Algemeen

Raad van State blokkeert in advies mogelijkheid van bestuur openbaar onderwijs voor samenwerkingsscholen

- 2 Minuten om te lezen

 Tot nu toe is het formeel alleen mogelijk om een samenwerkingsschool te laten ressorteren onder een bestuur voor bijzonder onderwijs. Bezwaar hiervan is, dat het openbaar onderwijs in krimpgebieden bij de vorming van samenwerkingsscholen over gaat naar een bestuur van bijzonder onderwijs. De poging om in een wetsvoorstel gelijkwaardigheid voor het openbaar onderwijs te creëren door het ook mogelijk te maken om een samenwerkingsschool onder openbaar bestuur te laten vallen, is nu in een advies van de Raad van State getorpedeerd. 

Uitgangspunt van artikel 23 van de grondwet is het duale bestel. Openbaar onderwijs wordt in beginsel - aldus de eerste volzin van het vierde lid van deze bepaling - gegeven in openbare scholen en bijzonder onderwijs in bijzondere scholen. Openbaar onderwijs behoeft echter niet altijd in openbare scholen te worden gegeven. Sinds de wijziging van de tweede volzin van artikel 23, vierde lid, van de grondwet in 2006 is expliciet bepaald dat openbaar onderwijs "al dan niet in een openbare school" kan worden gegeven.

Het gaat hier evenwel om een afwijking van de hoofdregel, die slechts in een bijzondere situatie toelaatbaar is, aldus de omschrijving in de toelichting. Dat is een lachertje! Als een nieuwe regering en het nieuwe parlement het advies overneemt - en dat is gezien de politieke constellatie van na 15 maart jl. gegeven de cruciale rol van confessionele partijen CDA en CU voor de hand liggend - verdwijnt het openbaar onderwijs automatisch bij verdere krimp en is dit onderwijs het slachtoffer van strakke juridische redeneringen, die rechten van bijzonder onderwijs veilig stelt, maar tegelijkertijd onderhevig is aan juridisch ongelofelijk behendige interpretaties m.b.t. wat het openbaar onderwijs volgens de grondwet is en moet zijn. Het CBOO en de AOb Groep Openbaar Onderwijs kunnen niet anders dan constateren, dat regering, parlement en Raad van State willens en wetens meewerken aan een proces, waarbij de kern van Art 23 GW wordt uitgehold.