Algemeen

Lagere salarisgrens duwt meer schoolbestuurders boven WNT-norm

Ruim twee procent van de onderwijsbestuurders -veertig in aantal- verdiende in 2015 meer dan de topsalaris-norm van hun sector. Dat is een stijging ten opzichte van 2014, toen waren het er dertig. Maar er zit wel een adder onder het gras: in het mbo en het hbo is de bovengrens vorig jaar met ruim twintigduizend euro gezakt.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

Voor de verschillende onderwijs-sectoren gelden eigen, lagere maximum-normen voor wat een bestuurder mag verdienen. In het hbo en mbo is die bovengrens vorig jaar verlaagd van bijna twee ton naar 178 duizend euro. Dat heeft te maken met een verdere aanscherping van de Wet normering topinkomens per 1 januari 2015. Daarbij is het maximum teruggeschroefd van 130 procent van een ministerssalaris naar 100 procent.

Overgangsregime

Dat verklaart de spectaculaire toename van het aantal bestuurders in het beroepsonderwijs boven het beloningsmaximum vorig jaar.

In 2015 kwam 23 procent van de hbo-bestuurders boven de norm uit, in 2014 was dat vijf procent. En in het mbo verdiende twaalf procent vorig jaar meer dan het maximum, terwijl dat in 2014 nog slechts drie procent was.

Vandaag stuurde minister Plasterk van Binnenlandse Zaken het jaaroverzicht 2015 van de Wet normering topinkomens naar de Tweede Kamer.

Dat ze boven de norm zitten, heeft voor de meeste bestuurders geen gevolgen. Ze vallen onder het overgangsregime dat met de Wet normering topinkomens in 2013 is ingevoerd. Hun contracten stammen van vóór de invoering van de wet. Instellingen krijgen in totaal zeven jaar om lopende contracten aan de norm te laten voldoen.

Ontslagvergoedingen

Het jaaroverzicht meldt verder dat vorig jaar 34 onderwijsbestuurders een ontslagvergoeding kregen waarvan er vier boven de norm (75 duizend euro) uitkwamen. Het aantal ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen in het onderwijs vertoont een dalende lijn. In 2013 waren het er 48, in 2014 nog 38.

Het primair onderwijs, de sector met veruit de meeste schoolbestuurders, telde vorig jaar ook de meeste bestuurlijke vertrekregelingen: 23, waarvan eentje de norm te boven ging. Ook voor vertrekregelingen geldt een overgangsregeling als ze zijn vastgelegd voordat de wet inging.

In het mbo waren er vorig jaar vier bestuurders met een vertrekregeling, waarvan twee boven de norm. Daaronder ook de drie ton pensioenaanvulling van de voormalige voorzitter Erik Hietbrink van het Rotterdamse Scheepvaart- en Transportcollege. In het hbo is er één casus, namelijk de gouden handdruk voor voormalig Hogeschool Utrecht-voorzitter Geri Bonhof waar het Onderwijsblad eerder over berichtte. Die was met 182.900 euro ruim boven de norm. Beide kwesties vallen volgens de instellingsaccountant onder het overgangsregime.

Overtredingen

Of er onderwijsbestuurders zijn die in 2015 de topsalaris-wet hebben overtreden (en die niet onder de overgangsregeling vallen), is vooralsnog niet bekend. De Onderwijsinspectie meldde eerder deze maand dat er enkele meldingen van mogelijke overtredingen zijn binnengekomen. Verder liggen er nog een aantal kwesties uit voorgaande jaren. Een daarvan is de zaak rond de interim-vergoedingen bij hogeschool Artez.