Algemeen

Onderwijspersoneel zint op acties

Uit een peiling van de Algemene Onderwijsbond blijkt grote actiebereidheid onder onderwijspersoneel. In een enquête onder ruim vijfduizend mensen werkzaam in het onderwijs zegt 91 procent bereid te zijn om actie te voeren als een nieuw kabinet onvoldoende investeert in onderwijs.

Tekst Thijs den Otter - Persvoorlichter - - 2 Minuten om te lezen

De peiling volgt op het manifest dat de AOb en andere sociale partners tekenden met de groep ‘PO in Actie’, nu twee weken geleden. In het basis- en speciaal onderwijs lijkt de actiebereidheid dan ook het grootst: van het personeel in die sectoren zegt respectievelijk 94 procent en 91 procent zich te laten horen als het regeerakkoord tegenvalt. Maar ook in het voortgezet onderwijs met 89 procent en het mbo met 85 procent laat men zich niet onberoerd. Het hoger onderwijs is iets afwachtender: 73 procent verklaart zich daar actiebereid.

Signaal

AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen is blij met de respons.
Ik vind het een mooi signaal richting politiek Den Haag. Onderwijspersoneel komt over de hele breedte met de duidelijke boodschap dat er meer wordt verwacht dan een vaag verhaal, want anders...
Naast de nu al lopende acties op sociale media en via petities voelt het onderwijspersoneel in het primair onderwijs het meest voor een nationale demonstratie in Den Haag of een staking. Daarbij valt op dat de stakingsoptie (73 procent) net iets populairder is dan een ‘gewone’ demonstratie (71 procent). Ook in het speciaal onderwijs (70 procent) en voortgezet onderwijs (68 procent) is een staking iets populairder dan een demonstratie.

Beter salaris, kleinere klassen

De motivatie om actie te voeren is tweeledig: in alle sectoren willen mensen een forse salarisverhoging, te beginnen met de 5 procent extra om de jarenlange nullijn teniet te doen. In het primair en het voortgezet onderwijs is ook de roep om kleinere klassen sterk. Daarnaast wil men in het primair onderwijs af van laagste LA-loonschaal voor leraren.
Verheggen herkent het beeld.
Het water staat ons aan de lippen in het onderwijs en een nieuw kabinet kan zich niet de luxe permitteren te kiezen voor werkdrukbestrijding of loonsverhoging: het moet allebei aangepakt.

'In de aanloop naar de verkiezingen claimden we niet voor niets 2,3 miljard euro voor werkdrukbestrijding en 3,6 miljard euro voor salarissen in onze sector. Er is achterstallig onderhoud. Het moet allebei.’

Samenstelling kabinet

De AOb vroeg bij de enquête naar actiebereidheid meteen naar het stemgedrag en de van de ondervraagden. Daarbij kwamen D66 (30 procent) en GroenLinks (22 procent) uit de bus als winnaars. De coalitie van wie de 5001 geënquêteerden de meeste heil verwachten is degene waarover op dit moment wordt onderhandeld: 52 procent ziet het meest in een vierpartijenblok van VVD, CDA, D66 en GroenLinks. Daarbij valt op dat zowel het onderwijspersoneel dat GroenLinks stemde als de groep die voor de VVD koos (7 procent) een voorkeur heeft voor een kabinet met deze samenstelling. Alleen CDA’ers (5 procent) zouden GroenLinks het liefst vervangen zien door de ChristenUnie.
Van de 5001 deelnemers aan het onderzoek zijn er 4230 lid van de AOb. De overige 771 zijn geen lid of hebben de vraag hierover niet ingevuld. De verschillen tussen de groepen zijn zeer klein: de actiebereidheid onder de niet-leden valt met 88 procent iets lager uit.