Algemeen

Juridisch advies: Het slapend dienstverband ontwaakt

Met hulp van de AOb krijgt leraar Piet de ontslagvergoeding waar hij recht op heeft: 81 duizend euro.

Tekst Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

33917623038_476209a71d_o

Beeld: Typetank

Leraar Piet was al sinds 2015 volledig ziek en ontving na twee jaar ziekte een wia-uitkering van het UWV. Zijn werkgever ging niet over tot ontslag in 2017, omdat Piet dan recht had op de maximale transitievergoeding -de vergoeding voor ontslag- van zo’n 80 duizend euro bruto. De werkgever hield het dienstverband van Piet slapend, zoals dat heet.

Onfatsoenlijk

Het slapend houden van een dienstverband betekent dat Piet in dienst bleef met behoud van zijn loon voor 70 procent zonder te werken. De wia-uitkering van het UWV kwam in aftrek op het salaris van Piet. De lijn in de rechtsspraak is dat het slapend houden van een dienstverband onfatsoenlijk wordt geacht, maar het is op grond van de wet en de rechtspraak niet verboden.

Het slapend houden van een dienstverband wordt onfatsoenlijk geacht, maar het is op grond van de wet en de rechtspraak niet verboden

Stoppen

Piet was in 2015 uitgevallen vanwege stevige burn-out klachten. Na ruim anderhalf ziekteverlof werd hij gekeurd door het UWV dat hem volledig arbeidsongeschikt achtte. Piet wendde zich bijtijds tot de juridische dienst van de AOb voor hulp en advies. Hij was inmiddels de 60 gepasseerd en vond het na ruim 30 jaar bij zijn werkgever tijd om te stoppen.

Alleen wenste die werkgever niet mee te werken aan de beëindiging van het dienstverband. Piet kon dus fluiten naar een fatsoenlijke vertrekregeling met de transitievergoeding. Een werknemer heeft immers alleen recht op een transitievergoeding als de werkgever het initiatief neemt tot beëindiging van het dienstverband. Andere werknemers die in vergelijkbare situaties de werkgever in rechte betrokken kregen ongelijk met de overweging dat er geen algemeen recht bestaat om ontslagen te worden. Het enkele feit dat het dienstverband niet beëindigd wordt vanwege de transitievergoeding, werd niet in strijd geacht met goed werkgeverschap, aldus de rechters in arbeidszaken. Piet moest ook met deze boodschap teleurgesteld worden. Echter, zijn geduld werd gelukkig beloond.

De werkgever wenste niet mee te werken aan de beëindiging van het dienstverband. Piet kon dus fluiten naar een fatsoenlijke vertrekregeling met de transitievergoeding

Compensatie

Sinds kort geldt er namelijk een zogeheten compensatieregeling voor werkgevers die zieke werknemers na twee jaar ziekte ontslaan en een transitievergoeding verschuldigd zijn aan deze werknemer. De compensatieregeling is pas in 2020 van kracht, maar zal terugwerkende kracht hebben tot de inwerkingtreding van de transitievergoeding op 1 juli 2015, als onderdeel van de Wet werk en zekerheid.

Vrij snel na de aankondiging van de bedoelde compensatieregeling, heeft de juridische dienst de werkgever van Piet aangeschreven. Die bleek al op de hoogte van de compensatieregeling. De werkgever was eveneens van oordeel dat er geen reden meer was om Piet de transitievergoeding te onthouden. De kwestie is nu geregeld met een vaststellingsovereenkomst; Piet ontving de maximale transitievergoeding van 81 duizend euro bruto.

AOb-leden kunnen bij het Informatie en Advies Centrum vragen voorleggen en krijgen hulp van de juridische afdeling. Wil je meer weten over het lidmaatschap? Klik op deze link.