Algemeen

Hoog tijd voor einde salarisverschil po en vo

Waar komt het loonverschil tussen basis- en voortgezet onderwijs vandaan? Vaak wordt gewezen op de vervrouwelijking van het primair onderwijs, waar inmiddels 83 procent juffen voor de klas staan en nog maar 17 procent mannen. Maar aan die feminisering ligt het niet. Het is historisch gegroeid, en het wordt hoog tijd om er een einde aan te maken.

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

In mijn boekenkast staat nog een beduimeld exemplaar van het Bezoldigingsbesluit Rijksambtenaren 1948. Daaruit wordt duidelijk dat er in de tijden dat er veel meer mannen voor de klas stonden, ook al een enorm verschil was tussen basis- en voortgezet onderwijs. De basis van dat salarissysteem was gebaseerd op opleiding. Maar dat oude verschil is hardnekkig gebleken, ook nu het opleidingsniveau voor basisonderwijs en onderbouw van het voortgezet onderwijs gelijk is geworden.

Gulden

Wie in 1948 les gaf op een hbs was veelal academisch opgeleid en kon maximaal 690 gulden per maand mee naar huis nemen. Wie van de kweekschool afkwam met hoofdakte en in het gewoon lager onderwijs ging werken kon in 1948 uiteindelijk 490 guldens incasseren. Zo’n dertig procent minder. Wie daarna zijn mo-aktes voor het voortgezet onderwijs haalde en doorstroomde naar de ulo (later mavo) zag het salaris oplopen tot 610 gulden. Langzaam hoor, pas na dik dertig dienstjaren.

Het loonde in die jaren om door te leren. Een akte erbij betekende meer salaris. Het systeem kende nog tientallen regeltjes met plusjes of minnen. Dat veranderde pas in 1984 met de HOS-nota. Al die honderden varianten die de onderwijscao’s kenden werden teruggebracht tot enkele tientallen. En ingedeeld naar functie in plaats van opleiding. Dus leraar basisonderwijs, leraar onderbouw voortgezet onderwijs en leraar bovenbouw voortgezet onderwijs. Een nota waar vanwege de ingebakken bezuinigingen trouwens keihard tegen is geprotesteerd, met acties en stakingen, maar zonder resultaat.

Onderscheid

Omdat de veranderingen in het salarisgebouw geen geld mochten kosten, maar juist moesten opbrengen, bleef het onderscheid tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs in beloning in stand. Met één belangrijke uitzondering: de kleuterjuffen gingen er fors op vooruit. Sinds de samenvoeging van kleuterschool en lagere school tot basisschool, werden ook de Klos (voor de kleuterjuffen) en de kweekschool (voor de onderwijzers) samengesmeed tot één pabo, met één salarisschaal. Hoewel dat ook hbo was, bleef het verschil met de leraren voortgezet onderwijs met een hbo-opleiding bestaan.

Bij het convenant leerkracht uit 2008 maakte een deel van de leraren basisonderwijs nog een stap omhoog, omdat er geld vrijkwam voor doorstroom van de laagste salarisschaal LA naar LB. Dat zou al lang bij vier van de tien leraren het geval moeten zijn, maar blijft nu steken op ongeveer een kwart van het lerarenbestand in die hogere schaal. Los daarvan ligt het niveau van LB-schaal in het primair onderwijs wel 150 euro achter ten opzichte van LB in het voortgezet onderwijs. Kijkend naar driekwart van de leraren basisonderwijs met LA, verdienen deze bijna 500 euro minder dan hun collega’s in het voortgezet onderwijs. Met allebei een hbo-opleiding.

Onhoudbaar

Een verschil dat niet meer houdbaar is. Leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs hebben net als de jongeren op de pabo een hbo-opleiding. Maar daar blijft het niet bij. De opleidingseisen voor het primair onderwijs gaan snel omhoog. De academische pabo rukt op. Voor academici liggen de po-salarissen helemaal laag. Het aantal leraren in het basis- en speciaal onderwijs met een masterdiploma groeit snel. We vragen als maatschappij steeds meer opleiding van jongeren die voor de klas gaan staan, maar hun salaris blijft ver achter bij beroepen waar een vergelijkbaar opleidingsniveau wordt vereist. Stap één is duidelijk: schaal LA moet verdwijnen en LB gelijk getrokken worden met het niveau van het voortgezet onderwijs. Nu al laten de jongens de pabo links liggen, maar als dit salarisverschil blijft, straks ook de meisjes.