Algemeen

Klein deel werkloze leraren kan terug voor de klas

Een klein deel, zo’n 2.750 van de 11.000 leraren uit het primair onderwijs die op dit moment een ww-uitkering ontvangen, kan in potentie terugkeren voor de klas. Voorwaarden voor terugkeer zijn een lagere werkdruk, kleinere klassen en minder administratie.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

stille-reserve-primair-onderwijs-rapport

Beeld: Voorkant rapport Regioplan

Dat blijkt uit het rapport ‘Stille reserve in de ww. Onderzoek naar potentieel voor re-integratie in het po’ van Regioplan in opdracht van het ministerie van Onderwijs. Het onderzoeksbureau hield een enquête, ingevuld door bijna 1800 ww’ers die voorheen werkzaam waren in het primair onderwijs. Daarnaast interviewden de onderzoekers tien mensen uit deze doelgroep.

Niet eenvoudig

De groep werklozen uit het primair onderwijs bestaat uit zo’n 11.000 mensen, volgens de onderzoekers. Van hen heeft 90 procent een onderwijsbevoegdheid op zak. De onderzoekers waarschuwen dat deze mensen niet zomaar voor de klas gezet kunnen worden om het lerarentekort op te lossen. ‘Als het rapport iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat dit niet zo eenvoudig ligt’, zo schrijven de onderzoekers. ‘Het potentieel voor terugkeer is van diverse factoren afhankelijk.’

Het potentieel voor terugkeer is van diverse factoren afhankelijk

Grofweg is de onderzochte groep ww’ers in drie groepen te verdelen: 29 procent geeft aan niet meer te kunnen of willen werken in de onderwijssector. 48 procent wil wel graag weer aan de slag in het onderwijs, maar niet als leerkracht en 23 procent wil wel terug voor de klas als leraar. Van deze laatste groep verwacht het onderzoeksbureau dat er zo’n 1.250 mensen kunnen herintreden. Uit de groep die niet meer als leraar wil werken, maar wel een andere functie zou willen binnen het onderwijs, verwachten de onderzoekers dat er zo’n 1.500 mensen kunnen terugkeren: ‘We kunnen constateren dat zich onder de ww’ers een groep stille reserve bevindt die in potentie benoembaar is als leerkracht in het primair onderwijs.' Wel gaat het vooral om oudere werklozen die binnen een aantal jaren met pensioen zullen gaan.

Voorwaarden

Of deze mensen daadwerkelijk terugkeren voor de klas, heeft te maken met verschillende factoren. Zo moet er in de regio voldoende aanbod zijn van banen. Het aantal ww’ers ligt hoger in gebieden waar het lerarentekort minder te voelen is, bijvoorbeeld in Friesland. Ook spelen persoonlijke ervaringen een rol, zo heeft een deel zich ‘afgekeerd’ uit het onderwijs vanwege alle extra taken en de hoge werkdruk. Vooral kleinere klassen, minder administratieve rompslomp en een minder hoge werkdruk zijn voorwaarden om weer voor de klas te staan. Ook de beeldvorming bij werkgevers speelt mee, zo geeft een deel van de werklozen aan dat ze nooit worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek en werkgevers vrezen financiële risico’s.

Waarschuwing

“Dit rapport is een waarschuwing en een leermoment voor nu en de toekomst”, zegt AOb-bestuurder Eugenie Stolk. “Schoolbesturen moeten echt beter vooruit kijken: heb oog en zorg voor je personeel. Veel meer samenwerking tussen besturen is belangrijk om te voorkomen dat er nog meer medewerkers in een uitkeringssituatie terechtkomen. Leer van het verleden, maak een langetermijnplanning en anticipeer tijdig op arbeidsmarktontwikkelingen. De afgelopen jaren was er krimp. Veel mensen kwamen in de ww terecht, terwijl we nu iedereen nodig hebben vanwege het tekort.”

AOb-bestuurder Eugenie Stolk: 'Dit rapport is een waarschuwing en een leermoment voor nu en de toekomst'

 

Investeringen

Daarnaast laat het rapport zien dat investeringen hard nodig zijn. Stolk: “De groep werklozen is groot. Mensen vallen uit na zoveel jaren werkdruk en burn-outs. Ze zijn uitgeblutst. De werkdruk moet echt omlaag en er moet ruimte zijn voor ontwikkeling. Zo houd je medewerkers gemotiveerd en geïnspireerd.”

De werkdruk moet echt omlaag en er moet ruimte zijn voor ontwikkeling

Weer aan het werk

Om werklozen weer aan het werk te helpen doen de onderzoekers in het rapport meerdere suggesties. Zo adviseren ze om regionale matchingpools in te richten. Dat zijn eigenlijk invalpools waar scholen hun vervanging regelen en tegelijkertijd kunnen ww’ers daar re-integreren. De ervaringen van werklozen die werken als invaller zijn positief, volgens de onderzoekers. Ze hebben minder last van de administratieve rompslomp van het beroep. Stolk: “Maar uit het onderzoek blijkt ook dat invallers nu druk voelen vanuit uitkeringsinstantie UWV om op zoek te gaan naar een volledige andere baan, terwijl het invalwerk juist een goede re-integratie optie is. Het faciliteren van meerdere invalbanen naast elkaar zou kunnen helpen.”

Andere oplossingen zijn het verbeteren van ww-rechten en -plichten en het versterken van personeelsbeleid. De AOb werkt daaraan, bijvoorbeeld via het Participatiefonds. “In 2018 is het re-integratiebeleid aangepast van het fonds”, zegt Stolk, tevens bestuurder van het fonds. “Het doel is om in 2020 duizend werklozen aan het werk te krijgen. Dat doen we onder meer door een loopbaanscan aan te bieden en te bemiddelen.”

Geen werk

Toch zal een flink deel van de huidige werklozen geen werk meer vinden, aldus de onderzoekers. ‘Op grond van deze studie komen wij tot de conclusie dat er een groep ww’ers is die – alle inspanningen ten spijt – niet meer aan het werk zal gaan. Deze groep ontbreekt het niet alleen aan kunnen en willen, maar ook aan mogelijkheden, onder meer doordat ze regelmatig worden afgewezen.’

De AOb zet zich in voor werkzoekenden in het onderwijs. Download onze informatieve brochure als je werkzoekend bent. Daarin lees je wat jouw rechten en plichten zijn.