MBO

Klimaatdoelen? Zonder het mbo wordt het niets

Steeds meer huishoudens, gemeentes en bedrijven stappen over op groene energie. Razendsnel moeten mbo’ers opgeleid of bijgeschoold worden. “Ook als docent kun je niet langer toekijken. Voor je het weet loop je gigantisch achter.”

Tekst Maaike Lange - redactie Onderwijsblad - - 7 Minuten om te lezen

thomas-van-doremalen36-onderwijsmanager-techniek-op-het-willem-1-college-geeft-les-aan-een-eerste-monteur-elektrotechnische-installaties

foto: Angeliek de Jonge

Jan Lauwerijssen is docent op het ROC Midden-Nederland. Een paar keer per week rijdt hij, nog niet in een elektrische auto, op en neer van de Noordoostpolder, waar hij woont, naar Nieuwegein om techniekles te geven. “De ontwikkelingen in ons vak gaan zo snel”, zegt hij. “Als je niet uitkijkt, loop je als school gigantisch achter.”

In 2050 wil Nederland een geheel duurzame energievoorziening te hebben. Dat betekent 100 procent energie uit wind, zon, water en biomassa. Bestaande woningen, kantoren en andere gebouwen moeten worden verduurzaamd. Zonnepanelen moeten worden geplaatst, windmolens opgebouwd, laadstations voor elektrische auto’s neergezet. Monteurs zijn nodig voor de nieuwe installaties en het ombouwen van bestaande. Relatief nieuwe beroepen die vooral mbo’ers moeten gaan invullen.

Hoe zorgen scholen ervoor dat hun curriculum op peil is?

Dat betekent veel kansen voor mbo’ers. Maar het betekent ook druk op de roc’s, die een antwoord moeten zien te vinden op steeds terugkerende vragen: Hoe zorgen we ervoor dat er voldoende gekwalificeerd personeel is voor de realisatie van de energietransitie? En hoe zorgen scholen ervoor dat hun curriculum op peil is zodat mbo’ers met de meest accurate kennis en vaardigheden hun diploma halen.

Lauwerijssen: “Om te weten wat er nu speelt, moet je als school meelopen met bedrijven en samen optrekken.” Vervolgens moeten roc’s, zegt hij, hun kennis met elkaar delen. In 2019 is daarom het project De Uitdaging opgericht, een landelijk programma om de samenwerking tussen roc’s op het terrein van energietransitie te bespoedigen. Sinds kort staat Lauwerijssen aan het hoofd van De Uitdaging. “Gelukkig hebben roc’s ook tijdens corona niet stilgezeten”, zegt hij. “Nu alles weer open is, is het hoog tijd om elkaars onderwijsinstellingen te bezoeken en elkaar te laten zien waar we mee bezig zijn.” Daar gaat hij persoonlijk voor zorgen, zegt hij.

Actueler kun je het niet krijgen

Zijn eigen roc in Nieuwegein heeft vooral ingezet op het uitbreiden van de samenwerking met bedrijven. Bedrijven uit de omgeving zetten opdrachten uit bij de leerlingen. Leerlingen en docenten zitten zo boven op de nieuwste ontwikkelingen, zowel in de praktijk als in theorie. “Actueler kun je het niet krijgen”, zegt hij. Een mooie opdracht kwam van een bedrijf dat is gespecialiseerd in klimaatbeheerssystemen in flatgebouwen. Een groepje studenten ging bezig met het herontwerpen van de technische installatie om energie te besparen. “Het bedrijf is zo blij met de studenten dat ze er meteen een vakantie- en zaterdagbaan aangeboden hebben gekregen.”

Volgens Lauwerijssen zijn alle roc’s ervan doordrongen dat ze op technisch gebied een flinke slag moeten maken. De cijfers van het UWV in het derde kwartaal van 2021 onderstrepen dat: bijna 46 duizend vacatures voor beroepen in de sector Techniek en gebouwde omgeving, nodig voor de klimaatdoelen. Een slag maken, betekent dat het onderwijs anders ingericht moet worden. “Je moet maar eens gaan kijken bij het Koning Willem I College in ’s-Hertogenbosch”, raadt hij aan. Die school is op het gebied van energietransitie een echte voortrekker. “En vergeet ook Scalda in Zeeland niet”, voegt hij toe.

Te vaak benaderen we techniek te mannelijk

Op het Koning Willem 1 College in Den Bosch werkt duurzaamheidscoördinator Rob de Vrind al veertig jaar. Al twintig jaar probeert hij het schoolgebouw te verduurzamen met het oog op het klimaat en om een voorbeeld te zijn. Veel is intussen gerealiseerd. Het schoolgebouw is de duurzaamste onderwijsinstelling van Nederland. “Het gebouw is een showcase voor de energietransitie”, zegt hij. Alle techniek is zichtbaar gemaakt, niet verstopt dus achter een wandje. Zo is bij de receptie de luchtbehandelingskast in de etalage gezet en overal zijn de klimaatplafonds te zien. Het is onderdeel van het ‘vertellen van een ander verhaal’, zegt hij. Om meer jongeren te interesseren voor techniek moet er een verhaal verteld worden dat aansluit bij de wereld van vandaag. “Te vaak benaderen we techniek te mannelijk. Met nieuwe technieken kunnen we de aarde redden. De zorg voor de aarde spreekt vrouwen meer aan. Als je het verhaal vertelt van het redden van de aarde, raken meer mensen geïnteresseerd in techniek.”

Wiki-huizen

Volgens De Vrind is ook het werken in de techniek veranderd. “Veel mensen denken dat techniek vies werk is op koude werkplaatsen. In veel gevallen is dat helemaal niet meer het geval.” Ook is de techniek simpeler aan het worden, zegt hij. “Dat moet ook wel, omdat er te weinig monteurs zijn.” Met minder mensen moet je meer werk kunnen verrichten. Daarvoor worden simpelere systemen bedacht. “Er bestaan al wiki-huizen, je ontwerpt je eigen huis, alles wordt aangeleverd en je zet het zo in elkaar. Verwarmingssystemen en de meterkast worden aan elkaar geklikt.” In plaats van twintig specialisten die alles aanleggen en installeren, heb je er straks nog maar zes nodig, weet hij.

Met een mbo-deelcertificaat mag iemand al meteen een specifieke werkzaamheid uitvoeren

Maar voor het zover is, moeten mbo’ers nu al direct opgeleid worden om de druk op de arbeidsmarkt te verlichten. Ook daar heeft het Koning Willem I College over nagedacht. Vanaf dit schooljaar gaat de school werken met deelcertificaten. Thomas van Doremalen, onderwijsmanager Techniek, legt uit: “Met een mbo-deelcertificaat mag iemand al meteen een specifieke werkzaamheid uitvoeren.” Zoals het verzwaren van een meterkast. Of het aanleggen van zwaardere kabels. Als je elektrisch gaat rijden of een warmtepomp neemt, heb je een andere inhoud van de meterkast nodig, legt hij uit. “Die handelingen zijn niet megacomplex”, zegt hij. “Na een korte opleiding van een aantal maanden in de praktijk kan iemand alvast aan de slag voor dat werk.” Dat helpt, volgens hem, om de druk in het werkveld te verminderen. Studenten kunnen snel aan de slag, en als ze willen, kunnen ze tegelijkertijd verder studeren en meerdere certificaten halen en ook hun hele mbo-opleiding afronden. “Als iemand geen zin heeft in de hele mbo-opleiding, maar blij is met een specifieke taak - neem het aanleggen van laadpalen voor elektrische auto’s - dan is dat al winst.”

Abseilen

Omdat ze in ‘s-Hertogenbosch, net als in Nieuwegein, opleiden in nauwe samenwerking met bedrijven, krijgen de opleidingen meteen veel mee van de laatste ontwikkelingen. Onderwijsmanager Van Doremalen: “We blijven als school op die manier up-to-date.” Docenten lopen en kijken mee in de bedrijven, docenten hebben een verplichte stage om hun kennis bij te spijkeren en docenten gaan naar de werkplek voor het praktijkexamen. “Zo zag ik tijdens een praktijkexamen een student op een hockeyclub in een lichtmast klimmen om een lamp op te hangen. Dan realiseer je je hoe groot zo’n ding is, en hoe sterk hij moet zijn om dat naar boven te krijgen.” Ook ontdekte hij zo dat een elektromonteur in een windmolen verplicht moet kunnen abseilen. “Als er brand uitbreekt, krijgt hij de instructie te abseilen. In de molen hangt een tuigje dat ze moeten aandoen.” Als school moet je dus ook voor een cursus abseilen zorgen. “Daar kom je pas achter als je daar op de vloer bent.”

Het onderwijs en het werkveld hebben elkaar meer en meer nodig

“Dit is precies de bedoeling”, vult Hans de Jong aan, onderwijsdirecteur Techniek van het Koning Willem I College. “Het onderwijs en het werkveld hebben elkaar meer en meer nodig. Mensen op de werkvloer hebben soms vaardigheden in huis die onze docenten niet hebben, zij worden ook ingezet als docenten in het onderwijs.”

Volgens De Jong wordt het onderwijs op deze manier variabeler en flexibeler. “Kijk, vanuit het bedrijfsleven is het helder: we zoeken iemand die zonnepanelen aanlegt. Maar jongeren willen gewoon iets leuks studeren. Aan ons is het die koppeling te maken, met als speerpunt de energietransitie.”

Waaghalzen

Bij mbo-opleiding Scalda in Zeeland weten ze een nieuwe groep studenten te trekken met meer avontuur. “Met de komst van het windmolenpark in Borselle voor de kust van Zeeland kwam ook de vraag hoe leiden we de mensen hiervoor op”, zegt Veronique van de Reijt, directeur Techniek & Maritiem. Vier jaar geleden is het educatief vakcentrum Wind op Zee opgericht, een mbo-opleiding voor windtechniek met een eigen windlab. “Dit is voor de waaghalzen. Je moet naar zee om de windmolens te monteren en te onderhouden. Heel anders dan het standaard monteurschap.” Binnenkort bouwt het roc samen met Hogeschool Zeeland een lab voor duurzame waterstof. Een stadsbus kun je bijvoorbeeld laten rijden op groene waterstof. “Telkens onderzoeken we wat de nieuwste ontwikkelingen in de energietransitie voor onze opleiding betekenen. In de nieuwe beroepen zien we al overal studenten van ons werken.”

Wil je op de hoogte blijven van ontwikkelingen in het mbo? Schrijf je dan in voor de maandelijkse AOb-nieuwsbrief mbo.