Algemeen

Jonge bestuurders staan te stuiteren

Wie gaat er op een warme dag graag urenlang vergaderen? Nou: Nicole ter Harmsel, Rosalinde Stins en Kim van Strien dus. Als nieuwe leden in het hoofdbestuur brengen zij de gemiddelde leeftijd daar in één klap decennia omlaag.

Tekst Rob Voorwinden - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

nicole-ten-harmsel-rosalinde-stins-en-kim-v-strien-vlnr-aob-hoofdbestuur-21-6-19-foto-fred-van-diem

Beeld: Fred van Diem

Het is negen uur ’s ochtends en de thermometer staat nu al op 20 graden. Op een terras aan de IJssel zijn Nicole ter Harmsel, Rosalinde Stins en Kim van Strien zich geestelijk aan het voorbereiden op hun eerste vergaderdag in het hoofdbestuur, van tien uur ‘s ochtends tot half vijf ’s middags.

Waar zijn jullie aan begonnen?

Van Strien: “Als ik nu dacht: Getver, een hele dag vergaderen, had ik de verkeerde keuze gemaakt om me kandidaat te stellen voor het hoofdbestuur. We zitten echt te stuiteren.”
Ter Harmsel: “Tijdens vergaderingen sla ik aan. Ik breng graag mijn ideeën in, hoor van anderen hoe zij het doen, reageer daar weer op…”
Stins: “… al zou ik vandaag geen nee zeggen tegen vergaderen in de buitenlucht.”

Waar was jij gisteren rond deze tijd, Nicole?

Ter Harmsel: “Ook aan het vergaderen voor de AOb. Ik werk al twee jaar, twee dagen per week als consulent. Ik bezoek scholen en lerarenopleidingen in mijn regio om leden te ontmoeten - en om nieuwe leden te werven natuurlijk.
En voordat je het vraagt: eergisteren stond ik voor mijn groep 7 op een basisschool in Almelo. Spannend, we houden ‘ambitiegesprekken’ met de leerlingen: wat willen zij gaan bereiken in groep 8?”

En Rosalinde, waar was jij gisteren?

“Ook aan het vergaderen, op de AOb-consulentendag. We wisselen ervaringen uit, bijvoorbeeld over hoe je op scholen ontvangen wordt. Als consulent van rayon Oost kom je bijvoorbeeld op scholen in Winterswijk, maar ook in Almere. Dat maakt verschil. Hoe oostelijker je komt, hoe meer koffie je krijgt en hoe meer mensen de tijd nemen om met je te praten.

Ik vind dat niet-leraren tot nu toe te veel uit het zichtveld bleven

En de dag daarvoor stond ik als onderwijsassistent voor de ‘vijfde kleuterklas’ van mijn school. Dat is een aparte groep voor kleuters die wat extra begeleiding kunnen gebruiken. Die komen dan een hele dag bij mij, want als je ze voor een paar uurtjes de klas uit haalt, verstoor je het dagritme. Ik heb elke dag zo’n twintig kleuters, dat scheelt ook voor de reguliere klassen: die hebben, als iedereen er is, elk 34 leerlingen.”
Ter Harmsel: “Per klas 34 kleuters?! Dat zou echt mijn nachtmerrie zijn. Want ik doe alle klassen, behalve groep 1 en 2. Ik heb het wel eens geprobeerd, maar het werd één grote Lego- en Knex-puinhoop.”

Kim, Jij was gisteren zeker ook aan het vergaderen bij de AOb?

“Nee, want ik ben geen consulent, ik ben gewoon alleen leraar Frans. Dus gisteren rond deze tijd stond ik mavo-3 te temmen. Leerlingen zeggen vaak: Hè mevrouw, Frans is stom. Dan is het mijn uitdaging om het leuk te maken. Dat lukt me de ene keer beter dan de andere, maar ik heb er heel veel lol in.”

Nicole en Kim: jullie zitten in het hoofdbestuur voor respectievelijk het primair en voortgezet onderwijs. Rosalinde: Wie vertegenwoordig jij?

“Ik vertegenwoordig de verschillende groepen van de AOb, waaronder de groep ondersteuners. Ik vind dat niet-leraren tot nu toe te veel uit het zichtveld bleven. Voor de beeldvorming is het in elk geval leuk dat er nu een onderwijsassistent in het hoofdbestuur zit.”

En wat willen jullie met z’n drieën bereiken?

Allemaal: “Zichtbaarder zijn op scholen. Zichtbaarder zijn in de regio. Meer leden, zodat we een nog sterkere vuist kunnen maken.”

Voor zo’n grote organisatie als de onze kan vernieuwing en verjonging geen kwaad

Ter Harmsel: “Scholen moeten niet verrast zijn als we langskomen - ze moeten verrast zijn als we een jaartje niet langskomen.”
Stins: “En mensen moeten niet langer hoeven uit te leggen waarom ze lid zijn van de bond: leg maar eens uit waarom je geen lid bent. Het gaat om trots, trots op dat we Bond-girls zijn, de meiden van de vakbond.”
Ter Harmsel: “En we moeten meer sociale media gaan inzetten.”
Van Strien: “Ik zag al vlogs van de AOb voorbijkomen, op Insta. Van Esther en Simone, de meiden van de AOb - echt hilarisch. Zo moet het.”

Hier spreekt de nieuwe generatie

Van Strien: “Voor zo’n grote organisatie als de onze kan vernieuwing en verjonging geen kwaad. Hoewel ik snap dat mensen soms huiverig zijn voor vernieuwingen.”
Ter Harmsel: “Er verdwijnt met ons aantreden ook een boel kennis van de zittende, oudere bestuursleden. Maar wij weten weer andere dingen.”

Wij zijn geen types die hun mond houden

Stins: “Als je als bestuurder een tijdje meedraait, loop je de kans in een bepaald stramien terecht te komen. Wij zijn dan een mooie aanvulling: drie nieuwe hb’ers die jonger zijn dan 35.”
Ter Harmsel: “Nou, bij mij duurt dat nog één jaartje...”
Stins grinnikt: “Ach, er is vast nog wel plaats voor je bij de postactieven.”

De vergadering van het hoofdbestuur begint over een kwartiertje. Wat willen jullie vandaag bereiken?

Allemaal: “We hebben keurig alle stukken gelezen, en vinden er ook wel dingen van. Het is de vraag of we die meteen op tafel gaan gooien, in onze eerste vergadering. Maar wij zijn ook geen types die hun mond houden. Ach, het is één groot avontuur - we gaan ervoor.”