Algemeen

Prestatieafspraken: rechtszaak dreigt bij miljoenenboete voor hbo

Hogescholen zullen rechtszaken aanspannen als het kabinet hen afrekent op het lage studiesucces van hun studenten. Dat voorspelt bestuursvoorzitter Henk Pijlman van de Hanzehogeschool Groningen.

Tekst Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) - - 3 Minuten om te lezen

Het dreigement komt in de slotfase van het experiment met prestatieafspraken in het hoger onderwijs. In 2012 maakten de hogescholen en universiteiten deze afspraken met het ministerie van Onderwijs: de instellingen zouden zorgen voor minder afhakers in het eerste studiejaar, meer lesuren, beter geschoolde docenten enzovoorts.

Ook het studietempo moest omhoog: meer studenten moesten binnen vijf jaar het diploma behalen. Maar dat is in het hbo niet gelukt.

De hogescholen zagen juist minder studenten op tijd over de eindstreep komen.

Afrekenen

Maar gaat het kabinet hen daarop afrekenen? Alleen al voor de Hanzehogeschool hangt daar 2,7 miljoen euro van af, aldus Pijlman in zijn toespraak bij de opening van het nieuwe studiejaar.

Hij verwacht dat hogescholen het niet zullen accepteren als het kabinet hen straft met een korting op de financiering.

Een speciale ‘reviewcommissie’ praat deze maand met de onderwijsinstellingen over hun resultaten. De commissievoorzitter zei al dat het heel ingewikkeld wordt om de prestaties te beoordelen. Als een onderwijsinstelling een doelstelling niet gehaald heeft, kan daar een goede verklaring voor zijn.

Moeilijke situatie

Ook minister Bussemaker, die het uiteindelijke oordeel velt, liet eerder weten dat ze begrip heeft voor met name de hogescholen: die zaten in een moeilijke situatie, omdat ze tegelijkertijd het niveau moesten verhogen én studenten sneller aan een diploma moesten helpen. Ze wilde graag het verhaal achter de cijfers horen, maar ze wilde niet bij voorbaat aan de afspraken morrelen.

De overheid heeft zich ook niet aan alle afspraken gehouden, kaatst Pijlman de bal terug. Zo zou het niveau van scholieren omhoog gaan, wat de taak van het hoger onderwijs makkelijker zou maken. Maar dat is niet gebeurd, meent hij. “Misschien heeft de overheid ook meer tijd nodig, net als sommige studenten.”

Straffen

Hij wijst op allerlei goede dingen van zijn hogeschool die niet in de prestatieafspraken weerspiegeld worden. Zo ontstaan er dankzij zijn hogeschool veel nieuwe ondernemingen in Groningen, wat het aardbevingsgebied wel kan gebruiken. De Europese Unie heeft vastgesteld dat de Hanzehogeschool daarin tot de beste instellingen ter wereld behoort, stelt hij. “Ik houd een pleidooi om maatschappelijke waarde te gaan belonen in plaats van financieel economisch rendement te eisen en te straffen als dat niet komt.”

Hij heeft laten uitrekenen wat er met het diplomarendement zou gebeuren als hij topsportende studenten niet langer zou steunen, minder nadruk zou leggen op ondernemerschap en studenten minder gelegenheid zou geven voor bestuurswerk. Dan zouden ze sneller hun diploma behalen, maar gaat er veel waardevols verloren.

Omstreden

De prestatieafspraken zijn altijd omstreden geweest. Vooraanstaande juristen zagen er grote problemen in. De Hogeschool Leiden voerde een rechtszaak tegen het ministerie, maar de afspraken bleven overeind en de hbo-instelling ging niet in hoger beroep.

Een eventuele nieuwe rechtszaak, waar Pijlman op doelt, zou over de omstandigheden en inspanningen gaan. Hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens van Tilburg University zegt desgevraagd dat zo’n rechtszaak best een kans zou maken. “Het is moeilijk om een harde rendementsafspraak te maken, want er kunnen altijd omstandigheden zijn waardoor het rendement lager uitvalt”, zegt hij. “De hogeschool zal in zo’n zaak moeten aantonen dat ze haar best heeft gedaan en dat de omstandigheden zijn veranderd.”

AOb

Eind augustus stuurde de AOb een brief aan de Tweede Kamer over de evaluatiecommissie die minister Bussemaker van Onderwijs instelde. Deze commissie evalueert het hele experiment met de prestatiebekostiging en kijkt bijvoorbeeld of de afspraken hebben bijgedragen aan een betere kwaliteit. Volgens AOb-bestuurder Douwe van der Zweep ontbreekt de vertegenwoordiging van het hbo-personeel volledig in die commissie, terwijl die ervaringen juist wel van belang zijn voor een goede evaluatie. 'Het personeel weet als geen ander welke gevolgen de gemaakte afspraken hebben voor de dagelijkse praktijk.' Eerder maakte de AOb de bezwaren tegen de prestatiebekostiging zelf al kenbaar. Volgens de AOb ontbreekt de wettelijke grondslag.