Algemeen

'We moeten laten zien dat het echt menens is’

Simone Fomenko is gekozen als nieuwe hoofdbestuurder voor het primair onderwijs. “Waardering zit niet alleen in salaris”, vertelt de kersverse bestuurder die zichzelf ziet als verbinder.

Tekst Ad Moerman - redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

simone-8web

Vertel eens over je achternaam?

“Mijn opa vluchtte in 1918 uit de Oekraïne. Hij ontmoette na enige omzwervingen mijn oma in Engeland die daar toen een cursus Esperanto deed. Samen kwamen ze naar Nederland.”

Een internationale achtergrond dus?

“Zeker. Zelf reisde ik ook wat af. Bijvoorbeeld richting Zuidoost-Azië en Australië. In Thailand ontmoette ik mijn man. Een monnik uit Laos, met wie ik een zoon en een dochter heb. Hier in Nederland is hij sushi kok. Begin dit jaar reisden we naar Laos. Dat werd een reis van vijf maanden doordat we vast kwamen te zitten door coronabeperkingen. Mijn kinderen gingen een poosje daar naar school.”

Heb jij daar ook wat van geleerd?

“Onderwijzers krijgen in Laos soms maanden geen salaris. Uit betrokkenheid en passie voor hun vak, gaan ze toch gewoon werken en maken ze er het beste van met zeer beperkte middelen. Dat relativeert ons gemopper hier. Dat neemt echter niet weg dat er ook hier nog van alles beter kan in het onderwijs. Anders dan hier heeft een onderwijzer ginds nog wel maatschappelijk aanzien.”

Applaus

Dat zou jij ook wel willen?

“Hier moet je nog steeds elke verjaardag sneren en vooroordelen weerleggen over onze twaalf ‘vakantieweken’. In tijden van corona krijgen we applaus. Vervolgens gaan we weer snel verder zoals we het deden. Terwijl iedereen in het onderwijs de afgelopen maanden gemerkt heeft dat je met gehalveerde klassen Jantje wel de aandacht kan geven die nodig is. Zonder dat er nog twaalf Jantjes staan te wachten. Waardering zit niet alleen in salaris.”

Hoe raakte je verzeild bij de AOb?

“Een enthousiaste voormalig hoofdbestuurder sleepte me een jaar of wat geleden mee naar een vergadering. Een poosje later zat ik in het sectorbestuur po, namens regio Oost. En nu dus in het hoofdbestuur.”

Waarom stelde je je verkiesbaar?

“Ik wil meer dan alleen voor de klas. De AOb is een leuke club en op mijn nieuwe plek kan ik meer invloed uitoefenen. Ik blijf twee dagen werken op mijn basisschool in Epe en twee dagen voor de AOb. Het is voor mij een ideale combinatie. Ik zie voor mezelf bij de AOb een verbindende rol: de spil tussen allerlei belangen.”

Tof vak

Oh ja?

“Zekers. Doe ik nu ook al. Zo zit ik als sectorbestuurder zoveel mogelijk ook bij de consulenten-overleggen in regio Oost. Zodat ik hoor waar zij zoal tegenaan lopen op de scholen. Dat vertaal ik naar boven. Net zoals ik de besluiten van boven naar beneden ga uitleggen. Dit soort verbinding wil ik ook bijvoorbeeld met het voortgezet onderwijs aangaan. Als de sectorraad van het vo ook zegt dat wij in het po te weinig verdienen, dan staan we een stuk sterker.”

Het ‘olievrouwtje’ van de AOb?

“Echt niet alleen bruggen slaan. Ik zal me ook laten gelden. En minder klagen en meer laten horen en zien dat werken in het onderwijs echt tof is. Maar, wat mij betreft gaan bij een volgende actie de scholen ook, desnoods landelijk, een hele week dicht. Dat we eens een keer echt laten zien dat het menens is. Tegelijk weet ik ook wel dat de AOb een complexe organisatie is waar iedereen zijn zegje wil doen. Dus bergen verzetten zit er niet in, maar ik ga zeker stenen verleggen!”