Algemeen

AOb: Met Haagse hulp kan krimp in het vo een zegen in vermomming zijn

De AOb vindt dat het ministerie van Onderwijs de krimp in het voortgezet onderwijs moet aanpakken als kans. "De werkdruk is in het voortgezet onderwijs te hoog. Minder leerlingen zou dan ook niet moeten betekenen dat er minder geld beschikbaar komt", aldus AOb-vicevoorzitter Ben Hoogenboom.

Tekst Algemene Onderwijsbond - - 2 Minuten om te lezen

meisje-op-boek-featured2

"We willen in Nederland lessen kunnen verzorgen van hoge kwaliteit. Optimaal voorbereid en met aandacht voor iedere leerling. De daling van het aantal leerlingen dat van het po af komt, kan daarbij helpen", zegt Hoogenboom.

Anderhalf jaar geleden nam de Tweede Kamer een motie aan van D66-politicus Paul van Meenen. Daarin werd opgeroepen het aantal lesuren per leraar op maximaal twintig per week te zetten bij een volledig dienstverband, zodat docenten de tijd krijgen hun vak en hun lessen bij te houden.

Benutten

Hoogenboom: "Ik kan me voorstellen dat Van Meenen er alles aan zal doen om de demografische ontwikkeling te benutten om zijn plan in Den Haag tot wasdom te laten komen. Zeker met zijn partij in de regering en onderwijsminister Van Engelshoven (D66) op het departement. Ik ga er eigenlijk van uit dat hiermee het probleem van mogelijke boventalligheid grotendeels is opgelost."

Om het aantal leraren dat alsnog tussen wal en schip dreigt te komen zo veel als mogelijk te behouden voor de sector, wil de AOb constructief beleid zien. "Scholen moeten kijken naar hun personeelsbestand en zorgen dat de verschillende generaties solidair zijn met elkaar. Starters moet je kunnen behouden door bij afvloeiingsregelingen vooral naar de oudere collega's te kijken. Als die zich nog vitaal voelen voor de klas, dan moet je ze vooral koesteren en mogelijk tot een coachende rol motiveren. De afzwaaiende generatie heeft enorm veel kennis waarmee starters hun voordeel kunnen doen."

AOb-bestuurder Ben Hoogenboom: "Ik kan me voorstellen dat Van Meenen er alles aan zal doen om de demografische ontwikkeling te benutten om zijn plan in Den Haag tot wasdom te laten komen. Zeker met zijn partij in de regering."

Tekortvakken

Dan zijn er natuurlijk nog de tekortvakken. "Krimp betekent helaas niet dat we over twee jaar weer uitkomen met het aantal wiskundedocenten", stelt Hoogenboom. "Daarvoor is de samenstelling van onze beroepsgroep te complex. Je moet natuurlijk altijd kijken of er leraren zijn die willen omscholen, maar je moet wel reëel blijven: een goede geschiedenisleraar is niet vanzelf ook een goede wiskundeleraar. Een loopbaan in het primair onderwijs is een mogelijkheid, maar zolang Den Haag weigert het salarisgat tussen het primair en voortgezet onderwijs te repareren in de bestedingsruimte, zie ik niet veel vo-docenten voor groep zeven of acht staan."

Alertheid is intussen geboden. "De geschiedenis is zich een beetje aan het herhalen. Het zijn namelijk vooral de starters die nu al problemen hebben om werk te vinden in de krimpgebieden. Daar ging het een paar jaar terug ook mis, toen het probleem speelde in het primair onderwijs: mensen die van de pabo afkwamen konden geen werk vinden en veel scholen vonden het goedkoper om collega's met een korter dienstverband de wacht aan te zeggen. Inmiddels kennen we daar een enorm en snel oplopend lerarentekort, en die mensen ben je kwijt. Middelbare scholen moeten leren van die fout."

Lees het artikel uit het Onderwijsblad: 'De grote krimp komt eraan' op AOb.nl