Algemeen

Juridisch advies: Toch ontslagvergoeding bij slapend dienstverband

Mevrouw Dirkszoon is volledig afgekeurd. Haar werkgever weigert haar te ontslaan om zo geen ontslagvergoeding (transitievergoeding) te hoeven betalen.

Tekst Jaan van Aken - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

illustratie-typetank-over-ontslag-juridisch-advies

Beeld: Typetank

Mevrouw Dirkszoon heeft jarenlang op een roc gewerkt. Aan het eind van haar carrière hebben de onderwijsvernieuwingen en de wisselende groep van managers een forse wissel getrokken op haar gezondheid. Uiteindelijk is ze na een ziektetraject van twee jaar volledig afgekeurd en ontvangt ze een uitkering volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wia). Tot haar verbazing wordt ze echter niet ontslagen. Als zij haar werkgever hiernaar vraagt, krijgt ze te horen dat ontslag niet nodig is. Zij houdt hier een merkwaardig gevoel aan over en zoekt contact met de AOb.

Transitievergoeding

Op 1 januari 2015 is de Wet werk en zekerheid (Wwz) gefaseerd van kracht geworden. Deze wet heeft het ontslagrecht ingrijpend gewijzigd. Een van de wijzigingen gaat over de zogenaamde transitievergoeding. Deze vergoeding wordt ruwweg berekend aan de hand van het maandsalaris en de duur van de arbeidsovereenkomst en kan oplopen tot 77 duizend euro. Onder bepaalde omstandigheden (zo geldt de regeling niet voor het openbaar onderwijs) is deze vergoeding bij ontslag verschuldigd aan de werknemer. Ook bij het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid na twee jaar ziekte, zoals bij mevrouw Dirkszoon.

Formaliteit

Werkgevers betalen deze vergoeding echter niet graag. Daarom houden ze het dienstverband soms formeel in stand. In het mbo, waar mevrouw Dirkszoon werkzaam was, bestaat na het tweede ziektejaar geen verplichting tot loondoorbetaling voor arbeidsongeschikte medewerkers. De arbeidsongeschikte werknemer hoeft ook niet meer te werken. Het dienstverband is daarmee een formaliteit geworden. Dit wordt ook wel een slapend dienstverband genoemd.

Tegen deze praktijk valt juridisch weinig in te brengen. Zelfs de meest recente jurisprudentie wijst uit dat werkgevers dit mogen doen. Zij zijn niet verplicht om ontslag te geven. En een ontslag kan ook niet door een werknemer worden afgedwongen. Wat veel werkgevers echter niet beseffen, is dat zij op basis van het pensioenreglement van het ABP verplicht zijn de pensioenpremie af te blijven dragen op basis van het oude salaris. Zowel het werkgeversdeel als het werknemersdeel. Dit laatste deel kunnen zij, volgens het ABP-reglement, niet verhalen op de werknemer. De werknemer bouwt daarmee ongewijzigd pensioen op.

Rekensom

Ook de werkgever van mevrouw Dirkszoon was niet op de hoogte van het pensioenreglement en meende noch een transitievergoeding noch pensioenpremie te hoeven betalen. De AOb liet haar werkgever weten dat er verplicht pensioenpremie moet worden afgedragen zolang mevrouw Dirkszoon in dienst is. Na enige mailwisseling en contact met het ABP heeft de werkgever voor zichzelf een rekensom gemaakt en de pensioenpremie afgezet tegen de hoogte van de transitievergoeding. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een formeel ontslag en de uitbetaling van de transitievergoeding aan mevrouw Dirkszoon.

Dit artikel stond in het Onderwijsblad van december 2017. Het Onderwijsblad publiceert elke maand ervaringen uit de praktijk van AOb-juristen.

AOb-leden kunnen voor juridisch advies contact opnemen met het informatie en advies centrum via MijnAOb.

Meer weten over een lidmaatschap? Kijk dan hier.