‘omdat een rond bedrag praktischer is bij de uitvoering en communicatie. Bovendien werd er geen bezwaar in gezien, omdat het bezoldigingsmaximum een plafond is en niet een daadwerkelijke loonstijging.’

Eigen cao

Dat de maxima van de bezoldingsklassen met duizenden euro’s stijgen, wil niet zeggen dat bestuurders hun salaris net zo hard zullen zien toenemen. Bestuurders hebben met de vereniging van toezichthouders eigen cao's afgesloten. In de cao voor bestuurders in het primair onderwijs is bijvoorbeeld afgesproken dat de loonstijging voor het personeel wordt gevolgd. Een deel van de bestuurders maakt buiten deze cao's om andere afspraken met hun eigen toezichthouders.

Nieuwe bestuurders kunnen bij hun salarisonderhandeling meteen hoger inzetten. Ook bestuurders die nog boven de norm verdienden, kunnen direct profiteren. Uit jaarverslagen blijkt dat vorig jaar nog altijd een deel van de bestuurders meer verdient dan hun salarisklasse toestaat. Dat mag tijdelijk, omdat ze gebruik maken van een overgangsregeling. Maar de komende jaren moeten ze wel stapsgewijs hun salaris afbouwen. Dankzij het optrekken van de norm, hoeven ze minder of niets in te leveren.

Ik denk dat personeelsleden in het onderwijs ook best hun salaris op hele duizendtallen naar boven zouden willen afronden

De AOb spreekt van een verkeerd signaal en heeft z’n ongenoegen per brief kenbaar gemaakt. AOb-bestuurder Douwe van der Zweep: “Een dubbele indexering is absoluut onwenselijk. Net als het afronden op duizendtallen. Dat doen we in de cao’s ook niet. Ik denk dat personeelsleden in het onderwijs ook best hun salaris op hele duizendtallen naar boven zouden willen afronden. Wat de AOb betreft, horen bestuurders in het onderwijs thuis in de cao voor het personeel.” Een meerderheid van de Tweede Kamer nam in april een motie aan met die strekking.