Algemeen

Geen standaard dyslexietest voor brugklasser

Is het nodig om alle brugklassers standaard te screenen op dyslexie? Scholen voor voortgezet onderwijs krijgen hun twijfels.

Tekst Rob Voorwinden - redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

spread-2

beeld: Nina Maissouradze

Het Gerrit Rietveld College in Utrecht stopt met de standaard screening op dyslexie. Tot vorig jaar haalde het Rietveld, net als veel andere scholen, alle binnenkomende brugklassers door de molen. Hoe eerder je als school weet dat een leerling dyslectisch is, hoe eerder je die leerling immers ondersteuning kunt bieden.

Die screening was echter erg tijdrovend. “Reken maar uit”, zegt Anja Folmer, coördinator zorg en ondersteuning van het Rietveld. “Tweehonderd nieuwe brugklassers, maal tweehonderd leesteksten en tweehonderd dictees. En die dan allemaal normeren en interpreteren.”

Als je niet weet hoe je 'nieuwsgierig' schrijft, vermijd je dat woord en verzin je gewoon iets anders

Dat herkent Sandra Kuster, remedial teacher op het Helicon vmbo in Nijmegen. En als de uitslagen van die testen bekend zijn, begint het pas goed. “Bij leerlingen die uitvallen, kijken we eerst in hun dossier. Is er op de basisschool al een vermoeden geweest van dyslexie, zijn er al onderzoeken gedaan?”

Daarna krijgen deze leerlingen op het Helicon remedial teaching, waardoor een aantal van hen er doorgaans weer op vooruitgaat. En bij de leerlingen die dan nog onder de maat scoren kan, in overleg met de ouders, een onderzoek naar dyslexie worden gestart. “De tijdsinvestering is enorm”, zegt Kuster.

En die investering levert - gelukkig overigens - steeds minder op. Want basisscholen signaleren dyslexie beter. “Tien jaar geleden rolden er zo tientallen nieuwe dyslecten uit de testen”, zegt Folmer van het Gerrit Rietveld College. “Tegenwoordig een enkeling.”

De dyslecten die het Rietveld nu nog boven water krijgt, zijn degenen die in het basisonderwijs moeilijk te signaleren waren. Folmer: “Het zijn vaak slimme kinderen, die hun eigen strategieën hebben ontwikkeld om met hun dyslexie om te gaan. Als je niet weet hoe je ‘nieuwsgierig’ schrijft, vermijd je dat woord en verzin je gewoon iets anders.”

Ook bij het Helicon vmbo in Nijmegen worden de meeste dyslecten tegenwoordig al op de basisschool afgevangen. Ze komen dan het voortgezet onderwijs binnen met een keurige dyslexieverklaring - dat scheelt een boel gedoe. “Ik vraag me steeds vaker af of we de screening op deze manier nog moeten voortzetten”, zegt Kuster. “Dat gaan we aankaarten.”

Lot

De enkele dyslect die op de basisschool nog tussen de mazen van het net is door geglipt, wordt in het voortgezet onderwijs wel gesignaleerd door de leerkrachten, mentoren, leerlingbegeleiders of remedial teachers, zegt Folmer van het Gerrit Rietveld. “In plaats van al dat testen kunnen we onze energie beter steken in ondersteuning van individuele dyslectische leerlingen, of bijvoorbeeld in het opzetten van intervisiegroepjes met dyslectische leerlingen.”

Leerlingen die eenmaal een dyslexieverklaring hebben, kunnen in het voortgezet onderwijs een beroep doen op heel veel ondersteuning. Al is dat altijd maatwerk, voor de dyslect en voor de school. Dyslecten kunnen bijvoorbeeld extra tijd krijgen voor het maken van toetsen. “Of ze krijgen een kortere versie van de toets”, zegt Folmer. “Zodat ze niet langer door hoeven te werken dan hun klasgenoten, en dus niet te laat komen in de volgende les.”

Dyslecten hebben vaak moeite met vreemde talen. Vrijstellingen voor deze vakken zijn in de brugklas niet mogelijk, maar docenten mogen wel de normering van hun toetsen aanpassen.
Verder geldt op het Gerrit Rietveld de afspraak dat een dyslect, in de brugklas, voor alle vakken niet lager kan scoren dan een 3. Folmer: “Een 1 bij Engels haal je op door er een 9 tegenover te zetten. Maar dat zie ik een dyslect nog niet zo snel doen.” Vandaar dus die 3, hoewel dat minimumcijfer weer niet geldt als de leerling er duidelijk met de pet naar heeft gegooid: dan blijft een 1 een 1.

Je kan je er later ook niet achter verschuilen. Je moet toch door in het leven

Software

Leerlingen kunnen in het voortgezet onderwijs vaak ook gebruik maken van software die geschreven teksten voorleest, zoals Kurzweil. Scholen hebben echter vaak maar een paar laptops met dat programma, zodat veel ouders van dyslecten de software zelf moeten aanschaffen. En dat kost al snel duizend euro. “Niet alle ouders kunnen dat betalen, en dat zorgt helaas voor een sociale scheiding in de klas”, zegt Folmer.

Op het vmbo kunnen leerlingen gelukkig een goedkoper programma, Claroread, gebruiken, zegt Kuster van Helicon. “Kurzweil is meer uitgebreid, maar veel van die mogelijkheden worden hier op vmbo nauwelijks gebruikt - zoals mindmappen.”

Wat is nu het belangrijkste dat scholen de dyslectische leerling willen meegeven? Het besef dat ze hun lot gedeeltelijk zelf in de hand hebben, zegt Kuster van Helicon. “Het lezen of schrijven zal je als dyslect altijd meer energie kosten dan een ander. Daar moet je mee leren omgaan.”
Dat beaamt Mendy van Horssen, zorgcoördinator op de Werkplaats Kindergemeenschap in Bilthoven, waar leerlingen bij binnenkomst helemaal niet worden getest op dyslexie. “De sociaal-emotionele begeleiding van dyslectische leerlingen is minsten zo belangrijk als de begeleiding bij het lezen en spellen. Leerlingen moeten hun sterke kanten en tekortkomingen ontdekken, ze moeten leren om hulp te vragen als ze die nodig hebben. Je kunt wel roepen ‘Ik ben dyslect, dus ik kan het niet’, maar daar kun je je later ook niet achter verschuilen. Je moet toch door in het leven.”