Juridisch advies: Leraar dwingt werktijd af

Tekst redactie Onderwijsblad - 14 september 2020 - 2 Minuten om te lezen

Beeld: Pixabay

De heer Ludwig heeft zijn eerste schooljaar bij een scholengemeenschap in Drenthe erop zitten. Afgelopen schooljaar was hij werkzaam als scheikundedocent met een werktijdfactor (wtf) van 0,6 die later tijdelijk is uitgebreid met 0,2 om een zieke collega in de bovenbouw te vervangen. De wtf geeft aan welk deel van een voltijdbaan mensen in dienst zijn; 1,0 staat voor een volledige werkweek.

De heer Ludwig werkte in totaal voor 0,8 wtf. Zowel het tijdelijke dienstverband als de tijdelijke uitbreiding liepen op 1 augustus 2020 af. De school is erg tevreden over de heer Ludwig en zijn teamleider heeft bij HR aangegeven dat hij een nieuw dienstverband tegemoet kan zien. De HR-medewerker is meteen in de pen geklommen om voor deze medewerker een mooi nieuw contract op te stellen met daarin een werktijdfactor van 0,8 vermeld. De heer Ludwig is tevreden met het voorstel, ondertekent dat en mailt een scan van het ondertekende exemplaar meteen terug naar de werkgever.

Ingetrokken

Twee dagen later krijgt hij een telefoontje van de HR-medewerker. Deze deelt hem mede dat de in de overeenkomst genoemde werktijdfactor van 0,8 onjuist is en dat die 0,6 zou moeten zijn. Het voorstel/contract wordt daarom ingetrokken. Verder wordt hem gemeld dat hij een nieuwe overeenkomst per post zal ontvangen met daarin de ‘juiste’ werktijdfactor. De heer Ludwig meldt zich bij de Juridische Dienst van de AOb voor advies.

Hij geeft aan dat het voor hem een pre is dat de werktijdfactor van 0,8 overeind blijft. De AOb adviseert hem zijn werkgever schriftelijk te melden dat hij er redelijkerwijs vanuit heeft mogen gaan dat die werktijdfactor juist was, aangezien hij ook voor die werktijdfactor werkzaam is geweest in het afgelopen schooljaar, dat hij het voorstel reeds heeft geaccepteerd door het te ondertekenen en dat de werkgever er daarom gebonden aan is geraakt.

Redelijk

Het is een redelijk aanbod dat na acceptatie niet meer kan worden ingetrokken door de partij die het voorstel deed. De werkgever moet de ‘onjuiste’ en door de heer Ludwig geaccepteerde arbeidsovereenkomst dus uitvoeren. In de casus van de heer Ludwig is het gelukkig helemaal goed gekomen. De werkgever ging mee in de uitleg van de AOb en onderschreef onze juridische onderbouwing, waardoor ons lid in het nieuwe schooljaar met een werktijdfactor 0,8 aan de slag kon voor het vak scheikunde.

Deze rubriek is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk van AOb-juristen. Loop je zelf tegen een probleem aan, of heb je vragen over je contract? Word lid en we kunnen je helpen!