Oeso: Laag salaris maakt werken in onderwijs onaantrekkelijk De lage salarissen in het onderwijs maken het moeilijk om het lerarentekort op te lossen. Zeker in Nederland. Dat is de boodschap van de Oeso in het jaarlijkse rapport Education at a glance. 12 september 2017 • TEKST Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad ‘Leraren zijn de ruggengraat van het onderwijsbestel, toch is het beroep onaantrekkelijk voor jongeren’, is de harde conclusie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), in het vandaag verschenen rapport Education at a glance 2017. Hierin vergelijkt de Oeso de aangesloten landen met elkaar. De rode draad in het rapport is de lage betaling van leraren, terwijl er veel ouderen op het punt staan om met pensioen te gaan. ‘Lerarensalarissen zijn laag in vergelijking met andere hoger opgeleiden. Dat is het kernprobleem om jongeren voor de klas te krijgen’, is de hoofdboodschap van de Oeso. Dit punt is zeker iets dat opgaat voor Nederland, waar bovengemiddeld minder wordt betaald dan in andere landen. Hoewel de absolute lonen in het onderwijs hoog liggen, verdienen Nederlandse leraren fors minder dan andere hoogopgeleiden, signaleert de Oeso. In het primair onderwijs ligt dat salarisverschil na vijftien jaar werken op 30 procent, terwijl in het voortgezet onderwijs 12 procent minder wordt verdiend. Salariskloof leraren groter Primair onderwijs Oeso: -15% NL: -30% Voortgezet onderwijs Oeso: -6% NL: -12% Bron: Education at a glance 2017, Oeso Tel daarbij op dat het Nederlandse onderwijs gemiddeld meer is vergrijsd, zo werken er in het basis- en voortgezet onderwijs veel meer vijftigplussers dan in andere landen. In het afzonderlijke landenrapport waarschuwt de Oeso dan ook: ‘Nederland heeft een enorme uitdaging bij het vervangen van de kennis en kunde van al die leraren die de komen jaren met pensioen gaan.’ Nederland geeft van zijn welvaart – het bruto binnenlands product (bbp) – in totaal 5,4 procent uit aan het onderwijs, dat is boven het Oeso-gemiddelde van 5,2 procent. Maar dat geldt niet voor alle sectoren. Zo liggen de uitgaven voor het primair onderwijs lager, op welke manier je het ook bekijkt. Als deel van de welvaart, kosten per leerling of als percentage van de overheidsuitgaven, steeds blijft het basisonderwijs achter, terwijl de uitgaven voor het voortgezet en het hoger onderwijs elk jaar iets hoger liggen dan gemiddeld. Nederland behoort tot de groep landen waar de klassen in het primair onderwijs tussen 2005 en 2015 voller zijn geworden. Hier steeg de groepsgrootte 6 procent, terwijl die in de hele Oeso-zone daalde met 6 procent en binnen Europa stabiel bleef. Bovendien zijn de klassen in Nederland al groter dan in vergelijkbare landen. De meest gebruikte maat daarvoor is de leerling-leraarratio, oftewel het aantal leerlingen per fulltime leraar. Die aantallen liggen bovengemiddeld ten opzichte van de Oeso-landen en nog eens een tikje hoger ten opzichte van de landen in de Europese unie. Klassen voller Primair onderwijs Oeso: 15 NL: 17, +13% Voortgezet onderwijs Oeso: 14 NL: 18, +28% Bron: Education at a glance 2017, Oeso Daarnaast geven Nederlandse leraren fors meer lessen per jaar dan hun Oeso-collega’s. Hierdoor blijft er minder tijd over voor bijscholing of vernieuwing van het onderwijs. De vollere klassen en het hoge aantal lessen per week maken dat de werkdruk in Nederland hoog ligt. De Oeso-cijfers gaan uit van de formele cao-cijfers voor de lesweek en de werkweek van leraren, terwijl het werkdruk-onderzoek van de AOb laat zien dat er fors wordt overgewerkt in het onderwijs. Lesuren per jaar hoger Primair onderwijs Oeso: 794 uur NL: 930 uur, +17% Voortgezet onderwijs Oeso: 662 uur NL: 750 uur, +13% Bron: Education at a glance 2017, Oeso Lovende woorden heeft de Oeso voor het Nederlandse middelbaar beroepsonderwijs. De slagingspercentages liggen fors hoger dan in andere landen en de overstap naar een baan gaat relatief soepel. Meer somber is de Oeso over het zeer lage percentage jongeren dat kiest voor een exacte studie aan een hogeschool of universiteit. Dat is slechts 18 procent, terwijl dat gemiddeld in de Oeso-landen op 28 procent ligt. Vooral jammer omdat de loopbaan-perspectieven met die studies erg goed zijn.
Onderzoek wijst uit: miljard euro tekort in hoger onderwijs 5 mrt Hogescholen en universiteiten hebben jaarlijks honderden miljoenen euro’s extra nodig. Dat staat in een langverwacht rapport dat het kabinet vandaag openbaar heeft gemaakt. Bovendien kan... LEES VERDER
Verbaasd over het Irma Sluis effect 4 mrt Een bijzonder bijeffect van de coronacrisis: de gebarentaal-opleiding is ineens razend populair. “Eindelijk word ik niet meer zo gek aangekeken als ik in een winkel... LEES VERDER
Universiteiten starten nieuwe masteropleiding voor onderwijzers 4 mrt Vier universiteiten willen in september 2022 een ‘pabo’ op wetenschappelijk masterniveau gaan aanbieden. De eerste universiteit kreeg inmiddels groen licht van de minister, maar de... LEES VERDER
Wetenschapper is niet het schaap met de vijf poten 3 mrt Een wetenschapper kan op veel gebieden succesvol zijn, maar niet alle successen worden gelijk erkend en gewaardeerd. Volgens wetenschapsfinanciers en kennisinstellingen moet het roer om.... LEES VERDER