Algemeen

Hoger minimumloon en generatieplan in cao onderzoeksinstellingen

Een hoger minimumloon, een loonsverhoging van 2,6 procent en een generatieplan. Dat zijn de belangrijkste resultaten bij de onderhandelingen over de cao voor de onderzoeksinstellingen, waaronder de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 2 Minuten om te lezen

39398001160_379b9546b0_o-2-2

Beeld: Typetank

“We hebben het maximale eruit gehaald”, zegt AOb-onderhandelaar Donald Pechler over het bereikte onderhandelaarsakkoord. De onderhandelingen werden namelijk overschaduwd door onzekerheid over wat de pensioenpremie komend jaar gaat doen. Als de premie omhoog gaat, zoals velen vrezen, wordt de loonruimte minder. Verder wierpen berichten over een mogelijk aanstaande recessie een schaduw over de onderhandelingen. De looptijd van de cao is daarom beperkt tot een overzichtelijke periode van één jaar: van 1 januari tot 31 december 2020.

2,6 procent loonsverhoging in één jaar levert je in dat jaar evenveel op als vijf procent in twee jaar

Door de korte looptijd lijkt de loonstijging van 2,6 procent niet al te hoog. “Dat is cosmetisch”, waarschuwt Pechler. “De meeste cao’s hebben een langere looptijd, en dan is het percentage hoger. De 2,6 procent in één jaar kun je, zeer grofweg, vergelijken met 5 procent in twee jaar. Dat klinkt al heel anders.” Met het huidige percentage loopt de loonsverhoging in de cao voor de onderzoeksinstellingen overigens in de pas met de loonsverhoging in de cao primair onderwijs.

Bodem

Ook ligt er een bodem van duizend euro in de loonsverhoging. Medewerkers die er in heel 2020 minder dan duizend euro op vooruitgaan, krijgen het verschil in juli bijgestort.

Generatieplan

Verder kunnen volgens het onderhandelaarsakkoord, waarover de achterbannen van werkgevers en werknemers zich nog moeten uitspreken, medewerkers bij de onderzoeksinstellingen gebruikmaken van een ‘generatieplan’. “Vanaf vijf jaar voor hun AOW hebben medewerkers recht op vermindering van de werktijd met één of twee dagen”, zegt Pechler. “De werkgever betaalt over het verlof vijftig procent van het loon, en de pensioenopbouw en de premieverdeling blijft zoals die was.” En de vrijkomende uren kunnen dan worden ingenomen door jongere medewerkers.

Minimumloon

Verder is ook het minimumloon verhoogd tot 14 euro per uur. En medewerkers krijgen recht op twee verlofdagen per jaar, voor het uitvoeren van 'maatschappelijke activiteiten die de sociale samenhang in de maatschappij verbeteren'.

Werkgelegenheid

Tot slot is er afgesproken dat er bij reorganisaties een werkgelegenheidsbeleid van een jaar geldt: werknemers blijven dus nog standaard een jaar in dienst. En daarna kan de werknemer kiezen tussen de transitievergoeding en een aansluitende uitkering. “De werkgelegenheid blijft zo lang mogelijk behouden. En als het toch misloopt heeft de werknemer een keuze”, zegt Pechler. “Ook dat vind ik een mooi resultaat.”

Bij een ontslag buiten een reorganisatie heeft een medewerker recht op zowel de transitievergoeding als de aansluitende uitkering.