Algemeen

Onderwijssalaris schrikt meisjes steeds vaker af

Het hbo groeit al jaren, maar het percentage meisjes dat het onderwijs in wil, wordt steeds kleiner. Al sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 kiezen meisjes met een havo-diploma opvallend vaker voor een studierichting waarin ze meer verdienen dan met een lerarenopleiding.

Tekst Robert Sikkes- Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

onderwijssalaris-schrikt-meisjes-af

Beeld: Typetank

“Omdat meisjes met een havo-diploma het salarisperspectief belangrijker zijn gaan vinden, kiezen zij minder vaak voor opleidingen waar dat salaris achterblijft”, zegt universitair hoofddocent economie Bas Karreman van de Erasmus Universiteit. “Het is een ontwikkeling die Canadese onderzoekers in 2009 al signaleerden en die wij terugzien in ons onderzoek naar het effect van het leenstelsel.”

Omdat het hbo als geheel is gegroeid, valt in absolute aantallen de lagere keuze voor studies met een minder salarisperspectief mee. “Maar relatief gezien, als percentage van het totaal aantal meisjes met een havo-diploma, worden banen met een lager verwacht salaris, zoals bijvoorbeeld in het onderwijs en de zorg, sindsdien minder gekozen.” Karreman onderzoekt het studiekeuzegedrag van jongeren en wat dat betekent voor hun kansen op de arbeidsmarkt. Het ‘meisjeseffect’ sinds de invoering het leenstelsel bij de keuze voor studies met betere salarissen, was een wat onverwachte uitkomst.

Meisjes zijn het salarisperspectief belangrijker gaan vinden en kiezen minder vaak voor opleidingen waar dat salaris achterblijft

Inhaalslag

“Bij vrouwen met een havo-diploma is er blijkbaar een extra inhaalslag om het salaris zwaarder te laten wegen bij de studiekeuze”, zegt Karreman. “Die verandering is het resultaat van de invoering van het leenstelsel.” Volgens onderzoek dat Karreman en zijn collega’s vorig jaar publiceerden in het economentijdschrift ESB groeide het percentage vrouwen dat liever een opleiding kiest met een hoger salarisperspectief sinds de introductie van het leenstelsel van 27 naar meer dan 32: een toename met een vijfde.

“Lange tijd waren er duidelijke ‘vrouwenberoepen’, waarbij vooral in de hbo sector traditionele keuzes werden gemaakt”, zegt Karreman. “Meisjes met een vwo-diploma weken daar al meer van af, en nu maken ook meisjes met een havo-diploma vaker een keuze voor een opleiding waar de hoogte van het salaris een rol speelt*In 1990 koos van alle meisjes die naar het hbo gingen, meer dan een kwart voor de pabo of een hbo-lerarenopleiding voortgezet onderwijs. Nu is dat nog maar 14 procent. In onderzoek waarover hij schreef op de website Education Next, concludeerde de Amerikaanse onderwijseconoom Eric Hanushek vorig jaar al, dat in de Verenigde Staten de onderbetaling van leraren betekent dat ook hoogopgeleide vrouwen het onderwijs links laten liggen. In Nederland is die trend ook zichtbaar. Het leenstelsel deelt op twee manieren een extra tik uit bij de belangstelling voor de onderwijssector. Minder meisjes met een havo-diploma kiezen voor een baan met een lager verwacht salaris zoals bijvoorbeeld in het onderwijs. Daarnaast blijkt uit onderzoek van ResearchNed in opdracht van het ministerie van Onderwijs, dat de angst voor hoge studieschulden mbo’ers ervan weerhoudt om door te stromen naar de pabo. Die financiële barrière en niet de gelijktijdig ingevoerde zwaardere toelatingseisen zijn volgens de onderzoekers de belangrijkste oorzaak van de lagere instroom. Alles bij elkaar is sinds 1990 de belangstelling van meisjes voor een lerarenopleiding gehalveerd. Van alle jongens die naar het hbo gaan, kiest een sinds 2000 een stabiel aandeel van rond 9 procent voor een lerarenopleiding. .”

Betekent dit dat het leenstelsel, dat politiek toch al wankelt, inderdaad op de schop moet? Karreman: “Het publieke debat over het leenstelsel focust heel erg op de kostenkant. Het gaat over schulden die jongeren maken, de slechtere mogelijkheden om bijvoorbeeld een hypotheek af te sluiten. Natuurlijk moeten we kijken naar de uitwassen, maar in de basis is het leenstelsel een eerlijker systeem dan de oude basisbeurs. Wie timmerman wordt, krijgt ook niet jarenlang een overheidssubsidie om door te leren. In het debat wordt vergeten om naar de inkomstenkant te kijken.”

Blijkbaar doen studenten dat wel: zij kijken waar er beter verdiend kan worden. Dat is een argument om onderwijs en zorg beter te betalen.

Wie timmerman wordt, krijgt ook niet jarenlang een overheidssubsidie om door te leren

Verdienvermogen

“De zorg is natuurlijk belangrijk en daar lijkt nu veel draagvlak om de salarissen te verhogen. Maar ook onderwijs is een belangrijk terrein om in te investeren, want we weten één ding zeker: investeren in onderwijs rendeert enorm. Het is heel simpel: wanneer je geen diploma hebt, is het moeilijk om aan een baan te komen. Dat maakt goed onderwijs zo belangrijk voor het verdienvermogen van Nederland.”

Volgens Karreman kan die investering meerdere kanten op. Salarissen, maar ook het tegengaan van de werkdruk, het verbeteren van de kwaliteit of het vergroten van de toegankelijkheid zorgen ervoor dat het onderwijs beter wordt en dat meer jongeren een diploma halen. Door de coronacrisis is ook baanzekerheid bij studiekeuze belangrijker geworden, wat weer extra aantrekkingskracht oplevert getuige de groei van het aantal zij-instromers.

Investeringen in onderwijs zouden een mix van salarisverbetering en verlagen van de werkdruk kunnen zijn

Karreman: “We zien dat de kwaliteit vermindert, dan zouden bij beleidsmakers alle alarmbellen af moeten gaan. Ondanks alle plannen en projecten om meer leraren te krijgen, hebben we de afgelopen jaren niet gezien dat de interesse voor onderwijs echt is aangetrokken. Salaris is belangrijk bij investeringen, maar werkdruk zeker ook. Het verlagen daarvan houdt mensen enthousiast. Geef ze gelegenheid om hun vak beter bij te houden en te werken aan vernieuwingen. Investeringen in onderwijs zouden een mix van salarisverbetering en verlagen van de werkdruk kunnen zijn.”