Leraren over het leraarschap en ontwikkeling beroep Meer vrijheid over lessen en lokalen. Alleen dan kunnen docenten maatwerk leveren en leerlingen centraal stellen. Nu staat nog te vaak het rooster centraal. Leraren geven aan dat ze moeten oppassen: ze moeten niet alleen een uitvoerder worden van andermans ideeën. 31 mei 2018 • TEKST Webredactie Dat staat in het ‘visiedocument’ dat de AOb onlangs aan de Onderwijsraad, het adviesorgaan van de regering, heeft aangeboden. De raad is bezig met een groot advies over loopbanen van leraren. De AOb vroeg aan leraren uit het po, vo, mbo en hbo, hoe zij tegen het leraarschap en de toekomst van hun beroep aankijken. De bond hoopt dat het document leerzaam is en inspiratie biedt aan beleidsmakers, directeuren, teamleiders, bestuurders en politici. Hoe denken leraren over het leraarschap, de toekomst van hun beroep en wat betekent dit voor scholen, beleidsmakers en vakorganisaties? De AOb ondervroeg 57 leraren, zij gaven antwoord op deze vragen. Het beroep is veelzijdig, concluderen de ondervraagde leraren. Ze zijn onderwijzer, maar ook coach. De kern van het werk bestaat altijd uit: pedagogiek, didactiek en vakinhoudelijke kennis. Uit de gesprekken met de leraren blijkt dat persoonlijke vorming, burgerschap en opvoeding steeds meer de boventoon voeren. ‘Deze verwachtingen overtreffen vaak de rol die leraren voor zichzelf zien weggelegd’, zo staat in het document. Ook zijn de docenten het eens dat als je voor de klas staat een volwaardige leraar moet zijn. Dat betekent: bevoegd en minimaal hbo-niveau. Wel ervaren leraren te weinig tijd voor persoonlijke ontwikkeling. De kern van het werk bestaat altijd uit: pedagogiek, didactiek en vakinhoudelijke kennis. In de toekomst denken de leraren dat ze meer coachend bezig zullen zijn en minder klassikaal onderwijs geven. Wel geven ze dan een sterkere pedagogische individuele begeleiding. In de visie benadrukken leraren dat ict een middel is en geen doel. Fysieke interactie zal altijd belangrijk blijven. Invloed Als aanbevelingen geven leraren aan dat er meer ruimte moet zijn voor bijscholing. En ze willen meer autonomie zodat ze de leerling centraal kunnen stellen. ‘Professionele ruimte en waardering zijn belangrijke voorwaarden om als leraar goed te functioneren’, zo staat in het document. Uit de gesprekken blijkt dat leraren een kantelpunt voelen: verregaande autonomie van leraren en leerlingen is wenselijk. Maar als ze niet oppassen valt het de verkeerde kant op: de leraar is dan pedagogisch bekwaam, maar verder wordt alles van buitenaf opgelegd. Lees het document met de uitgebreide visie van de 57 leraren op hun beroep via deze link. De Onderwijsraad komt dit najaar met een advies.
Mag mijn werktijdfactor worden afgerond? 23 mei Ik heb een werktijdfactor van 0,6500 (26 uur), maar wordt wekelijks voor 0,6000 ingepland (24 uur). Heeft mijn werkgever zeggenschap over de resterende twee uur? LEES VERDER
D66 en CDA eisen focus op basisvaardigheden 6 apr In het debat over de herziening van het curriculum benadrukten coalitiepartijen D66 en CDA dat ze focus willen op het updaten van taal en rekenen.... LEES VERDER
UvA-docenten zijn tijdelijke contracten zat en stoppen met nakijken 5 apr Op de Universiteit van Amsterdam (UvA) zijn meerdere medewerkers gestopt met nakijken om aandacht te vragen voor de tijdelijke contracten van junior docenten. De actie... LEES VERDER
AOb: ‘Derde ziektejaar voor onderwijspersoneel met long covid’ 28 mrt Mensen in het onderwijs die lijden aan langdurige covid moeten uitstel krijgen van de WIA-keuring – de keuring voor arbeidsongeschiktheid. Dat schrijft de AOb in... LEES VERDER