Algemeen

Minister Bussemaker laat begroting met een gat achter

De komende jaren komt het onderwijs nog honderden miljoenen tekort. In 2018 past het ministerie van Financiën de helft bij, waardoor het gat dat Bussemaker het eerste jaar achterlaat 244 miljoen euro is.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

prinsjesdag-4

In de jaren daarna loopt dat probleem op tot ruim 400 miljoen euro. Het nieuwe kabinet moet daar bezuinigingsplannen bij bedenken.

Het nieuwe kabinet Rutte III krijgt van Rutte II een bijzondere opdracht mee: plannen maken voor bezuinigingen die de hele nieuwe kabinetsperiode doortikken. ‘De beslissing over invulling hiervan wordt overgelaten aan het volgende kabinet. Hiertoe is besloten na overleg met de formerende partijen’, schrijft Bussemaker in haar laatste onderwijsbegroting.

De problemen zijn ontstaan door hogere studentaantallen, scholieren die langer doorleren en een nog steeds niet ingevulde bezuiniging uit eerdere jaren. Deze posten worden in het eerste jaar van een nieuw kabinet voor ongeveer de helft door het ministerie van Financiën gecompenseerd, waardoor er nog voor 244 miljoen euro moet worden bezuinigd. In de jaren daarna loopt dat op tot boven de 400 miljoen euro, waarna het in latere jaren afneemt.

Openstaande bezuinigingen onderwijs

2018 244 miljoen euro
2019 415 miljoen euro
2020 410 miljoen euro
2021 338 miljoen euro
2022 182 miljoen euro

Bron: Rijksbegroting 2018, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Salarisverhoging

Wel maakt het kabinet geld vrij voor een extra salarisverhoging voor leraren primair onderwijs, de 270 miljoen euro die al eerder was uitgelekt. Wanneer dat bedrag zou worden verdeeld over alle basisschoolleraren, komt dat volgens het ministerie van Onderwijs neer op 3 procent meer salaris. Dat komt dan bovenop de normale loonruimte – voor salarissen en andere arbeidsvoorwaarden – die voor alle onderwijssectoren 2018 wordt geraamd op 2,2 procent. Hoe de extra ruimte voor lonen uiteindelijk wordt ingezet, wordt in de cao’s uitgewerkt. Het bedrag komt nog niet in de begroting voor, maar staat in een speciale nota van wijziging die later vandaag is gepubliceerd.

Onderwijsachterstanden

Overigens levert het primair onderwijs nog steeds in op het onderwijsachterstandenbeleid. Doordat nog geen nieuw systeem voor het bepalen van achterstanden is doorgevoerd, vloeit er bij het primair onderwijs de komende vijf jaar 50 miljoen euro weg, omdat er steeds minder kinderen zijn die aan de oude normen voor achterstandsgeld voldoen.

Het invoeren van het leenstelsel levert voor het eerst geld op voor het hoger onderwijs. In 2018 gaat het om 200 miljoen euro. Dat bedrag is volgens OCW onder meer bestemd voor kleinschalig intensief hoger onderwijs en speciale programma’s voor toptalenten.