Algemeen

Juridisch advies: ongewenst gedrag tussen collega's

De juridische dienst heeft regelmatig zaken over ongewenst gedrag tussen collega’s. Deze zijn vaak lastig tot een goede oplossing te brengen, niet in de laatste plaats omdat werkgevers dergelijke zaken niet altijd op de juiste manier oppakken.

Tekst Jaan van Aken - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

37178234886_c11eb25009_z

Beeld: Typetank

Werkgevers passen protocollen voor bijvoorbeeld pestgedrag veelal niet toe. Ze nemen niet het slachtoffer van ongewenst gedrag in bescherming, maar kiezen een andere weg. Dit kan ertoe leiden dat er ook een probleem ontstaat tussen slachtoffer en werkgever omdat het slachtoffer niet de bescherming krijgt die hij verdient. Dit gebeurt helaas met enige regelmaat.

Seksistisch

Over ongewenst gedrag tussen collega’s in het basisonderwijs heeft de landelijke klachtencommissie onderwijs een zaak behandeld. Het ging om leerkracht Anneke die door een mannelijke collega, een conciërge, ongewenst werd benaderd. Hij raakt haar regelmatig aan en pakt haar zelfs een keer bij de kraag, als zij iets doet waar hij het mee oneens is. Daarnaast maakt hij vaak seksistische opmerkingen.

Anneke vindt dit onprettig, voelt zich onveilig op school en vermijdt zoveel mogelijk contact met haar collega. Zij vindt het lastig dit bespreekbaar te maken. Na een botsing volgt er een gezamenlijk gesprek onder leiding van de directie. De collega van Anneke wil zijn excuses aanbieden. Op dat moment kan zij ook de eerdere incidenten niet meer voor zich houden. Het is duidelijk dat excuses de zaak niet oplossen. De directeur neemt Anneke serieus en schorst haar collega.

Anneke wendt zich tot de landelijke klachtencommissie, die in principe geen klachten ouder dan één jaar behandelt. Een deel van haar klachten is echter ouder en kan daarom niet bij de beoordeling meegenomen worden.

Gegrond

Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak, waarbij de juridische dienst van de AOb Anneke bijstaat, blijkt haar collega niet alle klachten zomaar te erkennen. Door kritische, gerichte vragen krijgt de commissie toch voldoende feiten boven tafel en wordt de klacht gegrond verklaard.

De klachtencommissie geeft in de uitspraak aan dat de werkgever de verantwoordelijkheid heeft erop toe te zien dat werknemers op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Regels over gewenste omgangsvormen kunnen hierbij helpen. De uitspraak maakt eveneens duidelijk dat een werkgever iets zal moeten doen met signalen dat een werknemer zich grensoverschrijdend gedraagt. Het schorsen van de dader en het aansporen van het slachtoffer om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie is onvoldoende. De werkgever had zelf actief moeten proberen tot een oplossing te komen. Dat niet alle onderwijswerkgevers hiertoe uit eigen beweging bereid zijn, merken we bij de juridische dienst helaas nog te vaak in de praktijk.