Algemeen

Mbo-ambassadeur laakt foute beeldvorming

Als mbo-ambassadeur heeft Sil de Weerd zich het afgelopen jaar ingezet voor een positiever imago van deze onderwijssector. De benoeming van mbo-leerlingen tot studenten is een eerste stap vooruit.

Tekst Ad Moerman - Redactie onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

sil-de-weerd-mbo-ambassadeur

Beeld: Fred van Diem

Een jaar lang mocht Sil de Weerd zich zo noemen: ambassadeur. Negentien jaar jong reisde hij van hot naar her om bij te dragen aan een beter imago van het mbo en mbo-leerlingen. Die leerlingen heten vanaf 2020 dus student. “Dat hebben we als sector toch maar mooi voor elkaar gekregen”, zegt De Weerd. “Mijn ambassadeurschap heeft daar wellicht aan bijgedragen. Het was natuurlijk erg gek en onlogisch dat mbo’ers leerlingen werden genoemd. Net zo merkwaardig als die benamingen ‘lager en hoger onderwijs’. Laten we het één voortaan theoretisch en het ander praktisch onderwijs noemen. Dat dekt de lading veel beter.”

Het ambassadeurschap was een tijdrovende klus. Met de trein stad en land af. Interviews op Radio 1, RTL4 en in de Metro. Gesprekken met vele politici, met als klap op de vuurpijl een sessie met minister-president Mark Rutte en minister van onderwijs Ingrid van Engelshoven.
Intussen deed De Weerd ook nog met succes eindexamen: “Het was passen en meten, mijn agenda was overvol. Maar ik kreeg volop medewerking van mijn school en de MBO-raad. Logisch, want het is van groot belang dat er een realistischer beeld ontstaat over het mbo.”

Zonder deze vakmensen zou het land krakend en piepend tot stilstand komen

De meeste mbo’s hebben een ambassadeur en uit hun midden wordt jaarlijks een landelijke gekozen. De Weerd viel die eer eind november vorig jaar te beurt. Hij heeft in het afgelopen jaar vooral geprobeerd de beeldvorming over de sector bij te stellen: 40 procent van alle werkenden is immers mbo’er. Zonder deze vakmensen zou het land krakend en piepend tot stilstand komen.

Arbeidsmarkt

Mbo’ers hebben bovendien een sterkere positie op de arbeidsmarkt dan havo-leerlingen, aldus De Weerd. “Want mbo’ers kunnen wél wat. Zoals Pieter Derks al zei: straks zitten we met een land vol communicatiedeskundigen, maar niemand die nog weet hoe je een lekkende kraan repareert.

Het mbo is juist heel bewust met de vakken van de toekomst bezig

Ouders en leerlingen zien beroepsopleidingen nog te vaak als een vorm van lager onderwijs.
Volkomen ten onrechte meent De Weerd: “Naar mijn mening kun je bijvoorbeeld beter de route naar het hbo nemen via het mbo dan via de havo. Leerlingen uit het beroepsonderwijs hebben al volop werkervaring opgedaan via allerlei stages. Dus als die na het hbo aankloppen bij bedrijven dan hebben ze een forse streep voor”, zegt De Weerd, die ook bestrijdt dat het mbo opleidt voor vakken die straks niet meer bestaan. “Het mbo is juist heel bewust met de vakken van de toekomst bezig.”

Zelf overwoog hij naar het hbo door te stromen, maar uiteindelijk brengen zijn passie en het afgelopen jaar hem op een ander pad. “Ik deed de studie ‘voeding & voorlichting’. Daar ligt mijn passie: mensen helpen bij het maken van duurzamere en gezondere keuzes bij hun dagelijkse voedsel. Ik ben gestart met Beter (W)eten, een eigen bedrijf dat voorlichting gaat geven op dit gebied. Zowel aan scholen, sportverenigingen en andere groepen als aan individuen. Je kunt straks een op jouw persoon en persoonlijke wensen gericht, uitgebreid voedingsadvies bij mij kopen. Na een internetintake en een telefonisch consult, werk ik dat voor je uit tegen een zeer aantrekkelijke prijs.”

Netwerk

Dat hij deze weg inslaat, is in de beleving van De Weerd mede een gevolg van het ambassadeurschap. Vol vertrouwen: “Ik heb gemerkt dat ik goed kan omgaan met allerlei mensen. Van de minister-president tot de schoonmakers op school. Ook sta ik met groot gemak voor een groep mensen. Bovendien heb ik het afgelopen jaar een flink netwerk opgebouwd. Dus dit bedrijf gaat vast wel lukken.”

Voor het mbo heeft hij nog een belangrijk advies: “Leerlingen die ergens heel goed in zijn, of die net als ik voor een onderdeel van de studie heel veel passie hebben, moeten meer ruimte krijgen op het mbo om zich te ontwikkelen tot specialist op dat onderdeel. Ik moest de afgelopen jaren veel tijd steken in microbiologie. Zonde van mijn tijd, omdat ik die richting echt niet opga. Natuurlijk zie ik het belang van jezelf breed scholen. Maar de omgang met ‘wat moet en wat mag’ kan best wat losser.”

En De Weerds tip voor zijn opvolger, vanaf volgende maand? “Blijf dichtbij jezelf bij het promoten van het mbo als stevige basis voor praktische gerichte studenten.”