Algemeen

Onderwijsraad wil doorstroom vmbo-havo verbeteren

Een nieuwe wet is niet genoeg om de doorstroom van vmbo-leerlingen naar de havo te verbeteren. Er zijn vooral maatregelen nodig die de aansluiting tussen de twee schoolniveaus verbeteren. Dat stelt de Onderwijsraad in een advies aan de regering.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

De minister van Onderwijs heeft de raad advies advies gevraagd over zijn wetsvoorstel over de doorstroming tussen het vmbo en de havo. De wet moet zorgen dat de toegang tot de havo op alle scholen gelijk is en wettelijk is vastgelegd.

Nu zijn er namelijk veel verschillen tussen scholen. De ene school wil bijvoorbeeld een cijfergemiddelde zien van de vmbo-leerling of ze vinden dat de vmbo’er een speciaal vakkenpakket nodig heeft. Ook zijn er verschillen in het blijven zitten. De wet moet daar een eind aan maken en zorgen voor duidelijkheid. De wet is ‘een stap in de goede richting’, volgens de Onderwijsraad en de raad verwacht dat die gaat zorgen voor een meer gelijke behandeling van leerlingen.

De wet is een stap in de goede richting volgens de Onderwijsraad

Maar alleen de wet is niet genoeg. De minister moet aanvullende maatregelen nemen om de aansluiting te verbeteren vindt de Onderwijsraad. Zo verloopt de overgang niet soepel doordat vakken niet op elkaar aansluiten. De raad wijst vooral op Nederlands en wiskunde. ‘In havo 4 wordt bepaalde lesstof als bekend verondersteld, die in het vmbo niet wordt behandeld’, zo schrijft de raad.

Afstemmen

De twee schooltypes moeten ook beter hun examen- en onderwijsprogramma’s op elkaar afstemmen. De minister wil in de bovenbouw van de havo ook meer beroepsgerichte ‘componenten’ opnemen, zodat de kloof met het vmbo minder groot is.

Veel vmbo-scholen werken al met speciale programma’s voor leerlingen die naar de havo willen. De Onderwijsraad juicht deze initiatieven toe. Andere maatregelen kunnen opstroom- of schakelklassen zijn en een betere loopbaanbegeleiding waarbij docenten en loopbaanbegeleiders veel meer kennis uitwisselen en proeflessen geven.

Rendement

De Onderwijsinspectie zou bovendien in de eerste jaren niet te streng naar rendement van de vmbo-leerlingen op de havo moeten kijken, zo adviseert de Onderwijsraad. ‘De overgangsperiode zou in elk geval moeten duren totdat de aansluiting als gevolg van de invoering van het nieuwe curriculum in de praktijk verbeterd is.’