Algemeen

Rutte tempert verwachtingen over versoepeling maatregelen

De zorgen van leraren over een verantwoorde heropening van scholen klonken vanmiddag door in de Tweede Kamer. Premier Mark Rutte liep tijdens een debat over de coronacrisis niet vooruit op het besluit dat zijn kabinet volgende week neemt over het onderwijs. “Echt, ik weet het gewoon nog niet.”

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

rutte_debat1

Beeld: Tweede Kamer

Zoals bekend neemt het kabinet volgende week een besluit over de maatregelen die tot 28 april zijn afgekondigd. Dan krijgt het onderwijs antwoord op de prangende vraag of scholen, al dan niet gedeeltelijk, na de meivakantie weer open gaan. Die beslissing hangt onder meer af van onderzoek dat het RIVM momenteel uitvoert naar de besmettingsrisico’s tussen kinderen onderling en tussen kinderen en volwassenen. Het onderzoek is vertraagd en dus later klaar dan aanvankelijk de bedoeling was.

“We hopen dat voor 1 mei te hebben, de baas van het RIVM hoopt eerder al inzichten te hebben. We gaan kijken of we volgende week al een besluit kunnen nemen over scholen op basis van die eerste inzichten. We zullen dan zien wat er op dat moment op tafel ligt. Meer is daar nu niet over te zeggen”, aldus Rutte.

Wel nam de premier nadrukkelijk de gelegenheid te baat om de verwachtingen te temperen. “Ik wil waarschuwen voor de gedachte dat het nu zo goed gaat dat we vast wel volgende week gaan aankondigen dat de week erop heel veel dingen versoepeld gaan worden. Ik ben zelf helemaal nog niet zo vrolijk over de cijfers”, aldus Rutte, die onder meer verwees naar het aantal coronapatiënten op de intensive cares. “Ik hoop van harte dat we kunnen zeggen: Er kan iets meer dan nu. Maar het kan ook dat we tot de conclusie moeten komen dat het hele pakket zo doorgaat.”

Richtlijnen

Leraren willen scholen graag weer opstarten, maar maken zich daar tegelijkertijd zorgen over, blijkt uit een enquête die de AOb deze week naar buiten bracht. “Veilig opstarten is niet eenvoudig”, zei AOb-voorzitter Eugenie Stolk. “Een opdeling van één klas naar drie of vier groepen kan fysiek bijna niet. We moeten duidelijke richtlijnen krijgen die uitvoerbaar zijn.”

Kan het kabinet toezeggen dat ook leraren en schoolleiders worden betrokken?

Wat coalitiepartij D66 betreft gaan scholen zo snel mogelijk weer open als dat veilig kan, aldus fractieleider Rob Jetten tijdens het debat. 'Kan het kabinet toezeggen dat ook leraren en schoolleiders worden betrokken en niet alleen het RIVM', vroeg Jetten. Ook PvdA-fractievoorzitter Lodewijk Asscher vroeg Rutte om de kring van adviseurs uit te breiden.

Kantelmoment

In de Tweede Kamer werd, mede gevoed door voorzichtig-optimistische cijfers over de afgeremde verspreiding van het virus, hier en daar al gerept over een kantelmoment. Partijen vroegen hoe het kabinet zich voorbereidt op een exit-strategie, een geleidelijke afbouw van de maatregelen.

CDA en GroenLinks wilden weten of het kabinet bij een eventuele heropening van scholen ook denkt aan mondkapjes en alternatieve beschermingsmaterialen. Het kabinet kan daar rekening mee houden bij de verwerving van deze materialen, stelde GroenLinks-voorman Jesse Klaver voor.

Het gebruik van de beperkte voorraad mondkapjes is op dit moment voorbehouden aan zorgmedewerkers. Rutte suggereerde dat voor contactberoepen - hij noemde de kapper als voorbeeld - in de toekomst een vorm van mondbescherming een optie kan zijn omdat het bij de kapper sowieso onmogelijk is om anderhalve meter afstand in acht te nemen.

Wat je wel moet doen is nadenken over de fase waarin het mogelijk wordt om iets te verruimen: als er ruimte komt, hoe gaat dat dan?

Rutte ziet er verder niets in het Outbreak Management Team, dat het kabinet adviseert over de aanpak van de crisis, uit te breiden met nieuwe deskundigen, zoals gedragsexperts. “Wat je wel moet doen is nadenken over de fase waarin het mogelijk wordt om iets te verruimen: als er ruimte komt, hoe gaat dat dan?” Besluiten over de exit-strategie zijn een politieke afweging, zei Rutte, die worden genomen op basis van medisch-wetenschappelijk advies.