Algemeen

Lerarentekort stelselmatig onderschat

Scholen hebben duizenden leraren meer nodig dan de prognoses aangeven, omdat geen rekening is gehouden met werken in deeltijd. Daar komt de vraag naar vervangers nog bovenop. Met het huidige beleid komen die grote aantallen nieuwe leraren er niet.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

lerarentekort-animatie-teller

Beeld: Typetank

Jaar in jaar uit wordt de behoefte aan leraren onderzocht, net als de tekorten eraan. Toch overvalt een onverwacht groot gebrek aan mensen ons de laatste jaren steeds opnieuw. Er werd afgelopen maand niet langer gesproken over een vierdaagse schoolweek, maar over het schrappen van het eerste leerjaar in het basisonderwijs. Leerlingen in de grote steden zouden dan pas vanaf vijf jaar naar de basisschool gaan.

Rekensommen

Centerdata -het onderzoeksbureau dat prognoses over de tekorten berekent- houdt de rekensommen behapbaar en correct door uit te gaan van voltijdbanen. Prima. Maar de praktijk is dat leraren in het basis- en speciaal onderwijs gemiddeld een baan van 0,73 fte hebben. Collega’s in het voortgezet onderwijs hebben een zogenoemde deeltijdfactor van 0,81.

Leraren in het basis- en speciaal onderwijs hebben gemiddeld een baan van 0,73 fte. Collega’s in het voortgezet onderwijs hebben een zogenoemde deeltijdfactor van 0,81.

Er zijn dus veel meer mensen nodig om de gaten op te vullen. In plaats van drieduizend openstaande vacatures hebben het basis- en voortgezet onderwijs volgend jaar dan al bijna een tekort van vierduizend. In 2023 groeit het tekort niet door naar vijfduizend maar naar zevenduizend.

Je kan hopen dat de nieuwe zij-instromers en pas-afgestudeerden meer uren willen gaan werken, maar in die deeltijdfactoren zit al jarenlang niet veel beweging. Onderzoek in het primair onderwijs liet onlangs zien dat mensen uit loyaliteit met hun collega’s best een tijdje meer willen werken, om een gat op te vangen, maar niet voor altijd.

Behoefte aan vervangers

En al rekenen we de deeltijdfactor vanaf nu in de tekorten mee, dan zijn we er nog niet. De behoefte aan vervangers zit ook niet in de prognoses, omdat daar onvoldoende gegevens over zijn.

Wat we wel weten is dat er door ziekte, zwangerschap en overig verlof in het primair onderwijs globaal rond de 10 procent aan vervangers nodig is, goed voor negenduizend voltijdbanen. In het voortgezet onderwijs ligt de vervangingsbehoefte officieel op bijna 9 procent, oftewel rond de vijfduizend voltijdbanen. Van het voortgezet onderwijs weten we dat scholen kortdurend verzuim allang niet meer opvangen, dus zal daar de behoefte wat lager zijn.

De behoefte aan vervangers zit ook niet in de prognoses, omdat daar onvoldoende gegevens over zijn

Verder schrijft Centerdata in hun laatste rapport dat men doet alsof er in 2016 geen tekorten waren. Dat ‘verborgen tekort’, bij scholen die vanwege personeelsgebrek problemen oplosten door de klassen te vergroten of onbevoegden voor de klas te zetten, moet je er eigenlijk ook bij optellen.

Te laat en te mager

Kijken we naar al die duizenden banen die in basis en voortgezet onderwijs moeten worden opgevuld, dan lijken de maatregelen van het kabinet te laat en te mager. Tot nu toe zijn de plannen om het lerarentekort aan te pakken niet erg effectief gebleken.

Wat volgens de AOb mist in het palet maatregelen is een lange termijn investeringsplan. Betere salarissen, onder meer. Dat werkt, schreef Centerdata in 2011 naar aanleiding van het toenmalige Actieplan Leerkracht. Dat bestond uit een structurele investering van één miljard euro, vooral in salarissen. De onderzoekers rapporteerden dat het tekort groter zou zijn geweest als het Actieplan Leerkracht er niet was geweest. ‘Het heeft een duidelijk dempend effect op de tekorten.’

Veel deeltijdleraren nodig voor opvullen voltijdbanen

In het primair onderwijs is 1,37 leraar nodig voor 1 baan. In het voortgezet onderwijs is 1,23 leraar nodig voor 1 baan.
Primair onderwijs banentekort x deeltijdfactor = lerarentekort
2020 2406 x 1,37 3296
2025 4173 x 1,37 5716
2028 10370 x 1,37 14205

 

Voortgezet onderwijs banentekort x deeltijdfactor = lerarentekort
2020 500 x 1,23 617
2025 1056 x 1,23 1304
2028 1641 x 1,23 2026
De deeltijdfactor is groter dan 1, omdat leraren in deeltijd werken. Zo is voor het vervangen van een voltijdbaan in het basisonderwijs 1/0,73 = 1,37 aan leraren nodig.