Algemeen

Help, mijn ouders zijn leraar!

Hoe is het om op de school te werken waar je eigen kind als leerling rondwandelt? Leraren én leerlingen vertellen. “Papa heeft me een keer weggestuurd.”

Tekst Lisanne van Sadelhoff - Het Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

help-ouders-leraar-renate-beense

Beeld: Renate Beense

Het gezin Stienstra zit aan de keukentafel. Het is vrijdagmiddag, de school is uit. Waarmee wordt bedoeld: de werkplek van Aleid (47) en Roelof (49) Stienstra en de leerplek van Rian (15) en Elisa (13). Dochter Hiske (18) en zoon Jonne (19) deden er hun eindexamen.

Roelof was, wat dat betreft, de pionier: hij belandde als eerste van het gezin op het Altena College in Sleeuwijk, als scheikundedocent. Toen Jonne naar de middelbare school ging, mocht hij zelf kiezen waar hij naartoe wilde. “Dat vonden we het belangrijkste”, vertelt Roelof. “Dat het zijn eigen keuze was.”

Jonne koos voor het Altena omdat hij zich er prettiger voelde. Roelof vond het geen probleem om zijn zoon op school te zien. “Het scheelde ook dat ik in de bovenbouw lesgeef”, zegt hij. “Daardoor zou ik hem niet in de klas krijgen als brugklasser. We zeiden elkaar gedag en gingen onze eigen gang.”

We zeiden elkaar gedag en gingen onze eigen gang

De drie meiden van het gezin volgden Jonnes voorbeeld, en Aleid verruilde vier jaar geleden haar werkplek op een andere middelbare school voor het Altena. “Ik heb daar goed over nagedacht”, zegt Aleid. Haar grootste zorg: wilden de kinderen het wel? “Ik zou het alleen doen als zij het geen probleem vonden. Roelof en ik wisten dat we elkaar niet heel veel zouden tegenkomen, ik geef Nederlands, de alfa’s en de bèta’s zijn redelijk gescheiden. Dat was ook doorslaggevend.”

Gezellig

“Het was altijd gezellig”, vertelt Hiske. “Al is het echt niet zo dat we elkaar allemaal opzochten. Ik deed gewoon mijn ding, met mijn vriendinnen.” Ze grinnikt. “Papa zag me trouwens nooit op school, die kijkt zo over je heen in de gangen en aula.” Roelof: “Echt?” Hiske: “Ja! Je negeerde me gewoon!”

Aleid vindt het leuk dat ze niet alleen haar kinderen in die gangen ziet rondbanjeren, maar ook hun vrienden. “Ik sprak laatst een vriendin die geen idee had met wie haar dochter omging. Lijkt me zo jammer.”

Een paar keer gaven de Stienstra’s een van hun kinderen les. Zo had Jonne Roelof als scheikundedocent -hij noemde hem één keer ‘meneer Stienstra’, dat voelde toch wat gek- en Hiske kreeg ook les van haar vader. “Ik deed gewoon alsof hij een leraar was zoals alle anderen. Ik maakte niet meer of minder huiswerk. En ik heb het ook niet aan al mijn klasgenoten lopen vertellen. Het is geen geheim, maar ook geen big deal of zo.”

Nare opmerkingen

“Het chillste is dat we met ze mee kunnen rijden naar school”, grijnst Rian. Elisa: “We fietsen ook weleens samen.” Eenmaal thuis wordt de hele school besproken, vertelt Aleid. Althans: als het niet vertrouwelijk is. “Roelof en ik zijn daar heel strikt in: wij vertellen geen gevoelige informatie over collega’s of leerlingen, onze kinderen andersom ook niet. Al krijg je natuurlijk soms te horen hoe het er bij een leraar aan toegaat. Dat ‘ie bijvoorbeeld weinig gezag heeft. Maar ik bemoei me daar dan niet mee, thuis ben ik moeder.”

Ja, tuurlijk heb jij een hoog cijfer, de toets ligt bij jou thuis

Ook laat Aleid de toetsen op school van de leerjaren waarin de kinderen zitten. “Ik kijk ze na op mijn vrije dag, als niemand thuis is.” De kinderen zullen nooit in de schooltassen van hun ouders kijken. “Dat doe je gewoon niet”, zegt Hiske. Al denken haar klasgenootjes daar soms anders over. Elisa kreeg weleens ‘nare opmerkingen’. “Ja, tuurlijk heb jij een hoog cijfer, de toets ligt bij jou thuis.” Wat ze dan doet? Haar schouders ophalen.

Ook Rian kreeg eens een vervelende sneer. Ze had de eerste twee uur vrij gevraagd omdat ze zich niet lekker voelde. Toen kwam de docent van dat vak naar haar toe: ‘Dat jij een Stienstra bent, betekent niet dat je lessen mag overslaan.’ Rian: “Ik was echt boos.” Aleid: “En ik ook. Ik zou een leerling nooit zo met de achternaam aanspreken. Je bent op school geen kind van de leraar. Daar heb ik die collega wel op aangesproken.”

Bitch

Verder is op school de ouder-kindrelatie tussen de Stienstra’s senior en junior ver te zoeken. Laatst kwam Rian haar vader tegen toen ze tijdens de pauze door de gang struinde met een vriendin. Ze werden door haar vader, meneer Stienstra, weggestuurd. “Ik had dat bij geen enkele leerling goed gevonden.” Rian: “Ja, pap, jij bent wel van de regeltjes. Daar sta je ook wel om bekend.”

Roelof en Aleid krijgen vaker via hun kinderen te horen hoe ze worden gezien door leerlingen en genoemd. Hiske liep eens door de gang, en toen hoorde ze net dat ‘die bitch van een Stienstra’ altijd te veel huiswerk opgaf. Aleid lacht. “Maar ik hoor ook via de kinderen de bijnamen van de andere collega’s. Ik kan je zeggen: met bitch kom ik er nog goed vanaf.” Roelofs bijnaam is de Terminator. Aan tafel klinkt gelach. Roelof moest zijn ogen laten laseren en een paar weken met zijn zonnebril op naar school.

Als er iets is, horen we het. Juist omdat de lijntjes kort zijn

Ook collega’s zijn zich bewust van het feit dat de Stienstra’s niet alleen leraar, maar ook ouder zijn. Als iemand op school tijdens de pauze snel iets wil zeggen over een van de kinderen, dan is dat prima. Is het iets groters, dan maken ze een afspraak. Praktisch: ouderavonden kunnen de Stienstra’s niet naartoe, dan moeten ze zelf aan de bak. “Maar als er iets is, horen we het”, zegt Aleid. “Juist omdat de lijntjes kort zijn.”

Dat vinden Roelof en Aleid een groot voordeel. Is er iets aan de hand met het kind? Je hoort of ziet het meteen. Dat wil niet zeggen dat ze overal bovenop zitten. Roelof: “Huiswerk is hun eigen verantwoordelijkheid.” Aleid: “Ik kijk nooit mee, tenzij de kinderen het vragen.” Hiske: “Ik heb weleens bijles van je gehad, mam!” Aleid: “Omdat je dat wilde.”

Een andere ongeschreven regel is dat de Stienstra’s bij ‘grote problemen’ met hun kinderen een stapje terugdoen. “Een van de kinderen had eens een heel nare ruzie. Dan kan ik niet die moeder gaan bellen als ‘moeder van’, want zij ziet mij toch als docent van de school. Roelof en ik hebben het de mentor laten oplossen. Vond ik wel moeilijk: je wil het soms ook voor je eigen kind opnemen. Maar voor de rest kunnen we eigenlijk altijd wel met veel gemak wisselen tussen de ouder-pet en de leraren-pet.”

Voor de kinderen heeft het ook iets veiligs, het idee dat je met je ouders op school zit. “Vooral toen ik net op school rondliep”, vertelt Elisa. Aleid knikt en wijst naar Hiske: “En jij voelde je een keertje zo beroerd dat je je wilde ziek melden. Toen kwam je ook naar mama.” Of, eh, mevrouw Stienstra.