Algemeen

Idee: Leerlingen kijken zelf toetsen na

Voor docenten met een hekel aan nakijken, heeft Iris Driessen een simpele oplossing: laat het de leerlingen zelf doen. Haar idee wordt inmiddels op meerdere scholen uitgevoerd.

Tekst Daniëlla van 't Erve - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

fotoideefred

Beeld: Fred van Diem

Ze vindt nakijken vreselijk en stelt het werk almaar uit. Vlak voor de zomervakantie 2016 vond Iris Driessen, docent Nederlands op het Hyperion Lyceum in Amsterdam, zichzelf dan ook terug achter een enorme stapel toetsen, vertelde ze aan het begin dit jaar in het Onderwijsblad.

“Waarom heb ik het weer zover laten komen”, verzuchtte ze. Ze zag hoe leerlingen voor het schoolfeest alles zelf regelden en wist opeens de oplossing: een nakijkcommissie met leerlingen die alle toetsen nakijken. “Het idee om leerlingen elkaars werk na te laten kijken, is niet nieuw”, vertelt ze. “Maar van enkel de fouten aanstrepen, leren ze niets. Een goed nagekeken toets is voorzien van feedback en daarin gaat nou juist zoveel tijd zitten.”

Cijfers

Het nut van toetsen en het geven van cijfers staat op het Hyperion Lyceum vaker ter discussie. Als experiment worden er in de eerste klassen bijvoorbeeld geen cijfers gegeven. Het idee om een nakijkcommissie in te voeren valt dan ook in goede aarde, ook bij haar vwo-leerlingen uit de vierde klas. Op de vraag wie in de commissie wil om de toets ‘spelling en formulering’ na te kijken, reageerde iedereen enthousiast. “Natuurlijk komt dat ook omdat ik iets leuks in het vooruitzicht had gesteld, zoals een broodje kroket of een extra punt voor de toets”, lacht Driessen. “Maar veel leerlingen vinden spelling best lastig en ze gaven ook allemaal aan dat ze denken er veel van te kunnen leren.”

Het is belangrijk dat leerlingen zelf boven de stof staan

Zes uitverkoren leerlingen onderzochten eerst hoe ze de toets het beste konden nakijken. Ze maakten zelf de toets en bespraken met het antwoordmodel erbij hun antwoorden en waar ze in de beoordeling rekening mee zullen houden. Driessen: “Het is belangrijk dat leerlingen zelf boven de stof staan, dat ze weten wat het juiste antwoord is en waarom. Ze namen het heel serieus en hebben zelfs het antwoordmodel aangepast omdat er een klein foutje in stond. Er ontstond daarnaast een leuke discussie over dingen waar ik zelf ook tegenaan loop, zoals wat je doet als je het handschrift niet kunt lezen of als iemand geen punten of hoofdletters gebruikt.”

Luxe

De zes leerlingen keken elk ongeveer vijf toetsen na en waren daar in totaal 2,5 uur mee bezig. “Ik ben op een gegeven moment zelf maar naar huis gegaan”, vertelt ze lachend. “Ze konden me altijd bellen, maar dat bleek niet nodig. Ze twijfelden wel eens over een antwoord, maar kwamen daar in onderling overleg wel uit. De volgende dag vond ik de stapel toetsen met cijfer en al in mijn postvakje, wat een luxe!”

De leerlingen bespraken de toetsen vervolgens in de klas. “In groepjes legden ze bij elke vraag aan hun klasgenoten uit waarom iets goed of fout is. Dat ze het aan elkaar vertellen en dus van elkaar leren, maakt het ontzettend waardevol.” En fraude is op deze manier niet aan de orde. “Ik heb van niemand gehoord dat ze zich benadeeld voelden of dachten dat een vriendje een hoger cijfer zou hebben gekregen. Het draait om vertrouwen: als je je leerlingen het vertrouwen geeft, dan krijg je dat ook terug.”

Vmbo'ers en vwo

Voor de volgende toets stelt ze een nieuwe commissie samen, zo komt iedereen een keer aan de beurt. En dit is volgens haar zeker niet alleen voor vwo’ers weggelegd. “Ook vmbo-leerlingen zouden dit prima kunnen. Als je het een goed idee vindt, probeer het uit en doe dat vooral ook op je eigen manier”, benadrukt ze. “Want jij kent de klas zelf het beste en weet wat de leerlingen nodig hebben om dit mogelijk te maken.”

De interesse is er in elk geval wel. Toen Driessen haar idee op Twitter zette, reageerden docenten massaal. “Ik was helemaal verbaasd over het aantal reacties, ook op Facebook werd het uitgebreid besproken. Docent Frans Droog werkte de nakijkcommissie verder uit in een blog, en gaf mij heel aardig de credits voor het idee. Uiteindelijk waren veel docenten al met een nakijkcommissie gestart voordat ik die zelf had uitgeprobeerd, haha. Ik vind het waanzinnig dat een idee zich zo snel kan verspreiden.”